Ofschoon het Parijse Dirge naar eigen zeggen al sinds 1994 aan de weg timmert, heb ik deze Franse band pas met de heruitgave van “And Shall The Sky Descend” leren kennen. In zijn besprekingvan dit opnieuw uitgebrachte album noemt mijn geëerde collega Christopher Cusack de muziek van Dirge ‘uitvaartmetal’ en ik kan me eerlijk gezegd best in deze typering vinden. Ook “Wings Of Lead Over Dormant Seas”, alweer het vierde plaatwerk van de heren B. (drums), D. (samples), L. (gitaar), M. (basgitaar) en T. (gitaar en zang), leent zich namelijk bij uitstek voor dergelijke gelegenheden.
Mijn recensie-exemplaar van “Wings Of Lead Over Dormant Seas” telt slechts vijf tracks, variërend in lengte van bijna drie tot ruim negentien minuten, waarbij er drie (royaal) boven de tien minuten klokken. Ik schrijf hier bewust recensie-exemplaar, want de versie die in de winkels ligt bevat een extra disc met het meer dan een uur durende titelnummer van de plaat. Deze bespreking heeft dan ook enkel betrekking op de eerste disc van deze dubbelaar, maar ik vermoed dat de muziek op de andere schijf in het verlengde zal liggen.
Op dit nieuwe album brengt Dirge ijzingwekkende, neerslachtige postmetalen sludge ten gehore die mij niet zelden doet denken aan Cult Of Luna, Isis, Jesu, Neurosis, Pelican en Red Sparowes. In de drie langgerekte, meeslepende muziekstukken heeft het ensemble klaarblijkelijk voornamelijk het voornemen steevast een spanningsopbouw in het leven te roepen om deze vervolgens zo lang mogelijk op te rekken. De vaak traag voortbewegende stukken lijken aanvankelijk mogelijk ietwat voorspelbaar of zelfs saai, maar na meerdere beluisteringen kan ik dat met klem tegenspreken. Omdat de vijf heren van Dirge veelvuldig met dynamiekwisselingen in de weer gaan, kunnen ze immers voldoende variatie in hun atmosferische muziek aanbrengen.
“Wings Of Lead Over Dormant Seas” is dan ook een typische groeiplaat. De vele subtiliteiten die het kwartet alleszins in zijn muziek weet te interpoleren openbaren zich immers pas na meerdere, liefst minutieuze luistersessies. Dit betekent dat de zes composities op deze dubbelaar beslist een zekere toewijding en inspanning van de luisteraar verlangen, maar ik vermoed dat dit geen enkel probleem zal zijn voor het merendeel van de lezers van dit digitale muziekmagazine. Indien de luisteraar niet aan deze criteria kan voldoen, vrees ik dat de fijnzinnigheden grotendeels verloren zullen gaan en dat de muziek bijgevolg zijn aantrekkingskracht terstond zal verliezen.
Met veelal zwaarmoedige, onheilspellende klanken voert Dirge de trouwhartige toehoorder langs uitgestrekte, postapocalyptische geluidslandschappen met diepe dalen en hoge pieken. Dit gebeurt niet met een snelle, ultramoderne vierwielaangedreven SUV, maar met een ouderwets, enkelspans paard en wagen. Door deze trage, lome meerlagigheid klinkt het ensemble op dit album bijgevolg loodzwaar en moddervet (om maar eens een paar clichés naar boven te halen), maar doet dat zonder daarbij in een drassige ondergrond van wanordelijke geluidsbrij vast te komen zitten.
Hoewel de vijf Fransen mijns inziens (nog) niet kunnen wedijveren met de zwaargewichten uit deze klasse, ben ik toch behoorlijk onder de indruk van “Wings Of Lead Over Dormant Seas”. Liefhebbers van voornoemde bands kunnen dan ook deze plaat zonder enige aarzeling aanschaffen, maar ook fans van melancholische metal in het algemeen zullen aan dit album zeker geen miskoop beleven. Liefhebbers van opgewekte en/of vreugdevolle muziek boordevol allerlei tempowisselingen kunnen deze metalen begrafenismuziek dan weer beter uit de weg gaan.
Frans Schmidt