Al decennialang één van de meestgehoorde (en veelal op waarheid berustende) uitspraken over de progressieve rock in het algemeen is dat bands niet schrijven over Alledaagse Onderwerpen of andersoortige rockwaardige onderwerpen, maar juist hun toevlucht nemen tot fantasy en science fiction voor het schrijven van liedteksten. Echter, niet alleen “klassieke” science fiction heeft zijn sporen nagelaten in de prog: ook de wat minder reguliere varianten hebben de nodige invloed gehad. Zo is met name Douglas Adams, schrijver van de vermaarde science-fiction-parodie “Hitchhiker’s Guide to the Galaxy”, een naam die met enige regelmaat van zich doet spreken. Zo is het nummer Paranoid Android van “OK Computer” van het Engelse Radiohead op robot Marvin uit de serie gebaseerd, terwijl David Gilmour de albumnaam “Division Bell” aan Adams ontleende, en de auteur vervolgens een stukje liet meespelen tijdens eens show van de tour bij wijze van verjaardagscadeautje. In geen van voornoemde voorbeelden, echter, komt de humor van het werk van de schrijver goed tot uiting, maar met de nieuwste soloplaat van Devin Townsend komt daar verandering in: “Ziltoid the Omniscient” mixt prog met humor, en weet zowaar nog te overtuigen ook.
Het album is een musical die draait om het ruimtewezen Ziltoid the Omniscient (de Alwetende) uit de vierde dimensie. Ziltoid is een buitenaardse gitaarheld maar in de eerste plaats een nerd, en hij komt naar aarde om ’s werelds beste kop zwarte koffie te eisen, waarmee hij de tijd wil verbuigen. Wanneer de geleverde kop koffie hem niet zint, dreigt Ziltoid zijn woede op de aarde te botvieren, wat culmineert in wat gesteggel over en weer tussen de ruimtekapitein en wat aardse helden. Echter, het hele avontuur blijkt een droom te zijn van een koffiebarmedewerker, en de dreiging blijkt gefantaseerd te zijn.
Hoewel dit concept qua humor onder meer gebaseerd is op het werk van Douglas Adams, is er een heel scala aan referenties te noemen. Zo is bijvoorbeeld de film “Flash Gordon” (met muziek van Queen) op één lijn te scharen met Ziltoid, en zijn ook de Muppets aan te halen als invloedsbron (wat ook duidelijk blijkt uit het filmpje dat op YouTube en de MySpace van het album bekeken kan worden), maar bovenal is het concept gebaseerd op de traditie van de Amerikaanse comic, wat dan ook de aanwezigheid van karakters als Captain Spectacular en The Planet Smasher verklaart. De verschillende karakters worden allemaal vertolkt door Townsend, die hiervoor allerhande rare stemmetjes opzet, wat bijzonder bijdraagt aan de humoristische (edoch bijzonder flauwe) natuur van het album.
Hoewel ondergetekende als toekomstige literatuur- annex cultuurwetenschapper op velerlei manieren het concept zou kunnen proberen te duiden (sommige van deze benaderwijzen zijn echter zo onzinnig als het concept zelf, maar dat terzijde), draait het op Progwereld toch voornamelijk om de muziek. Bij de bespreking van de auditieve kwaliteiten van “Ziltoid the Omniscient” is vooraleer belangrijk in acht te nemen dat het album een soloproject in de meest strikte zin van het woord is: de muziek is volledig door Townsend zelf ingespeeld en -gezongen, met uitzondering van de drums. Hiervoor namelijk heeft de Canadees gebruik gemaakt van het programma “Drumkit from Hell”, dat Meshuggah-drummer hem heeft doen toekomen. Dit gegeven in ogenschouw nemend kan de luisteraar niet anders dan enkele keren bewonderend knikken, zacht fluiten, en “zo-zo!” mompelen, want ook individueel weet Devin Townsend de zo karakteristieke veellagige geluidsmuren op te trekken, die hij vervolgens gebruikt als ondergrond voor de zangpartijen, die variëren van grunt en scream tot muppetzang en etherische koorpartijen.
