Het is ze weer gelukt! Wederom heeft een nieuwe plaat van Dream Theater geleid tot verhitte discussies binnen de vrij conservatieve proggemeenschap. En waarom? Het album zou teveel richting metal gaan en te weinig progressieve elementen bevatten. Hoezo? Dat was nou juist de bedoeling van de heren. Het moest een klassieke metalplaat worden. In die opzet zijn de heren dan ook uitstekend geslaagd, zonder daarbij het melodieuze aspect en de muzikale diepgang uit het oog te verliezen. Dat inzicht komt echter pas als je meerdere malen bent meegereisd met deze “Train Of Thought” en je de verschillende wagons uitvoerig hebt geïnspecteerd. Neem alles goed in je op, dan zal blijken dat onder die keiharde buitenlaag nog heel wat moois verborgen zit. Stap in en laat je overtuigen.
We betreden de eerste wagon As I Am en worden na een kort intro plotseling overrompeld door de logge, van Black Sabbath geleende, gitaarrifs van hoofdmachinist John Petrucci en de mokerslagen van houthakker en co-machinist Mike Portnoy. As I Am is misschien wel het beste nummer dat Metallica nooit gemaakt heeft. We verplaatsen ons naar This Dying Soul, een logisch vervolg op “The Glass Prison” van het vorige album “Six Degrees Of Inner Turbulence“. Vandaar dus deel IV en V. Een heerlijk fel en agressief werkstukje met oosterse melodielijnen, vervormde zang en tintelende toetsenriedels van eerste conducteur Jordan Rudess. Er is goed gespiekt bij Tool en de waanzinnige drumpartijen nemen zelfs af en toe Slayer-achtige vormen aan. De supersnelle gitaarsolo’s spetteren alle kanten op en laten een uitgebrand treinstel achter.
Noodgedwongen verkassen we naar Endless Sacrifice, dat rustig begint met ingetogen toetsenwerk en gevoelige zanglijnen van hoofdconducteur James LaBrie, die op deze cd in topvorm is. Gaan we dat ook nog eens tijdens een concert beleven? De rust wordt abrupt verstoord door loodzware gitaren. Het lijkt wel Machine Head door die typische afgeknepen gitaarpiepjes. Petrucci heeft duidelijk de leiding in handen maar Rudess gooit ook nog een aardige dosis toetsen in de strijd. Wagon vier is Honor Thy Father, dat opvalt door het lange instrumentale intro waarin Portnoy nog maar eens een aantal bomen van het leven beroofd. De dieseltrein moet toch blijven draaien en regelmatig opgestookt worden. In deze song komen de Tool-invloeden nog meer bovendrijven en heeft het refrein nauwe familiale banden met Iron Maiden.
Gelukkig heeft deze trein ook een rookvrije coupe waar we tot bezinning kunnen komen. Vacant laat je heerlijk relaxen en heeft door de cello een sereen melancholisch sfeertje. Nauwelijks drie minuten later worden we al weer meegevoerd door de Stream Of Consciousness, een instrumentaal meesterwerkje. Opgebouwd rondom een gitaarthema, dat mooi is door zijn eenvoud. Zelfs stille kracht en hulpconducteur John Myung mag hier even op de voorgrond treden en een aantal moddervette baslicks ten beste geven.
De laatste wagon heeft de prikkelende titel In The Name Of God meegekregen. Zou Mike Portnoy ook besmet zijn geraakt door het ‘Morse-virus’? Het lijkt er niet op, want in de tekst worden eerder de negatieve aspecten van een religie belicht. Het nummer begint met onschuldig gitaargetokkel maar slaat al snel om in een beukend metalen monster waarin ons machinistenduo al snel het heft in handen neemt. In het refrein waart de Queensrÿche-geest rond maar deze afsluitende krachtpatser wordt vooral gedomineerd door majestueuze en intelligente breaks.
Na een turbulente en indrukwekkende muzikale reis met deze “Train Of Thought” arriveren we op onze eindbestemming. Het was een vermoeiend en intensief avontuur maar we hebben wel met volle teugen van iedere minuut genoten.
Joost Boley