De uitnodiging van een goede vriend uit Surrey, Engeland, om het optreden van de legende David Gilmour bij te wonen in de eveneens legendarische Royal Albert Hall in Londen kon natuurlijk niet geweigerd worden. Dus toog ik, evenals in het voorjaar voor het optreden van Yes in hetzelfde theater, naar mijn geliefde eiland aan de andere kant van de Noordzee. De show waarvoor ik was uitgenodigd betrof het één na laatste optreden van de “Rattle That Lock” tour, een serie van vijf extra optredens tussen 23 en 30 september als officieel einde van de tour die al in maart 2015 was gestart.
Wederom een optreden dus in die fameuze Royal Albert Hall, met ruim 5.300 enthousiaste toeschouwers volledig uitverkocht. De sfeer van anticipatie was merkbaar aanwezig, het gevoel van iets bijzonders getuige te mogen zijn werd door mij met velen gedeeld. Bovendien was dit het theater waar Gilmour in 2006 de opnames maakte voor zijn dvd “Remember That Night”. ‘Home away from home’ was een van de spaarzame opmerking van de meester tijdens het concert.
Het enthousiasme van het overwegend Britse publiek, dat toch bekend staat om zijn gereserveerdheid, was deze keer snel naar het kookpunt gebracht; naarmate de show vorderde werd men steeds luidruchtiger. Een publiek met een duidelijke voorkeur voor vooral Pink Floyd materiaal, hoe kan het ook anders. Ondanks Brit Floyd, the Australlian Pink Floyd Show, onze eigen Pink Project en talloze andere tribute bands staan Gilmour en band nog steeds het meest dichtbij het origineel.
De laatste keer dat ik DG zag, was een concert in september 1994 met Pink Floyd tijdens de “Division Bell” tour in de Kuip in Rotterdam. Kan me nog goed herinneren dat er geen groot video scherm beschikbaar was waardoor de poppetjes op het podium wel erg klein waren. Dat was ditmaal niet het geval, het bekende immense ronde video scherm kwam meerdere malen van pas. Hierdoor was goed te zien dat Gilmour helaas niet helemaal ongeschonden uit de strijd was gekomen, diepe rimpels tekenen zijn gelaat, uitermate scherp in beeld gebracht door voornoemd scherm. Toch straalt hij nog voldoende kracht uit mede door zijn imposante postuur. Gekleed in een simpele zwarte outfit, t-shirt, jeans en vergezeld van zijn vaste gereedschap, afwisselend Stratocaster, Telecaster en akoestische gitaren. En niet te vergeten zijn spel op de steel gitaar, een typerend deel van zijn sound. Desondanks lijkt de tijd nauwelijks invloed te hebben op zijn spel noch zijn zang, zelfs de hoge noten kwamen er nog vrij goed uit. En dat is al heel wat, want deze persoonlijkheid bereikte in maart van dit jaar de eerbiedwaardige leeftijd van zeventig jaar.
Er hangt een elektrificerende sfeer bij aanvang van het concert, nog versterkt door de rookflarden die het onverlichte podium omgeven, al ruim voor aanvang van het optreden. Wat volgt is een serie van messcherpe vertolkingen van overwegend bekende nummers. Bijna geen introducties, pas halverwege de tweede set wordt de band geïntroduceerd. Na vijf nummers komt pas een afgemeten ‘good evening’ van de lippen van de meester. ‘David we love you’ is de goed verstaanbare kreet uit het publiek, ‘oh thanks’ is de uiterst gereserveerde respons.
Openingsnummers 5 A.M. komt van het laatste album van Gilmour en was de hele tour ook het vaste aanvangsnummer. Een prachtige sfeervolle vertolking van dit instrumentale nummer met een hoofdrol voor onze held. Je realiseert je direct hoe karakteristiek zijn sound is, onnavolgbaar haast. Het titelnummer van zijn meest recente werkje, Rattle That Lock, wordt aangekondigd met de zo bekende stemmen, ditmaal ingeblikt. Hoewel het nummer ten tijde van het uitbrengen wat kritiek te verduren had, past het prima in de setlist, vooral door de uptempo beat en het rocky karakter. De backing groep met donkere zanger en zangeressen krijgt de kans om hun talent voor de eerste keer aan het publiek te tonen. Faces Of Stone voltooit de trits nummers van het meest recente album.
Het eerste Pink Floyd nummer deze avond is What Do You Want From Me afkomstig van The Division Bell uit 1994, en krijgt een prima uitvoering. ‘I’m not the one you need’ zingt Gilmour met passievolle stem, de overvolle zaal is het overtuigende bewijs van het tegendeel. The Blue is het volgende nummer van de setlist, een uiterst lome uitvoering ditmaal, hoe kan het ook anders. Tijdens The Great Gig In The Sky is het de beurt aan de achtergrondvocalisten om hun stempel te drukken, vooral zangeres Lucita Jules benutte haar niet geringe arsenaal aan hoge noten. Gelukkig wordt er niet getracht om het origineel van Clare Torry te overtreffen, zou ook weinig kansrijk zijn geweest.
Het sfeervolle A Boat Lies Waiting wordt gevolgd door de klassieker Wish You Were Here, met een belangrijke rol voor tweede gitarist Chester Kamen, en het onvermijdelijke Money, beide nummers worden met groot enthousiasme door het publiek ontvangen. Tijdens In Any Tongue is een hoofdrol weggelegd voor achtergrondvocalist Bryan Chambers die samen met Gilmour de solozang voor zijn rekening neemt in deze uitstekende song van het laatste album.
