Gedurende de eerste lockdown in 2020 begon Neal Morse liedjes te schrijven, die niet alleen meer singer-songwriter gericht zijn, maar smeken om samenzang en koortjes. Neal wist van Spock’s Beard dat zijn stem heel mooi klinkt samen met Nick D’Virgilio.
Neal Morse benaderde vervolgens Ross Jennings van Haken of hij geïnteresseerd was in dit project. Uiteraard was Jennings vereerd en zo was dit trio geboren. In het begeleidend schrijven haalt D’Virgilio herinneringen op van de Spock’s Beard tijd waar men in de tourbus Crosby Stills & Nash songs met elkaar zongen. Dat geeft al best goed de muzikale richting van dit driemanschap aan.
Op deze burelen en ook daar buiten is vaak gememoreerd dat Neil Morse bezig was met een herhalingsoefening. Kwalitatief goede muziek, maar we hadden dat al wel eerder gehoord. Ik kon daar erg mee instemmen. Maar de laatste paar jaar heeft Morse zich helemaal hervonden. En Neal laat dat wederom horen op deze nieuwe plaat. Want de muziek op “Troika” klinkt vooral fris en tijdloos. Nog even voor de duidelijkheid: dit zijn liedjes gemaakt door vooraanstaande proggers, het is (meestal) geen prog in de lijn van Spock’s Beard, laat staan Haken. Want voorop staat is het vakmanschap van deze mannen die wederom laten horen prachtige songs te kunnen schrijven.
Het driemanschap trapt zeer overtuigend af met het heerlijke Everything I Am. Ja, de CSN-invloeden liggen er bovenop, alsmede de gospel feel van dit nummer. Het tweede nummer is Julia. Dit interessante, breed uitgesponnen en fraaie nummer laat het beste van deze gelegenheidsformatie horen. Wat mij ook aanspreekt is dat de nummers in je hoofd blijven rond dwalen. Dat je (lees: ik) wakker wordt met het melodietje van Another Trip Around The Sun in je hoofd. Weer die gospel feel en een haast Beach Boys achtige vrolijkheid, met een vleugje nostalgie. En dat geeft een goed beeld van de muziek. De meeste nummers gaan de singer-songwriter kant op. Aangename liedjes met erg mooie samenzang en heerlijke koortjes.
Het nummer King For A Day valt op. Deze song gaat wel meer richting Spock’s Beard. Het is bovendien het meest symfonische nummer van deze plaat. Belangrijkste redenen hiervoor zijn meer elektriciteit, een fijne toetsensolo en de opbouw van het nummer. Een fraaie song. Second Hand Sons begint met wat ‘vuige’ gitaargeluiden. Nu begint het driemanschap zelfs wat te rocken en hoor je ook wat AOR-invloeden. Ik vind het wat te ééndimensionaal en verlang dan juist naar de singer-songwriter songs. Het mooiste bewaart dit driemanschap voor het laatst. Het nummer What You Leave Behind is helemaal in de CSN-sfeer en allemachtig hoe krachtig klinken de stemmen hier samen. De melancholie, de samenzang, de sfeer… tijdloos en fris.
Kortom, De heren D’Virgilio, Morse en Jennings laten zich van hun beste kant zien op deze plaat. Ik schrijf in deze recensie dat het om een ‘gelegenheidsformatie’ gaat. Ik kan alleen maar hopen dat ik het mis heb. Uitstekende plaat.