Het lijdt, zoals de promosheet die bij deze cd zit trots stelt, inderdaad geen twijfel dat Derek Sherinian één van de beste toetsenisten van deze tijd is. Als het gaat om speltechniek moet je je best doen om een betere muzikant te vinden. Ik vind dat Sherinian zijn talent echter altijd vergooit aan te weinig interessante, wat dommige metal.
Ook dit nieuwe album lijkt op die leest geschoeid. Dat blijkt onder andere uit de medewerkers die Sherinian om zich heen verzamelt. Als je samenwerkt met bikerboy Zakk Wylde weet je dat er op zijn minst sprake zal zijn van dik hout en grove spaanders. Ook het hondslelijke hoesje met al die doodskoppen geeft een signaal af: dit schurkt dichter tegen Ozzy Osborne aan dan tegen Planet X.
Nog steeds hangt Sherinian de gemankeerde gitarist uit: bijna al zijn synthesizersolo’s klinken als een overstuurde gitaar en de partijen die hij ermee speelt doen hun best te klinken alsof ze op een scheurijzer gespeeld zijn. Als je zelfs Van Halen-getap op je toetsenbord nadoet, wees dan een vent en leer gitaarspelen. Ook wapperden mijn broekspijpen van de klapperende basnoten en de genadeloze dubbele bassdrums.
Toch is dit een beter album dan de wat wezenloze voorganger. Ondanks het gebeuk zijn de composities boeiender, de ritmes wat complexer en de geluiden wat interessanter. Ook is de krachtpatserij hier en daar wat in toom gehouden. Wat me op de vorige plaat echt niet lukte: ik ontdek hier mooie passages op. Daarmee bedoel ik niet de drumsolo in Primal Eleven of het – door de promosheet tot het hoogtepunt van de plaat gebombardeerde en door wildeman Wylde gezongen – So Far Gone. Dat nummer is een vreselijke Black Sabbath kopie, compleet met kerkklokken. Als je dat het hoogtepunt van je album vindt, leg je de lat wel erg laag. Ik doel ook niet op het ronduit debiele stampnummer Wings Of Insanity, maar op veel momenten verrast Sherinian me met lyrische stukjes of stevigere composities die diepte krijgen, bijvoorbeeld door het gebruik van een Hammond orgel.
Veel lucht krijgt de luisteraar niet, de bpm-meter staat constant in het rood en alleen in het korte maar fraaie The Lone Spaniard, dat invloed van Chick Corea verraadt, ligt het tempo wat lager. Desondanks is “Molecular Heinosity” een plaat die je met veel plezier in de auto draait, een album dat met nog geen 40 minuten op de teller ook geen minuut tekort is. Vooral als je het afzet tegen het laatste nummer.
Naschrift: er is trouwens iets aan de hand met deze plaat. Als je op de Duitse website van InsideOut de bio van Derek Sherinian leest, staat daar een ronkend verhaal over het 16 minuten durende openingsepos Antarctica, dat door Derek als progressieve trilogie in de trant van Planet X bedoeld was. Ook wordt er gewag gemaakt van de glansrollen die Brett Garsed en Taka Minamino op de plaat zouden spelen. Sindsdien is er kennelijk nog aan de plaat gesleuteld, want Antarctica duurt ineens een heel stuk korter en is nou niet bepaald enorm progressief te noemen. En de bijdragen van Brett en Taka zijn kennelijk per ongeluk gewist.
Erik Groeneweg