Ook de keuze voor High Hopes, eveneens van “The Division Bell”, wordt goed gewaardeerd door het publiek. Beide laatste nummers worden voorzien van het overbekende videomateriaal wat vooral tijdens High Hopes tot een versterking van het muzikale aspect leidt. Het is ook direct het laatste nummer voor de pauze die circa twintig minuten zou duren. Tijd om even de benen te strekken en bij te komen van het gebodene.
Het eerste nummer van de tweede set is voor mij een heerlijke traktatie: One Of These Days. Volgens mijn gastheer is de setlist grotendeels gelijk aan eerdere concerten, maar is Astronomy Domine vervangen door dit geweldige nummer afkomstig van “Meddle” uit 1971 en is daarmee het oudste nummer wat deze avond ten gehore wordt gebracht. Een andere wijziging is het doorstrepen van The Girl In The Yellow Dress, wat trouwens ook mijn instemming heeft. Uiteindelijk zullen 22 nummers gespeeld worden: twee van “On An Island”, zes van “Rattle That Lock” en maar liefst veertien songs van Pink Floyd. Een uitstekende balans, zou ik zeggen.
Shine On You Crazy Diamond (Parts I-V) mag natuurlijk nooit ontbreken tijdens een concert waarin Gilmour de hoofdrol speelt. Die iconische vier gitaarnoten aan het begin zijn minstens even beroemd als de eerste vier pianotonen van Beethoven’s Vijfde Symfonie, om maar eens een dwarsstraat te noemen. Fat Old Sun, met het ronde video scherm tijdelijk acterend als zon, wordt gevolgd door Coming Back To Life van “The Division Bell”. On An Island van het gelijknamige soloalbum uit 2006 krijgt een extra lading door het schitterende gitaarduet van Gilmour en Kamen halverwege.
Dan pas acht de bandleider het tijd om de band te introduceren en hoor ik wat ik al verwacht had, de onbekende donkere toetsenist is inderdaad ‘the legendary Greg Phillinganes’ zoals hij door Gilmour wordt aangekondigd. Voor alle duidelijkheid: we zijn inmiddels driekwart door het concert heen. Nee, een prater was hij nooit, dat gaat ook deze avond niet veranderen. Daarna is het de beurt aan Us And Them, het moment voor de Braziliaanse saxofonist João Mello om te excelleren. Today, het zesde en laatste nummer van het meest recente soloalbum wordt gevolgd door het dreigende Sorrow van “A Momentary Lapse Of Reason” uit 1987, een prima keuze wat mij betreft.
Run Like Hell is het moment waarop bassist Guy Pratt, zoals hij dat al sinds 1987 doet, zijn rol als mede vocalist vervult, de bijna geschreeuwde zangpartij klinkt nog net zo als bijna dertig jaar geleden. Run Like Hell is ook meteen het laatste nummer van het officiële concertgedeelte. De nieuwe trend waarbij de artiesten zich niet meer terugtrekken maar op het podium blijven voor de encore is aan Gilmour cs niet besteed. Er dient geschreeuwd en geklapt en gefloten te worden voordat de heren en dames zich weer vertonen voor de toegift.
Een toegift die deze avond, net als bijna alle vorige avonden, bestond uit allereerst Time/Breathe (Reprise). De zo node gemiste vocale bijdrage van Rick Wright kwam deze keer van interim toetsenist Greg Phillinganes. Dat ‘ie kon zingen wisten we al van zijn medewerking aan onder andere Phil Collins, Eric Clapton en meer recent Toto. Publieksfavoriet Comfortably Numb tenslotte wordt geïnspireerd gespeeld door DG en band. Met als extra visueel aspect een zee van laser lights die de hoofdrolspeler als het ware gevangen houdt in het web van een gigantische elektronische spin. Daarmee kwam een einde aan een fantastisch concert van de man die voor een groot deel van het publiek verantwoordelijk was/is voor de soundtrack van hun leven. Een extatisch publiek bedankt Gilmour en kompanen met een minutenlange staande ovatie, dankbaar in ontvangst genomen door het tien man sterke gezelschap op het podium.
De band is een uiterst professioneel, hecht muzikaal geheel, maar dat mag ook wel verwacht worden. Mogelijk is het late tijdstip van aankondiging van deze serie concerten de reden dat Phil Manzanera, Jon Carin, Theo Travis en Chuck Leavell niet aanwezig konden zijn, zij werden echter deze avond niet gemist. Geluid, licht en effecten zijn prima in orde, vooral het eerste verbaasde mij in positieve zin, zeker gezien mijn ervaringen tijdens het Yes concert eerder dit jaar. Een kleine kanttekening hooguit voor het volume van de basgitaar bij aanvang, dat had wat mij betreft wat minder geprononceerd mogen zijn. Toch nog iets te zeuren. De totale show duurt ongevver 2,5 uur zuivere speeltijd.
En dan is het wederom rennen als de hel, letterlijk, om de laatste trein naar huis te halen. Ik ben blij en dankbaar voor het feit dat ik dit heb mogen meemaken, want laten we wel zijn: naast het feit dat de jaren grip op hem lijken te krijgen staat de man bepaald niet bekend om zijn werklust, zijn voorlaatste album dateert alweer uit 2006. Grote kans dus dat dit de laatste keer was waarin we hem live te zien hebben gekregen. En mocht ik me toch vergist hebben dan meldt ik me de volgende keer graag weer aan voor een kaartje. Want David Gilmour is en blijft een legende.
Verslag en Foto’s: Alex Driessen