Dyonisos

Dyonisos

Info
Uitgekomen in: 2006
Land van herkomst: Verenigde Staten
Label: Mals
Website: http://www.soundclick.com/dyonisos
MySpace: Dyonisos
Tracklist
Prologue (3:42)
Moanalua Gardens (5:50)
Keahiakahoe (3:49)
Sunset On The Ridge (3:41)
Omega Moonlight (1:50)
We Will Never Leave This Place (6:24)
I'm Ready Now (4:34)
The Phone Call (5:14)
Haiku (7:51)
Come Along For The Ride (4:55)
Total Eclipse (4:21)
Crossing The Rainbow (3:29)
Wantok Payback (4:31)
The Guitar On The Hill (5:28)
The Mr. Hagen Show (3:38)
Juxtaposition (1:19)
Makakilo Sky (6:00)
Dan Cowan: gitaren, toetsen, zang, vocoder, drums, bas, mellotron
An Incidental Collection (2007)
Dyonisos (2006)
The Absolute Center Of Nowhere (2001)
Justaposition (2001)
Haiku (2001)

Er is ons bij Progwereld wel eens de vraag gesteld waarom wij zoveel bands toch met het instituut Pink Floyd vergelijken. Nu is de vraag stellen hem eigenlijk al beantwoorden. Het is niet zo dat wij bands graag willen vergelijken met Floyd maar het is meer zo dat gewoon veel bands maar al te graag willen lijken op Pink Floyd. Zo ook éénmansformatie Dyonisos. Dyonisos, alias Dan Cowan, heeft met het gelijknamige album zijn vierde plaat op de progmarkt losgelaten. Het gehele kwartet aan platen is beïnvloed door de sound van Floyd tot en met klassieker “Dark Side Of The Moon” en weer terug. Op deze release is vooral de sound van “Meddle” te horen. Het gevaar met dit soort ’tribute-achtige’ taferelen is dat je meer bezig bent met het vergelijken, dan een objectieve recensie te schrijven. Ik ga het toch gewoon maar proberen al kan ik niet beloven dat de groepsnaam Pink Floyd niet meer zal vallen.

Dan Cowan dus, al de geluiden die in meer dan zeventig minuten naar je toegeworpen worden komen van zijn hand. Enkel bij het liedje Sunset On The Ridge heeft hij tekstueel een beetje ondersteuning gehad van Linda Miller. Blijkbaar een control freak, deze man, die zijn groep heeft vernoemd naar één der Griekse mythologieën. Het album Dyonisos is een conceptalbum en het concept gaat, zoals zo vaak, over een fantasieverhaal in en rond de melkweg. Evenals andere door Floyd geïnspireerde groepen, zoals Porcupine Tree en Timothy Pure, maakt ook Dyonisos veelal gebruik van voice decoders. Nu is de stem van Dan Cowan ook niet zo erg sterk dus begrijpelijk is het wel. Helaas is dit ene keer een stuk sterker uitgewerkt (Moanalua Gardens) dan op andere momenten (Total Eclipse). Het geheel is behoorlijk spacy (om maar eens een mooi Neerlandsch woord te gebruiken) en melodieus. Het is goed te merken waarom Cowan maar liefst vijf jaar is bezig geweest met deze plaat. Je kunt horen dat er goed en lang over na is gedacht. Dat de man een aardig arsenaal aan computers thuis moet hebben lijkt mij, gezien de hoeveelheid aan geluidjes, vrij duidelijk. Het jammere daarvan is weer dat er meer achter de drumcomputer gezeten is dan achter de echt trillende vellen.

Het geluid grijpt opvallend vaak terug naar Floydiaanse nummers zoals One Of These Days en het overbekende Echoes. Vooral tijdens het tweede nummer Moanalua Gardens is dit erg sterk waarneembaar. Vrijwel identieke gitaaraanslagen en de sfeer (zeg maar de Richard Wright weeftapijten) komen akelig dicht bij de Floyd klassiekers in de buurt. De vraag of dit dan ook van dezelfde kwaliteit is, kan je enkel ontkennend beantwoorden. Niet dat het slecht is, zeker niet, maar het niveau wat Dan Cowan met deze cd bereikt, is op dit moment nog niet toereikend genoeg om voor perfecte Floydkloon door te gaan. Dat Cowan een aardig staaltje vakmanschap op deze schijf heeft laten vastleggen is ook een feit. Zo is daar het instrumentale The Phone Call, prettige bijna bluesachtige gitaarpartijen vullen dit ruim vijf minuten durende nummer. Zelfs de mondharmonica wordt afgestoft en zorgt voor een aangenaam stukje muzikaliteit. Als tegen de helft het tempo wordt opgeschroefd, komt het nummer nog meer tot wasdom. Fraai toetsenspel, aparte bliepjes, gelaagde gitaarpartijen en een Shine On riff zorgen voor een uitermate fraai nummer. The Phone Call wordt gevolgd door het uitermate zwakke Haiku. Het is vooral de stem van Cowan die hier de boel flink aan het verstieren is. De muzikale omlijsting is wel redelijk. Het geheel klinkt als de rustige doch sfeervolle klanken van het jaren zeventig werk van Mike Oldfield. Maar als de stem in het geheel helemaal niet oké is, blijft er toch weinig van het nummer over, zeker gezien de hele lappen tekst die Cowan er doorheen moet jagen.

Al met al een zeer redelijke plaat, maar dat het nog beter kan is duidelijk. Misschien moet Dan Cowan er toch eens aan denken om zijn éénmansformatie eens te gaan uitbreiden met een goede zanger en een rete strakke drummer en dan ben ik benieuwd.

Sander Kok

Send this to a friend