De vorige keer dat ik voor uw favoriete website over Dirge schreef raakte ik door mijn enthousiasme de leesbaarheid van mijn recensie enigszins uit het oog; indertijd was ik nog jong en onbezonnen. Na wat interessante redactionele discussies maakte ik wat ik toen beschouwde als een knieval aan mijn criticasters en leverde ik – welks een offer! – een herschreven versie in, die toen terstond alsnog gepubliceerd werd – doch ik voelde mij gekrenkt in het diepst van wat ik toen nog beschouwde als mijn schrijversziel. Dat gevoel ging vanzelf over terwijl ik achter mijn oren droger werd, en toen ik als voorbereiding op deze recensie nog eens mijn eerdere stukje bekeek moest ik een beetje gniffelen om mijn eigen parmante geparadeer van toen. Enfin, door zijn fouten leert men, en ik geloof dat mijn inmiddels terugwijkende haarlijn zich heeft uitbetaald in een beetje Wijsheid der Jaren (en een woeste baard, maar die heeft verder geen betrekking op deze recensie). Waarom deze anekdote? Wel, net zoals mijn schrijverij enige groei heeft vertoond de afgelopen jaren is Dirge op hun nieuwe album, “Elysian Magnetic Fields”, nu nog beter dan voorheen.
De stijl van Dirge is niet bijzonder veel veranderd; de term “uitvaartmetal” die ik als jongeling bedacht voor mijn recensie van “And Shall The Sky Descend” vind ik nog steeds toepasselijk. Op “Elysian Magnetic Fields” staan weer een aantal uitgesponnen postmetalcomposities in mineur die meer bestaan uit texturen en atmosferen dan uit melodietjes en dergelijke. Als zodanig bevindt de groep zich nog steeds in de hoek van bands als Neurosis en Isis, waarbij gesteld moet worden dat het gezelschap kwalitatief zonder meer kan wedijveren met deze bekendere groepen.
Wel wordt “Elysian Magnetic Fields” gekenmerkt door een aantal veranderingen op detailniveau. Zo is het gebruik van samples, elektronica en toetsen toegenomen, wat de muziek net iets gevarieerder maakt dan op de vorige albums. Ook komt de muziek hierdoor vaak wat grootser over: luister bijvoorbeeld naar de woesj-geluiden in Cocoon of de pulserende ruis in Sandstorm. Tevens is er wat meer aandacht voor cleane zang, waardoor een nummer als Morphée Rouge wellicht iets toegankelijker is dan het oudere werk van de band. Door deze ontwikkelingen klinkt het geluid een stuk uitgekristalliseerder en wat minder zompig dan vroeger.
Los daarvan zijn de composities simpelweg erg goed. Kenners van dit soort progmetal weten dat muziek zoals Dirge die maakt voornamelijk een kwestie is van verschillende muzikale patronen die over elkaar schuiven en zo op verschillende momenten een andere atmosfeer en een andere dynamiek creëren. Goede postmetal is in deze zin een vorm van plaattektoniek: zoals aardplaten over elkaar schuiven en daardoor aardbevingen en vulkaanuitbarstingen kunnen veroorzaken, bestaat de muziek op “Elysian Magnetic Fields” door de onophoudelijke wrijving tussen de lagen uit een continue beweging tussen rust en uitbarsting, muziek en noise. (En ja, schrijven over muziek zonder ingewikkelde vergelijkingen is welhaast onmogelijk.) Dirge verstaat de kunst van het seismologische musiceren uitstekend.
“Elysian Magnetic Fields” laat een band horen die tot de absolute top van zijn genre behoort. De spannende muziek is uitgewerkt als nooit tevoren, en laat zo horen dat Dirge, ondanks de hoge kwaliteit van vorige albums, nog altijd weet te groeien en zich te ontwikkelen (een beetje zoals mijn baard). Liefhebbers van postmetal en van spannende muziek in het algemeen moeten deze plaat dan ook niet aan zich voorbij laten gaan.
Christopher Cusack