Diverse Artiesten

Canossa: The Rock Opera

Info
Uitgekomen in: 2006
Land van herkomst: n.v.t.
Label: Ma.Ra.Cash Records
Websites:
http://www.mangalavallis.it
www.arcanoise.com
http://www.tramasonora.net
www.sequencer.it
MySpace: -
Tracklist
Del Nascere Di Un Castello (2:03)
Mangala Vallis - Pietra Su Pietra (6:18)
Adelaide (1:40)
Trama Sonora - La Regina (6:28)
Goffredo Il Gobbo (1:36)
Sequencer - Danza Di Matilde E Goggredo (7:36)
Matilde Ed Enrico (1:44)
Arcanoise - Tre Giorni (10:57)
Del Combattere L'Imperatore (2:08)
Type - La Battaglia (4:14)
Ludovico Ariosto (1:29)
Oltremare - Il Poeta (10:32)
Com Nulla Muolle (1:43)
Master Experience - Il Suo Richiamo (10:12)
Mangala Vallis:
Enzo Cattini: toetsen
Gigi Cavalli Cocchi: drums, percussie
Mirco Consolini: akoestische gitaar, basgitaar
Fabio Dora: zang
Nicola Milazzo: electrische gitaar
Ricardo Sgavetti: basgitaar
Trama Sonora:
Marcello Bassoli: basgitaar, drums
Claudio Bianchini: akoestische gitaar
Fulvio Ferrari: toetsen, klarinet
Greta Fornasan: zang, basgitaar
Marco Scolari: elektrische gitaar
Sequencer:
Deborah Carbelli: dwarsfluit
Christian Cavazzoni: gitaar
Paolo Gargalli: toetsen
Roberto "Robbie" Magnadi:  leadzang
MassÄ­mo "Mammo" Morini: basgitaar
Claudio Tirelli: drums
Arcanoise:
Andrea Barbarossa: basgitaar
Samuel Benaouti: gitaar
Andrea Gozzi: toetsen
Allesandra Rossi: zang
Simone Sofi drums
Type:
Michelle Lambertini: gitaar
Domenico Quintino: toetsen
Marco Schialti: drums
Oltremare:
Lorenzo Campani: zang
Diccol Bossini: gitaar
Mauro Casolaro: drums
Michele Casolaro: toetsen
Federico Rivari: basgitaar
Master Experience:
Matteo Benneventi: zang
Marco Bonetti: basgitaar
Dennis Castellari: drums
Matteo Catellani: toetsen
Luca Margini: gitaar
Canossa: The Rock Opera (2006)

Herr Otto von Bismarck, een berucht Duits staatsman uit de 19e eeuw, deed tijdens een Rijksdagzitting de uitspraak: ‘Nach Canossa gehen wir nicht’, waarmee hij bedoelde ‘We gaan ons niet onderwerpen, we leggen het hoofd niet in de schoot’. Die opmerking, die inmiddels is verworden tot een erkende uitdrukking, sloeg op een gebeurtenis van enkele eeuwen daarvoor.

De Duitse keizer Hendrik IV (keizer van 1056 tot 1106) begon een strijd met paus Gregorius VII over het recht om hoge geestelijken met hun ambt te bekleden (de zogeheten Investituurstrijd), waarop Hendrik IV de paus liet afzetten. Deze deed hem vervolgens in de ban en verklaarde hem vervallen. Om van die ban te worden ontheven moest Hendrik vergiffenis afsmeken aan Gregorius. Op het moment dat Hendrik dat wilde doen had de paus zich teruggetrokken in de burcht Canossa. Hendrik volbracht de kerkelijk voorgeschreven boete door op drie achtereenvolgende dagen in boetekleed en blootsvoets voor de poort van dit kasteel te verschijnen. Hoewel het vernederend was voor de keizer om zich aan de paus te onderwerpen, leed de paus een grotere nederlaag dan de keizer: hij was genoodzaakt de keizer van de ban te ontslaan.

Vanwaar deze geschiedenisles?

Simpel, ik als groot liefhebber van Italo-prog heb me met plezier laten onderwerpen aan de geweldige jaren ’70 symfostijl van het hier te bespreken album. Deze hedendaagse plaat, die gepresenteerd wordt als zijnde een rockopera, is min of meer een verzamelaar met onbekende Italiaanse groepen, die bezwangerd zijn door het rijke verleden met bands als PFM, Banco en Le Orme, want behalve Mangala Vallis zullen de overige zes Italiaanse bands bij weinigen een belletje doen rinkelen. Mmm… dat is spekkie voor het bekkie van de ware progger die altijd op zoek is naar nieuwe ontdekkingen.

