Devil's Slingshot

Clinophobia

Info
Uitgekomen in: 2007
Land van herkomst: Verenigde Staten
Label: Mascot Records
Website: http://www.tonymacalpine.com/
MySpace: http://www.myspace.com/tonymacalpine
Tracklist
Nederland (6:13)
Ballade De Bastille (4:05)
Def Bitch Blues (4:27)
Lay Off (4:24)
Injustice Line (4:24)
Ocean (3:24)
Flamed (4:11)
Hourglass (4:46)
Aerial Perspective (4:13)
Virgil Donati: drums
Tony Macalpine: gitaar
Billy Sheehan: basgitaar
Met medewerking van:
Bunny Brunel: basgitaar
Clinophobia (2007)

In de categorie ‘indrukwekkende line-ups’ mag dit drietal zonder meer voorop lopen: gitaarheld Macalpine samen met basbeest Sheehan (bekend van Mr. Big en David Lee Roth) en meesterdrummer Donati (Planet X, Steve Walsh). Deze cd is volgens mij genoemd naar de vele clinics (demonstraties) die dit drietal op muziekbeurzen geeft, want het bijgeleverde boekje staat bol van de reclame, endorsements van alle muziekinstrumentfabrikanten.

Wat verwacht je van zo’n plaat? In de eerste plaats natuurlijk een hoop technisch vertoon, teveel noten en te weinig composities. Opgeleukte jams met veel verbluffend gesoleer. En dat is dan ook precies wat je krijgt. Hoewel de stukken wel vooraf zijn geschreven  – door Donati en Macalpine – hebben ze een geïmproviseerde sfeer, alsof de band in de oefenruimte een tapeje liet meelopen en dat meteen op cd heeft geknald. Voor doorvoelde stukken muziek moet je bij deze mannen dus niet aankloppen. Voor een lekker potje jazz-metal ben je echter helemaal aan het juiste adres.

De plaat klinkt erg goed. Juist bij dit soort muzikantenmuziek is het van het grootste belang dat je de muzikale verrichtingen goed kunt volgen. Dat is hier geen probleem. De muziek knalt uit je speakers, de drums klinken heel open en de bas stoomt recht je waffel in. Gelukkig zijn de stukken ook niet zo volgepropt dat je er koppijn van krijgt, de muziek houdt genoeg lucht.

Waarom het eerste nummer Nederland heet kan ik niet herleiden, het is een wat stuurs potje riff-rock. Ballade De Bastille bevalt me al een heel stuk beter door de verscheidenheid aan klanken die de drie mannen laten horen. Vooral Macalpine kan tussen heel ingetogen getinkel tot totale ontploffing  schakelen. Ik ben nooit zo stuk van zijn solo’s, die meestal vooral lijken te gaan over het aantal aanslagen per minuut  en veel minder over het gevoel dat hij ermee wil uitdrukken. Op deze plaat laat hij echter ook zijn andere kant horen en dat maakt van “Clinophobia” een veel betere plaat.

Def Bitch Blues is minder gemeen dan de titel suggereert, maar de heren duwen wel lekker door, waarbij vooral de melodische invulling van Sheehan opvalt. Wie zijn werk voor David Lee Roth kent, weet dat Billy niet te beroerd is om veel te soleren. Zolang hij en Macalpine elkaar aanvullen levert dat hele mooie muziek op. Krijgt hij een paar maten voor zichzelf, dan wordt het snel een beetje afgezaagd.

“Clinophobia” is niet een heel afwisselende plaat, maar de muziek weet toch de luisteraar bij de les te houden met goed gedoseerde afwisseling. Loodzware riffs en lyrische jazz en alles daartussen in zorgen voor een boeiend geheel en als het even toch verveelt, zijn het gelukkig allemaal korte nummers. Als Injustice Line bijvoorbeeld tien minuten had geduurd, had ik er veel meer problemen mee gehad. Nu zit ik die krappe vier minuutjes wel even uit. Het daarop volgende nummer is weer zo sterk dat het een hoop goed maakt. Vooral het aan Steve Vai herinnerende Hourglass is een sterk stuk.

Krachtpatserij met een gouden randje, dat is wat de heren hier laten horen. Of dat gouden randje genoeg is om van de plaat een kostbaar kleinood te maken moet ieder voor zich uitmaken. Ik heb het na een paar draaibeurten wel gehoord, daarvoor is het aantal echte uitschieters te gering. Dat de mannen een zeer genietbaar album hebben gemaakt, blijft echter overeind.

Erik Groeneweg

Send this to a friend