Vier jaar na het solide, gitaargedomineerde debuutalbum “The Screw-Loose Entertainment” en twee jaar na het vrijmoedig geïmproviseerde “Libertage” (opgenomen met gitarist Sergei Bagin in plaats van Yury Alaverdyan), komt Disen Gage in november 2008 met zijn derde langspeler op de proppen. Daar het Russische viertal in het boekje van dit album zijn grote bewondering laat blijken voor beroemdheden als Douglas Adams, Georgi Daneliya, Claude Debussy, Joseph-Maurice Ravel en John Wetton krijgen we als luisteraar al enig idee wat we hier mogen verwachten.
“…The Reverse May Be True” telt tien, grotendeels instrumentale nummers, variërend in lengte van ruim drie tot meer dan acht minuten. Na grondige beluistering blijkt het album muzikaal gezien wat meer terug te grijpen op de compacte werkwijze van “The Screw-Loose Entertainment” dan op die van “Libertage”. Desalniettemin hoor ik soms ook wat terug van het ongebreidelde improviseerwerk van laatstgenoemde, maar het kwartet lijkt nu duidelijk voor meer structuur en organisatie gekozen te hebben. Dat is misschien maar goed ook, want waar het tweede album af en toe enigszins in een warboel kan ontaarden, blijft deze plaat in de regel aan de goede kant van de streep.
Het album bevat een even kleurrijk als gewaagd mengsel van elementen uit verschillende genres als avant-garde, etnojazz, filmmuziek, Oost-Europese folk, fusion, garagerock, progressieve rock en psychedelische rock. De tien muziekstukken op “…The Reverse May Be True” klinken bij benadering als een soort kruisbestuiving van Djam Karet, King Crimson en Frank Zappa. Ingewikkelde, hechte instrumentaties, razendsnelle ritmes en enerverende melodieën worden immers hier, ogenschijnlijk zonder enige moeite, met een zeker gevoel voor humor en ironie ten gehore gebracht. Mede om die reden blijft de instrumentale muziek steevast afwisselend, zodat de kans op eentonigheid heel wat kleiner wordt.
Met het verrukkelijk uitdagende, soms weemoedige “…The Reverse May Be True” maakt Disen Gage een flinke stap voorwaarts, waarmee het kwartet zich meer dan uitstekend revancheert op het best chaotische “Libertage”. Hoewel ik dit album nog eventjes moet laten bezinken, is het dan ook niet ondenkbaar dat deze schijf zal kunnen uitgroeien tot mijn favoriete plaat van één van de meest originele progressieve rockbands uit Rusland.
Frans Schmidt