Dogstar Poets

Off-Planet

Info
Uitgekomen in: 2002
Label: Aftermath Records
Website: Dogstar Poets Website
Tracklist
Burning Bridges (6:53)
Karmakaze (5:08)
Avalon Mists (8:56)
Turn That Wave (11:52)
Dear John (4:08)
Magic Mile (3:15)
Passion Play (9:25)
Fare Thee Well (6:49)
David Duhig: gitaar, toetsen, "secret sounds", elektronische percussie
Glyn Havard: bas, zang

Met medewerking van:

Brian Imig: dulcimer
Dave Lewis: drums en percussie
Allan Price: tablas
Off-Planet (2002)

 Er zijn twee platen die je als recensent hoopt te mogen bespreken: de beste en de slechtste plaat van het jaar. En omdat de beste in 2002 aan mijn neus voorbij ging, ben ik bijzonder blij met deze cd, want het is zonder competitie de beroerdste plaat die ik van dit jaar, of misschien zelfs de afgelopen tien jaar, gehoord heb. Of beroerd, eigenlijk schort het maar aan twee ingrediënten: het materiaal en de uitvoering. De rest is zelfs uitstekend.

De Dogstar Poets zijn David Duhig en Glyn Havard, wier enige echte verdienste is dat ze in 1972 uit Jade Warrior stapten. Sindsdien heeft de wereld weinig van ze vernomen tot deze mijlpaal. Duhig heeft zich in de Glastonbury-scène gestort en maakt zich druk over graancirkels en ufo’s, Havard heeft in onbetekenende punkbandjes gespeeld en is daarna op het platteland gaan wonen. Waarom deze oude lullen deze plaat hebben gemaakt is me een raadsel maar ik ben ze natuurlijk wel heel dankbaar.

Eerst maar even over het materiaal. Of liever: het gebrek aan materiaal. Van de acht nummers op de plaat is er niet één waar ook maar een fatsoenlijk liedje achter schuil gaat. In de meeste gevallen komt er na een vreselijk lange intro een intens kinderachtig wijsje, dat gebaseerd is op twee, maar liever op één akkoord. Omdat die akkoorden zelfs voor het refrein niet willen wijken ontstaan er nummers die ergens beginnen en – goddank – weer ergens eindigen maar waarin verder niets gebeurt. Karmakaze lijkt wel een beetje op een liedje van Nik Kershaw en Passion Play heeft dezelfde sfeer als stukken van David Sylvian. Verder verzint de eerste de beste amateur-band betere composities dan deze oude rotten. Daardoor is “Off-Planet” een hopeloos saaie plaat.

Wat ‘m ècht slecht maakt, zijn de muzikale uitspattingen van vooral Duhig. Glyn Havard mag er dan uitzien als Mient-Jan Faber, hij kan wel lekker vet bassen en hij heeft een stem die min of meer geschikt is voor laidback repertoire. Hij mist alleen de capaciteiten om van slappe liedjes iets spannends te maken.

De grootste vervuiler is gitarist en toetsenspeler Duhig. Allereerst heeft hij de neiging de muziek vol te proppen met vervreemdende elementen, of secret sounds. In feite wil dat zeggen dan Duhig op de achtergrond wat staat te klunzen met zijn effectenrek. Voortdurend lijken er twee liedjes door elkaar te draaien, zo a-ritmisch en dissonant zijn die geheime geluiden. Ook zijn toetsenpartijen lijken soms voor andere liedjes bedoeld te zijn dan waarin ze opduiken. Zo duikt er in de rustige brug van het verder verwaarloosbare Avalon Mists opeens een geluid op alsof er honderd Tubular Bells van een lange trap gestort worden. Onverklaarbaar!

Absoluut dodelijk is Duhig’s gitaarspel. De gitaar klinkt bijna voortdurend als een zieke olifant die in een echoput staat te kotsen. Duhig heeft geen enkel gevoel voor ritme, is een beetje toondoof en kan geen inventieve gitaarpartijen verzinnen. Hij kan alleen maar eindeloos over de nummers heen soleren, vals, wezenloos en oninteressant of opwindend. Die keren dat hij zijn gitaar laat zingen klinkt het verdacht veel als “jodeléhieieie”. Kennelijk vindt Havard het allemaal fantastisch, want hij geeft Duhig alle ruimte. Liedjes die in drie minuten voorbij hadden kunnen zijn, zoals Turn That Wave, worden opgerekt tot rond de tien minuten om ruimte te maken voor die lamlendige scheursolo’s.

Het enige lichtpuntje op de hele plaat is de mooie dulcimerpartij van Brian Imig op Fare Thee Well, maar gelukkig “frippertronict” Duhig dat nummer in het ellendig lange uitro vakkundig aan gort. Ook andere potentieel aardige momenten weet hij met zijn zielloze gerag op de Stratocaster gitaar te verzieken.

Het is dan ook te hopen dat de Dogstar Poets niet elk jaar een plaat als deze gaan uitbrengen. De kans dat andere bandjes dan ooit nog aanspraak mogen maken op de zeperd van het jaar wordt zo wel erg klein.

Erik Groeneweg

Send this to a friend