Discipline. is een tragische groep. Niks klopt aan deze band en toch behoort het zo te zijn. De discografie van Discipline. bestaat slechts uit twee officiële studioplaten. Dat hadden er zoveel meer kunnen zijn. Nee… herstel, dat zouden er zoveel meer moeten zijn. Nee… ook weer niet goed, het had prettig geweest als het er meer waren, maar de aandachtige luisteraar weet dat het er niet meer hadden kunnen zijn. Ben je er nog?
In de kinderjaren van Discipline. was deze groep op zeer bescheiden schaal niets minder dan een sensatie. Hier was eindelijk een groep die de erfenis van Genesis, compleet met het op een originele manier nabootsen van de versierpartijen van Peter Gabriel, op een juiste wijze naar het podium wist te transformeren. En niet alleen dat, de Amerikaanse band wist op een unieke wijze de ingrediënten van Genesis te vermengen met invloeden van Marillion, Van Der Graaf Generator en Barclay James Harvest (ja, echt!). En dan ook nog (ja, ja) een eigen stijl ertussen weten te proppen, dat lukte Discipline. ook bij de live-optredens en ze slagen er ook in op hun fabuleuze debuut uit 1994. Dat is dus “Push & Profit”, het voornaamste onderwerp van deze recensie.
Natuurlijk bekijkt de progliefhebber van vandaag de dag in hindsight naar “Push & Profit”. Dan hoor je prachtige muziek, evenwichtige singer-songwriter symfo en je kan achteraf makkelijk de conclusie trekken dat 1. deze groep niet een lang leven beschoren zal zijn en 2. Matthew Parmenter vast solo zal gaan ooit.
Het zal duidelijk zijn dat Matthew Parmenter niet alleen de meest gezichtsbepalende figuur is binnen Discipline., maar ook verreweg de belangrijkste wat betreft het compositorische gedeelte. Weliswaar zijn de toetsen op dit debuut nog in handen van de later vertrokken toetsenist David Krofchok en speelt Parmenter niet veel viool, fluit of gitaar, de toon wordt toch door Parmenter gezet. Dat gebeurt door de ijle vioolklanken die het begin vormen van de plaatopener Diminished, die – alhoewel nergens terugkerend – de onderhuidse spanning aanbrengt die de muziek van Discipline. zo kenmerkt. Muzikaal gezien is er eigenlijk niets vreemds aan Discipline.. Het is de combinatie van het stemgeluid van Matthew Parmenter, dat wat aan een gemakkelijk zingende Peter Hammill doet denken, plus de wat naargeestige en zwaar kritische teksten van hem die ervoor zorgen dat één en ander toch ongemakkelijk aanvoelt.
Opvallend is dat bijna iedere Discipline. of Matthew Parmenter-fan “Unfolded Like Staircase” hoger acht dan het debuut “Push & Profit”. Door het zware gewicht van eerstgenoemde lijkt de kracht en de schijnbare eenvoud van het onderwerp dezer recensie wat ‘vergeten’ te worden. Feit is dat “Push & Profit” een meesterwerk is van een hele andere orde. Is “Unfolded Like Staircase” een meesterwerk vanwege het geheel, “Push & Profit” is een meesterwerk vanwege de afzonderlijke delen. Deze plaat vormt, in tegenstelling tot de illustere opvolger, nooit een geheel, maar de afzonderlijke nummers zijn zo goed, dat een herwaardering van deze klassieker op zijn plaats is. Feitelijk voelt “Push & Profit” als een haastig samengestelde ‘best of’ van een groep uit het verleden, een constatering die niet ver bezijden de waarheid ligt, daar de composities stammen uit perioden strekkend van 1987 tot 1993. Ikzelf acht de opvolger ook hoger dan het debuut, maar gek genoeg draai ik de laatste liever. De verklaring daarvoor zoek ik in het feit dat “Unfolded Like Staircase” zo zwaar op de maag ligt en dat je “Push & Profit” wat meer voor de lol kan opzetten. De plaat is dus veel gemakkelijker te verteren en waar je voor “Unfolded Like Staircase” een beetje een fijnproever moet zijn, meen ik dat bijna iedere progfan “Push & Profit” wel lust. Tenminste, als je Parmenter kan verdragen. Want je haat ‘em of je houdt van hem.
De opbouw en structuur van “Push & Profit” is eenvoudig. De acht composities wisselen elkaar af in tempo en sfeer. Een rustig nummer als Systems wordt gevolgd door het drukke Blueprint, tevens het enige instrumentale nummer. Ik vind de rustige nummers, de ballades zo je wilt, in eerste opzicht aantrekkelijker, maar dat is slechts schijn. Een rustige nummer als Carmilla kent een heftig tussenstuk met een geweldige en ook zeer heftige gitaarsolo van John Preston Bouda. Aan de andere kant kent een naar verhouding druk nummer als The Reasoning Wall een alleraardigst toetsenthema halverwege. Samenvattend kan je zeggen dat de composities van de cd de luisteraar trakteren op volwassen, uitgewerkte melodieën samengesteld uit of afgewisseld door de meest prachtige thema’s. Elk van de acht nummers heeft wel op meerdere plaatsen een verstopt thema of een naarstige overgang, waarvan je denkt: oh, wat mooi. Neem als voorbeeld America. Niet alleen heeft dit nummer een prachtige basismelodie, maar als je let op de vernuftige arrangementen, de listige ritmes en prachtige akkoordenschema’s die men gebruikt, dan kan je alleen maar onder de indruk zijn.
Het tragische karakter van Discipline. heeft ook een positieve keerzijde. Het gaat goed met Matthew Parmenter. Hij heeft in 2004 een uitstekende solo-cd, “Astray”, afgeleverd en doet ook weer solo-optredens. We vreesden even voor zijn mentale staat, maar hij heeft zich uit het dal omhoog weten te werken. De magie van Discipline. is weg, maar Parmenter zal ons te allen tijde een spiegel blijven voorhouden. De andere positieve keerzijde is dat we in de vorm van Discipline. twee klassiekers kennen die weliswaar nog niet veel progfans kennen, maar dat worden er steeds meer. En wat hebben we nou liever: kwaliteit of kwantiteit?
Markwin Meeuws