De man achter het eenmansproject Earthshine (niet te verwarren met de gelijknamige blackmetal groep) is onze landgenoot Peter Cox. Met een niet aflatend enthousiasme maakt Cox zelf (vooral elektronische) muziek en is hij gitarist bij Chinawhite. Daarnaast biedt hij via zijn eigen label Rock Company muzikanten een platform om hun muziek uit te brengen.
“Golden Gate Of The Ecliptic” is het negende Earthshine album in acht jaar tijd. En het eerste wat wij bespreken. Hebben wij dan acht jaar zitten dutten? Nee, maar Progwereld komt schrijvers handjes en oortjes tekort om alles aan een oordeel te onderwerpen. En muziek als deze heeft niet onze hoogste prioriteit.
Op de cd’s van Earthshine vind je louter instrumentale muziek. Filmachtige muziek, ambient en new age worden met elkaar verbonden. Het draait letterlijk en figuurlijk om toetsen zoals piano, Mellotron, orgel en vooral veel synthesizers. Waar nodig vullen drums en basgitaar de aanwezige gaatjes, maar dienen ook om tijdens je luistersessies niet langzaam in te kakken. Al is dat wel het achterliggende doel van Cox. Hij vindt dat de muziek van Earthshine kan helpen om te ontspannen in hectische tijden. Ik hou daar wel van, dat inkakken en niet alleen als liefhebber van synthesizermuziek.
“Golden Gate Of The Ecliptic” (mooi gevonden titel overigens) gaat over een zogenaamd asterisme in het sterrenbeeld Stier (nu volgt een kort lesje sterrenkunde). Het sterrenbeeld Stier is opgebouwd uit twee opvallende open sterrenhopen van de Pleiaden en de Hyaden. Deze vormen de twee posten van een virtuele poort aan de twee zijden van de eclipticalijn. Omdat de Pleiaden ook bekend staan als de zeven zussen, zijn hun respectievelijke namen de basis van dit album.
Naast science-fiction is het heelal en sterrenkunde een vaak gekozen thema voor synthesizermuziek, ook wel EM (elektronische muziek) genoemd. Wat ik intrigerend aan dit genre vind is dat met relatieve eenvoud prachtige muziek kan worden gemaakt en zelfs grote hits gescoord kunnen worden. Neem Magic Fly van de groep Space uit 1977. Of, meer bekend, Oxygene van Jean-Michel Jarre uit 1976, maar nog steeds tijdloos. Beide nummers kennen feitelijk maar enkele noten met daaronder veel sequencers en loops. Dat is wat Peter Cox met “Earthshine” en zeker op dit album ook doet. Zonder dat ik daarbij de vergelijking leg met Jarre overigens. Aan de basis van de negen nummers liggen uiteenlopende sequencers en geprogrammeerde loops. Daaroverheen speelt Cox zijn ogenschijnlijk eenvoudige melodielijnen. Het resultaat is meer dan behoorlijk. Laat ik er twee nummers uitlichten, te beginnen met Maia. Het is een warm bad van vloeiende en spacy-klinkende sequencers met daaroverheen een prachtige en ruimtelijke klinkende loop. En een heerlijk nummer om ruim vijf minuten bij weg te dromen.
Een ander opvallend nummer is Taygeta, wat qua spel en sfeer doet denken aan Vangelis op zijn album “Albedo 0.39”.
Muziek als deze wordt niet vaak meer gehoord. De hoogtijdagen van synthesizer muziek lijken ook voorbij. Toch is er nog steeds een actieve en levendige scene van liefhebbers. De muziek van Earthshine past daar perfect in. Dit schijfje is niet alleen een aanrader voor deze liefhebbers, maar ook voor hen die op zoek zijn naar muziek waarbij je heerlijk weg kunt dromen. Of inkakken zo je wilt…