Delphian

Oracle

Info
Uitgekomen in: 2005
Land van herkomst: Nederland
Label: Lion Music
Info: Delphian
Tracklist
My Confession (3:56)
Fall (4:20)
Never Willing, Still Fulfilling (6:04)
Sylvester's Dusk (6:40)
Moments (7:07)
Salvation (6:05)
The Unknown (3:38)
On Sale (4:25)
Wrong Turn (4:33)
Door To Reality (7:30)
Coert Bouten: gitaar
Roel van Helden: drums
Sjoerd Hoeijmakers:
basgitaar
Aniek Janssen: zang,
dwarsfluit
Marcel Volleberg: gitaar

Met medewerking van:
Joost van den Broek: keyboards
Unravel (2007)
Oracle (2005)
Demo 2004 (2004)

Nederland blijkt de afgelopen jaren vruchtbare grond voor diverse soorten progressieve- en symfonische metal. Als paddenstoelen schieten ze uit de grond: bands met veelal vrouwen op zang. Zo doet Within Temptation het al enige jaren goed in binnen- en vooral buitenland, staat After Forever op het punt door te breken met het nieuwe album “Remagine” en maakt ook Epica internationaal furore.

In de slipstream van deze tendens bevindt zich ook de formatie Delphian, doch deze band weet zich qua geluid te onderscheiden van zijn landgenoten; de muziek van dit gezelschap is progressiever dan dat ze symfonisch is.

De band is geformeerd rond gitarist Coert Bouten en drummer Roel van Helden (die ook bij Sun Caged speelt). Hierbij kwamen Marcel Volleberg op slaggitaar, Sjoerd Hoeijmakers op basgitaar en Aniek Janssen op zang. Met dezelfde line-up als op deze plaat heeft de band al een demo opgenomen, waarmee de interesse van het Finse Lion Music gewonnen werd. De muziek van Delphian kan absoluut geen gothic genoemd worden. Alleen al dat de band een zangeres heeft, zou grond kunnen zijn om deze band te zien als de zoveelste gothic metalband, maar gelukkig is Delphian niets van dien al. Het ontbreekt om te beginnen al aan de verplichte gesamplede koortjes en gegalm van de zangeres. Wat krijgt de luisteraar dan? Een bak progressieve metal om van te smullen, niets meer, niets minder. Of, zoals de band zelf zegt: “een metalband met zangeres… Alweer één? Maar dan wel één zonder baljurken, ‘stoere’ leren pakjes, schmink of fake koortjes die op band meelopen”. En daar sluit ik me bij aan.

In de eerste plaats is de formatie al gezegend met een geweldige zangeres. Aniek Janssen heeft een zeer zuivere stem, welke vergeleken kan worden met die van Anneke van Giersbergen van The Gathering (ik heb het hier over een Nederlandse metalband met frontvrouw – dacht u dat ik het kon nalaten The Gathering te noemen?). Daarnaast is het gezelschap in het bezit van een goede metaldrummer, twee prima gitaristen en een doeltreffend spelende bassist. En de zangeres fiedelt ook nog wel eens tussendoor met haar dwarsfluit, maar ik zal me inhouden en Jethro Tull niet noemen, ook al komt er fluit voor in deze muziek.

De cd begint lekker stampend. Het eerste nummer, My Confession, is een lekker speed-/thrashmetal nummer. Hierbij denk ik vooral aan Metallica en zelfs Slayer. Fall is van hetzelfde laken een pak, hoewel dit al meer neigt naar klassieke progmetal in de zin van Dream Theater. Veel dubbele bassdrum is te vinden in dit nummer. De ruige riffs van dit nummer refereren zelfs aan extremere metalbands als Machine Head. Ook voorziet dit nummer in lekker tegendraads drumwerk.

