David Sylvian is een man die samenwerking met evenzo talentvolle artiesten omarmt. De lijst van collaboraties is welhaast onuitputtelijk, maar vanuit een progressive rock oogpunt zijn de namen Robert Fripp en Trey Gunn (beiden King Crimson) de meest klinkende. Eerstgenoemde liet acht jaar eerder op “Gone To Earth” al horen van serieus toegevoegde waarde te zijn in een samenwerking met Sylvian en nu op “The First Day” spreken we niet langer van een gastbijdrage maar van een dubbele hoofdrol.
“The First Day” is eigenlijk een nogal a-typisch Sylvianalbum geworden, waarbij de invloed van het duo Fripp/Gunn behoorlijk dominant is op het eindresultaat. Natuurlijk is ’s mans stem herkenbaar uit duizenden, maar verder is het sleutelwoord hier toch wel ‘groove’ op z’n King Crimson’s. De dichterlijke melancholie binnen songs met subtiele en rijk geschakeerde arrangementen maken hier plaats voor een aaneenschakeling van Frippiaanse riffs en luisterrijke gitaarerupties. Trey Gunn laat zich evenmin onbetuigd en legt met zijn Chapman Stick’ een zeer dansbaar en swingend fundament. Meest treffende song voor deze stelling is het (veel te) lange Darshan dat maar niet tot afronding wil komen en ruim zeventien minuten doorblaast. Misschien wel leuk in een club of live setting maar niet in de huiskamer.
Gelukkig kent “The First Day” ook enkele zeer fraaie hoogtepunten, met als uitschieters het eveneens niet klein uitgevallen en flink geïnspireerde 20th Century Dreaming. Hier laat het fameuze trio horen dat een uitgerekte compositie wel de volle duur kan boeien. Met stevig aangezette riffs en drums kleunen de eerste minuten er behoorlijk in, waarna het nummer hallucinerend en psychedelisch doorpakt alsof ook Jim Morrison de kunst van de wederopstanding verstaat.
Maar ook (of misschien wel juist) op de compacte songs komt “The First Day” tot volle bloei. God’s Monkey, Jean The Birdman en Brightness Falls zijn stuk voor stuk songs waar je mee voor de dag kan komen en die tonen waartoe mensen in staat zijn als samenwerking voorop staat en ego’s verdwijnen. Het zijn fraaie staaltjes ‘recht voor z’n raap’ progressieve rocksongs die nauwelijks tijd vragen om te groeien en binnen enkele minuten zeggen wat ze te zeggen hebben.
De meeste nummers van dit album worden in 1994 ook in een succesvolle livesetting ten gehore gebracht met een registratie onder de naam “Damage” als wapenfeit. Live komen de songs eigenlijk pas echt tot leven, hoewel het prachtige Every Colour You Are van ‘Rain Tree Crow’ (een eenmalige hernieuwde samenwerking van ex-Japan leden) toch voor het hoogtepunt tekent.
Al met al is “The First Day” een redelijk geslaagde plaat te noemen, waarmee David Sylvian een periode afrondt die hij in 1985 startte met “Gone To Earth”. De riffs en groove vormen een welkome tegenhanger voor het gefröbel met Holger Czukay op “Flux & Mutability” (1989) en “Plight & Premonition” (1988), waarmee Sylvian zijn solocarrière na een zeer succesvol begin bijna als een nachtkaars zag uitgaan. “The First Day” is zeker niet het beste album in de discografie van Sylvian, maar toont wel zijn veelzijdigheid en aanpassingsvermogen. En bij hen die minder ophebben met Sylvian maar des te meer met King Crimson, zal het zeker waardering vinden.
Govert Krul