Je vraagt je af hoe een band deels vanuit Mexico en de Verenigde Staten kan opereren nu Trump weer aan de macht is, maar feit is dat leden van Deep Limbic System (soms aangeduid als DLS) komen uit El Paso, Texas en uit Juárez in Mexico, een tweelingstad dwars over de Amerikaanse-Mexicaanse grens. Verrassend misschien dat de progressieve rock die ze op hun tweede album “Katharsi” brengen al zijn invloeden uit Europa lijkt te halen.
Days opent met akoestische gitaar. De zanglijn doet me nog het meeste aan Steve Hogarth denken, hoewel niet zo hoog en ijl. We schakelen gelijk door naar Regression, waarbij na een sinistere overgang het tempo flink omhoog wordt geschroefd. Dit is typische neo-prog met dito toetsenriedels, zoals te horen is op YouTube.
Net zo makkelijk schakelen we in hetzelfde nummer naar een stukje introverte jazz. De band wordt online vaak vergeleken met Riverside en Porcupine Tree en bij de eerste kan ik daar wel in mee. De zang is echter meer in de lijn van de mediterrane symfobands, waarin de zang voorzien wordt van een dosis pathos (denk aan Clepsydra). Zowel Sunga als de crunchy gitaren schieten echter net zo makkelijk de progmetal in, iets dat je een Clepsydra niet zo snel zult horen doen.
De zang blijft emotioneel op Herd, ondersteund door vriendelijke riedels op piano en akoestische gitaar. The Chaotic Frenzy Of The Mind is een stukje donkerder, en na alweer een stukje akoestisch is dit claustrofobische progmetal met stemmige toetsen op de achtergrond. De midtempo gezongen delen worden afgewisseld met lekker orgelwerk, en het intermezzo in het midden swingt zelfs behoorlijk. De zware bombast naar het einde toe is top.
Horen we op Descendants de Zuid- en Midden-Amerikaanse invloeden? Eventjes dan, want al snel neemt de lyrische gitaar het over, denk dan aan Mostly Autumn. Oblation kent een paar prachtige zanglijnen, terwijl de saxsolo al snel aan Pink Floyd doet denken. Mooi nummer, hoor.
Umbral is het langste nummer op dit album en kent een behoorlijk lange intro waarin typische symfo versmelt met zwaardere gitaaraccenten en de spanning langzaam wordt opgebouwd. De belofte wordt niet helemaal ingelost, want opeens geraken we in een akoestisch tussenstuk, waarna de progrock de overhand krijgt met enige vervreemdende solo’s op de toetsen. Het gitaarvenijn zit hem ook hier in de staart.
De afsluiter, toepassend genoemd Ωmega, opent met een prachtige lyrische melodie op gitaar, ondersteund door piano, en bezit een emotionaliteit die je ook regelmatig bij het huidige Marillion hoort, of een Gazpacho. Het tempo gaat dan wat omhoog, en de melodieën blijven sterk. Denk dat dit mijn favoriet is op dit album. De powerchords aan het einde zijn onverwacht, maar niet onwelkom, en de toetsensolo is om van te smullen.
Pure symfo/neo-prog met uitstapjes naar de progmetal, waarbij verrassend genoeg de akoestische gitaar vaak wordt ingezet, dat is in een notendop Deep Limbic System. Daarom een feest der herkenning dat potten moet kunnen breken in het Nederlandse taalgebied. Ook een band om in de gaten te houden, want ik denk dat ze nog beter kunnen. Voor liefhebbers van voornoemde bands, maar ook bands als Arena en Pendragon.