Never Willing, Still Fulfilling is weer een ballad-achtig nummer, met erg lekker gitaarwerk en op de achtergrond de synthesizer van supertalent Joost van den Broek, die ook de productie van de plaat verzorgd heeft. Sylvester’s Dusk begint heel rustig met slidewerk op de gitaar en mooi pianowerk van Joost. Dan komen de metalgitaren binnengebeukt, maar het is een Oosters aandoend stukje dat ze spelen, een beetje melancholisch. Op vier en een halve minuut is er opeens een sfeerwisseling en is er een rustig gedeelte waarbij Aniek Janssen een stukje op haar dwarsfluit fiedelt. En ja, het klinkt ook nog eens naar Camel (die noem ik dan weer wel). Rustigjes komen de metalgitaren weer meespelen en we krijgen een rustiger versie van het refrein, waarna we nog een keer het lekker oosters stukje gitaarwerk krijgen. Erg fraai!

Moments kent een lekker Black Sabbath-iaanse riff, met Zakk Wylde-invalshoek (het afgeknepen piepje aan het einde van een riff). Ook dit nummer is zeer goed opgebouwd met een rustiger stuk in het midden. Deze dynamiek tussen ruige metal en semi-akoestische passages doet mij denken aan Opeth (hoewel Delphian minder dynamisch is). Ook de solo van dit nummer doet mij aan Opeth denken.

Salvation gooit dan weer flink de beuk erin met galopperende dubbele bass. Hier hoor ik zowaar mannelijke achtergrondkoortjes. Dit nummer is één van de minder interessante nummers van de plaat. Het mist een memorabele riff of een lyrische passage die mij kippenvel bezorgt. Wel wordt er in de solo nog even nadrukkelijk geknipoogd naar John Petrucci van Dream Theater: er wordt flink ‘geshred’ door de Coert Bouten. Ook klinkt Aniek Janssen in dit nummer soms een beetje afgeknepen, voornamelijk als ze erg de hoogte ingaat. Jammer.

The Unknown is dan weer een stuk rustiger met mooi akoestisch gitaarwerk. Ook zingt Aniek Janssen erg fraai in dit nummer. Alleen het drumwerk vind ik hier minder geslaagd. De accenten zijn zó gelegd dat het geheel een beetje slordig klinkt. Overigens ben ik sowieso van mening dat de drums niet lekker in de productie liggen, ze zijn nogal scherp en prominent aanwezig. On Sale doet in het begin erg aan The Unknown denken, maar dan wordt de beuk erin gegooid. Spijtig, want het nummer wordt er vervolgens niet beter op. De tweede helft van het nummer is alweer een stukje mooier. Wel jammer dat er vaak dubbele bassdrums voorkomen op plekken waar het niet echt op zijn plaats lijkt, evenals het gehengst op de snare. Dit doet afbreuk aan de zang.

Ook Wrong Turn is minder een ‘earcatcher’ dan de andere nummers. Het lijkt erop dat de band in de eerste nummers een paar dingen geprobeerd heeft om die later steeds opnieuw te gebruiken, in plaats van de laatste nummers ook experimenteel te maken. In het laatste nummer, Door To Reality, krijgt de luisteraar weer het genoegen naar het fraaie fluitspel van Aniek Janssen te luisteren, begeleid door een akoestische gitaar. Dan begint alweer het ruige werk, maar al gauw doen de fluit en de akoestische gitaar weer hun intrede en kabbelt het nummer rustig verder. Tegen het einde komt nog een variatie op het Oosterse thema van Sylvester’s Dusk langs. Dit nummer kent dan weer wel het interessante en dynamische van de eerdere nummers. Dit is zondermeer een waardige afsluiter van de plaat.

Al met al valt rustig te stellen dat Delphian met “Oracle” een sterk debuut aflevert met weliswaar wat beurse plekjes, maar toch nog genoeg om de god van de muziek Apollo (wiens orakel, inderdaad, in Delphi vertoefde) gunstig te stemmen. Sterke punten aan deze plaat zijn vooral het gitaarwerk en de zang van Aniek Janssen (hoewel ze af en toe tegen haar limiet lijkt te zitten). Iets minder is het drumwerk, ook productioneel gezien, maar ongetwijfeld is dit debuut de aanschaf waard voor fans van lekkere progmetal die van vrouwenzang houden.

Christopher Cusack

Send this to a friend