De muziek zelf bestrijkt een net zo breed scala als de bijzonder veelzijdige stem van Devin Townsend. Opvallend is echter wel dat over het algemeen genomen de muziek een tikje ruiger is dan het geval is op de vorige platen die uitgebracht zijn onder de naam van Devin Townsend (Band). Bij tijd en wijle schemert er meer dan een vlaag van het ook niet oninteressante Strapping Young Lad (de bekende extreme-metalband van Townsend) door, zoals bijvoorbeeld in het bij vlagen behoorlijk snelle Ziltoida Attaxx!!!. Daarnaast is ook Meshuggah te noemen als invloedsbron, wat niet geheel ontoevallig vooral komt door de (elektronische) drumpartijen. Verder is zowel muzikaal als qua verhaal het werk van het Nederlandse project Ayreon aan te wijzen, hoewel Townsend zijn concept minder serieus benadert. Over de gehele linie genomen, echter, is de plaat een voortzetting van de lijn die met voorgaande platen als “Terria”, “Accelerated Evolution” en “Synchestra” werd ingezet, waarbij het huidige album coherenter is dan het laatstgenoemde album, wat met name te danken valt aan de verteller en de verscheidene dialogen, die de nummers met elkaar verbinden.
Hoewel het concept het album cachet geeft, kan het met name bij de eerste luisterbeurten de luisteraar enigszins op het verkeerde been zetten. De geboden muziek is namelijk van een consequent hoge kwaliteit, terwijl het concept, zijnde een parodie op een lange traditie van sci-fi en superheld-verhalen, behoorlijk flauw is. Bovendien is de hoes, geheel in overeenstemming met het verhaal, behoorlijk lelijk, of op zijn minst oubollig, daar het een bewerking is van de typische Amerikaanse superheld-comics zoals die al tientallen jaren uitgegeven worden. Echter, de muziek is van een dusdanig hoog niveau dat de luisteraar al gauw de humoristische fineerlaag weet te doorzien, en de flauwe dialogen op waarde kan schatten. In essentie namelijk is de combinatie van “High Culture” (in de vorm van Complexe Hoogwaardige Progressieve Muziek) en low of pop culture (in de vorm van stripverhalen en science fiction) iets wat al in de eerste decennia van de vorige eeuw gedaan werd door avant-gardistische kunstenaars, die zo het vaak irrelevante onderscheid tussen de twee wilden overbruggen, om zo ‘cultureel onderlegde’ personen te laten inzien dat het getuigt van arrogantie om te beweren dat alleen High Culture getuigt van smaak en kwaliteit. Townsend doet met “Ziltoid the Omniscient” exact hetzelfde: de plaat probeert de vastgeroeste liefhebbers en makers van prog en metal flink de les te lezen door bepaalde conventies met voeten te treden en de zo hoog geachte ’typische symfo/metal-kwaliteiten’ in het kader van een absoluut flauwekulverhaal te plaatsen. Wellicht probeert de Canadees zo de arrogante teneur van zelfvoldoening die alom tegenwoordig is in bepaalde muziek-georiënteerde subculturen te doorbreken.
Hoewel deze recensie stiekem toch een stukje cultuurgeschiedenis en -theorie toepast op “Ziltoid the Omniscient”, zijn de conclusies van die analyse van ondergeschikt belang. Wat uiteraard in de eerste plaats relevant is, is dat Devin Townsend erin geslaagd is wederom een zeer sterke plaat uit te brengen, die bovendien ook nog eens enige stof tot lachen dan wel nadenken biedt. Deze plaat is dan ook een aanrader voor liefhebbers van zowel goede muziek met een scherp randje als voor mensen met een voorliefde voor flauwe humor. Nu alleen nog een verfilming en een Broadway-bewerking…
Christopher Cusack