Het concept is (hoe kan het ook anders) gebaseerd op het hoog in de bergen van de Italiaanse provincie Reggio Emilia gelegen kasteel. Het gaat vooral om de geschiedenis betreffende de bewoners van deze burcht door de jaren heen. Het multi- mediagedeelte bevat dan ook een lap tekst over het verhaal waar ik nog duizelig van ben zo groot. Het ontbreekt deze rockopera dus aan een consistent verhaal maar aan coherentie geen gebrek. Zo is alle zang in het magnifieke Italiaans en voorafgaand aan elk nummer is een stemmig intermezzo geplaatst. Deze tussenstukjes bevatten fraaie orkestrale synthesizerklanken met daaroverheen de warme vertelstem van Mangala Vallis drummer Gigi Cavalli Cocchi die met z’n typisch Italiaanse passie de nummers heerlijk aaneen smeedt. Tevens is Cocchi producer van het album en belangrijker nog, hij heeft dit alles bedacht. Waag het niet om kritiek te leveren op man’s initiatieven, want dan krijg je met mij te doen. Toch is er een aspectje aan deze cd waar een ieder unaniem kritiek op zal hebben en terecht. Zelfs met de beste bril ter wereld vallen de hiërogliefen op zowel het hoesje als op het multi-mediagedeelte praktisch niet te lezen.

Na een korte intro op toetsen en de eerste intermezzo bijt Mangala Vallis het spits af met het verrassende Pietra Su Pietra. Mangala Vallis opent dit nummer met een tamelijk ingetogen stuk vol orgel en akoestische gitaar. Voor de anders zo bombastische band is dit een ware gezichtsverandering die ze goed staat. Met een lekkere synthsolo lijken de heren het goede voorbeeld te willen geven aan de nog onbekende bands die komen gaan. Moeiteloos vinden deze aansluiting bij de toch wel gerenommeerde retro-proggers van Cocchi en consorten. Wat heeft die Cocchi toch een neusje voor talent. De meeste krediet moet hier echter uitgaan naar de bands zelf die op een onbevangen manier hun ding hebben gedaan. Trama Sonora komt met het indrukwekkende La Regina, waar de bassiste tevens de leadzangeres is. Ze kan aardig zingen en haar basspel is ook aardig, maar de echte uitblinker is het liedje zelf, een nummer dat ruimte biedt aan een gaaf toetsenthema, een stemmige passage met klarinet en een dijk van een gitaarsolo.

Mijn persoonlijke favoriet is het goed gevarieerde Danza Di Matilde E Goggredo van Sequencer. Knallend zet de intro in op een dusdanige wijze dat je een gothic-nummer zou verwachten. Wat volgt is echter een zeer toegankelijk, uiterst melodieus stuk waar een Marco Borsato geheid een mega-hit mee zou scoren. Sterk is het instrumentale gedeelte waar een aansprekend orgelthema het motief vormt voor veel moois.

Dat de toegankelijkheidsfactor van dit album behoorlijk hoog is, komt mede door de neo-proggy bijdrage van het met ontwapenende vrouwenzang voorziene Arcanoise. Tré Giorni is een prettig nummer in de lijn van Aries en Mostly Autumn.

Type
is daar net op tijd om daar met hun La Battaglia precies genoeg weerbarstigheid in het album aan te brengen. Deze zeer King Crimson-achtige compositie is met z’n 4 minuut 14 aan de vrij korte kant in vergelijking met het overige materiaal dat vrij royaal geproportioneerd is. Ik heb desalniettemin nergens het idee dat de bands lijden aan rekkeritis of behept zijn met het syndroom van Ravensburger.

Het is opmerkelijk dat de cd blijft boeien tot het einde daar de meeste bands die op deze bijna 69 minuten durende schijf staan onbekend zijn. Oltremare pakt je met het Pallas-achtige Il Poeta helemaal in. Zanger Lorenzo Campani verdient een enorme pluim voor hetgeen hij verricht. Zijn vocalen zijn uitmuntend en de synthesizersolo die Michele Casolaro eruit riedelt is magnifiek.

Master Experience bezorgt de plaat met het rijkelijk in de baspedalen gezette Il Suo Richiamo een slepend slot. In dit nummer proberen door progmetal beïnvloede momenten het beeld trouwens wat te misleiden.

Het is haast aandoenlijk om de bands in de ruines van het in 1250 verwoeste kasteel te zien zitten. Voor de goede orde heb ik de website van sommige bands in het linker rijtje geplaatst. Hou ze goed in de gaten!

Dick van der Heijde

Send this to a friend