Zowat een jaar na het relatieve succes van “The Wild Places” werd “Streets Of Fire” de laan ingestuurd in een poging om de pas verworven roem te bestendigen. De wulpse dame die mede het succes van “The Wild Places” veroorzaakt had, werd evenwel bedankt voor bewezen diensten en dus kwam de last (nu ja…) helemaal op de schouders van Duncan Browne terecht die, zijn wat ongelukkig aangemeten playboy imago indachtig, alweer een beetje mistroostig voor zich uit zat te staren op de lp cover. Tja, van ‘miscasting’ gesproken, maar goed, het winnende team (Browne, Hymas, Giblin en Phillips) bleef ongewijzigd en dat was een bijzonder verstandige beslissing.Muzikaal gezien lag “Streets Of Fire” volledig in het verlengde van zijn voorganger. Geen echte verrassingen, dus, jammer genoeg ook geen echte uitschieters maar gelukkig ook geen uitschuivers. Een vrij homogeen album met alweer zeven songs en dus ook op dat vlak geen drastische koerswijziging. Fauvette is een frisse popsong, met een intro die wat wegheeft van Kayleigh (Marillion) maar vooral een eerbetoon is aan de fijne gitaarmens, Mark Knopfler geheten. American Heartbeat is meer van hetzelfde maar deze keer met een onmiskenbare knipoog naar het oeuvre van Anthony Phillips, nog zo’n muzikant die in die dagen een patent leek te hebben op het schrijven van heerlijke popsongs: prachtige melodie, knap refrein, luchtige arrangementen – tja, het is en blijft toch een teken van vakmanschap hoor! She’s Just A Fallen Angel werd iets te nadrukkelijk in het honing potje gesopt, maar verzuipt nog net niet door het knappe instrumentale slot.
De titeltrack is meer dan een verwijzing naar het van fusion doordrenkte Camino Real uit “The Wild Places” en is een uitgelezen instrumentaal sfeerstukje, waarop de vier muzikanten hun talenten ten volle kunnen etaleren. Structureel gezien vertoont het geheel wel wat zwakke plekjes, maar ze worden netjes gecamoufleerd. Browne’s meer exotische trekjes komen ook nu weer aan bod op het zuiders getinte Nina Morena, een voorzichtige aanzet tot enige flegmatieke heupbewegingen die evenwel nergens ontaarden in een stel ferme snokken vanuit de onderbuik. Een beetje onderkoeld, dat wel, maar toch behoorlijk stijlvol gebracht. Het sterkste nummer op “Streets Of Fire” heet Things To Come, dat een brug probeert te slaan naar de jaren tachtig. Lijzig stemmetje, weelderige synthesizerklanken, sprankelend gitaargeluid. Browne was ongetwijfeld klaar voor de ’things to come’ (muzikaal gezien, dan) maar het is er nooit van gekomen. (Restless) Child Of Change is een schuchtere poging richting hitparade maar strandt alvorens de zo betrachte haven van commerciële erkenning te bereiken. Een leuk pop deuntje maar meer ook niet. En toen ging het licht uit…
… althans voor een hele periode want Duncan Browne zou zich na het débacle van “Streets Of Fire” gaan toeleggen op het componeren van thema’s voor televisieseries, theatermuziek en dergelijke. In 1993 verloor hij de lange strijd tegen een slepende ziekte en daarmee viel het doek voor een gezegend zanger / liedjesschrijver die pas na zijn dood her en der erkenning kreeg. Vandaar ook dit postuum eerbetoon.
Piet Michem