“Twentaurus” is het 20ste album van de Duitse band Dice en dat aantal is geen tikfout. Het schijfje markeert namelijk het 40-jarig bestaan van de formatie, een jubileum dat lang niet aan iedereen is besteed. De bandleden (en dan met name de zingende toetsenist en bassist Christian Nóvé die er al vanaf het begin bij is) mogen dan ook trots zijn op deze mijlpaal. Of een ieder dat ook zal zijn ten aanzien van hun verrichtingen op “Twentaurus” zal de toekomst moeten uitwijzen. Ik waag het te betwijfelen.
Even voor de duidelijkheid: “Twentaurus” is geen jubileum-cd in die zin dat het een verzamelalbum of iets dergelijks is. Het is gewoon een doodnormaal album, net als alle voorgaande. Geheel volgens traditie presenteert de band zijn muziek in slechts enkele nummers. “Twentaurus” telt vier tracks van rond de tien minuten, eentje van nog geen drie en eentje van bijna een kwartier. Op de een of andere manier heeft Dice dergelijk lange nummers nodig om hun mengeling van neo-prog en spacerock te laten gedijen. Hoewel de band nooit vooraan heeft gestaan bij het uitdelen van de spektakel, hebben Nóvé en consorten de luisteraar altijd weten te boeien met fraaie melodieën en een hoop variatie. Vooral het smaakvolle gitaarwerk van Peter Viertel die klinkt als een kruising tussen Frank Borneman (Eloy) en David Gilmour (Pink Floyd) gooit keer op keer erg hoge ogen.
Op “Twentaurus” is het hele pakket met aantrekkelijkheden een beetje kleiner. Het is of de sleet er wat in is gekomen. Zo ligt er vanaf de eerste noten een bepaalde matheid over het album die lange tijd blijft hangen. Wijt dat aan de composities. Het ene moment is de muziek te eentonig en richtingloos. Dan weer lijkt het of je een paar muziekjes door elkaar heen hoort, hoewel het ritmisch en tonaal tiptop in orde is. Hoor ik nu een album van Fruitcake met die superlijzige zang of staat er nog een plaat van Eloy op en kan iemand even dat album van Toots Tielemans afzetten? Ondertussen doet gitarist Viertel weer mooie dingen maar voordat je het door hebt ben je al over de helft van “Twentaurus” heen. Het is allemaal erg weinig verheffend. Ook het vertrek van saxofonist/fluitist Jens Lübeck is een enorme aderlating voor het kosmische bandgeluid. Mondharmonicaspeler Thomas Hanke heeft zich een slag in de rondte geblazen om alle gaten te dichten en hoe goed hij ook is, zijn bijdragen zijn eigenlijk too much ook al is hij nu full time bandlid.
Dice doet niet moeilijk. Het album kent twee pakkende nummers, The Darkness Of The Universe en The one And Only. Eerlijk gezegd grijpen deze tracks mij juist helemaal niet, waarschijnlijk omdat het er te dik bovenop ligt. Wat me nog een beetje weet aan te spreken is de lange afsluiter Time Takes Time, waar Dice weer enigszins de glorie heeft van eerdere albums. Met dit nummer wordt trouwens pijnlijk duidelijk waar de schoen wringt. De heren kunnen beter dan dat ze laten horen.
“Twentaurus” is een matig album van een evenzo matige band. Het materiaal heeft de allure om op een debuut te staan van een beginnend bandje en niet op het jubileum van een 40-jarige. Leuk voor een verloren uurtje op de vrijdagmiddag. Ik kan er echt niet meer van maken, misschien dat neef Jan uit Leiden er iets mee kan.
Dick van der Heijde