Hij en zij zijn niet meer het gelukkige stel dat ze eens waren. Zij besluit bij hem weg te gaan. Hun harten zijn verscheurd door pijn van het ongewild kinderloos blijven, maar uiteindelijk is er toch berusting.
Dit is in een notendop de strekking van het verhaal dat de ronde doet op “The Way To Us”, het tweede album van de Amerikaanse progband Echoes Of Giants. Evenals op het debuutalbum “At The End Of Myself” uit 2013 presenteert de formatie zich hier met Tracy Thomas op onder meer toetsen, marimba en drums, Wes Bolton op gitaar en Rick Kaufmann op basgitaar. Dit is een vast trio dat zich wederom aangevuld ziet met de prettig zingende Joey Myers. Daarnaast is er op “The Way To Us” in de persoon van Theese Weber nog een zangeres aanwezig en reken maar dat het vijftal hier een enerverend potje muziek op de luisteraar afvuurt. Je moet welhaast een hart van steen hebben wil je niet gecharmeerd raken van de atmosferische emo-prog die de band hier laat horen.
Echoes Of Giants weet dromerige muziek af te wisselen met dynamische momenten in een bescheiden modus die zich nog het beste laat omschrijven als Anathema-light. In sommige nummers weet de band een zelfde soort gevoel op te roepen wat dan weer ligt aan de melodielijnen van de zang en het gebruik van man-vrouw samenzang waarbij het soms lijkt of er ergens nog een broertje Cavanaugh rondhuppelt.
“The Way To Us” is een werkstuk van vijftien tracks die ondergebracht zijn in vier groepen die je epics zou kunnen noemen. Sommige tracks echter hebben gewoon een pauze aan de achterkant. Niet dat dit niet hoort bij epics maar het komt de beleving wat dat betreft niet ten goede. Ach, wat maakt het uit.
In de eerste epic, Us (part1) genaamd, komen we allerlei zaken tegen die regelmatig in het bandgeluid voor komen. Zo zijn er in de instrumentale opener Wait neo prog getinte toetsenriedels en Echolyn-achtige gitaarfrivoliteiten te horen. Tevens voorziet de marimba het nummer van de nodige warmte. Het broeit eigenlijk al vanaf de eerste seconde. In Hope (part1) bepaalt breed uitwaaierend gitaarspel dan weer de sfeer, terwijl de zang aangenaam expressief klinkt. Eenzelfde soort nummer is Close The Door, al zorgt hier de akoestische gitaar voor de ondergrond. Melancholie is de bands beste vriend. Ook in de instrumentale tracks Fading en The Death Of A Dream hangt een heerlijke sfeer. Ondanks dat de zang een essentieel onderdeel vormt op deze plaat zijn er heel wat van dergelijke instrumentale nummers, dan wel passages. De epic eindigt met een reprise van Wait, de instrumentale opener waar ditmaal een blokje zang aan vastgeplakt is.
De tweede epic heet Mother en focust zich dan ook grotendeels op zangeres Theese Weber. Haar stem zoals die te horen valt in het nummer Escape heeft veel weg van die van Judie Tzuke, vooral in het hoog waar ze met een weekmakende aandoenlijkheid zingt. The Light is zowel tekstueel als muzikaal het hoogtepunt van het album, een duet waarin de schuldgevoelens fraai aan elkaar duidelijk worden gemaakt en waarin het galmapparaat overuren draait voor een ruimtelijk effect.
Vervolgens horen we de band lekker doorkabbelen en rijgen ze het ene na het andere subtiele moment aan elkaar. Je wordt meegenomen door de zangnummers Find Myself Today en Stand Beside Me en voor je het weet sluit Not Going Back het album af. Shit, nu heb ik de afloop van het verhaal verklapt.
Conclusie? Laten we dit van het album zeggen: de heren Thomas, Bolton en Kaufman zullen toen ze in 2004 met de band van start gingen vast niet hebben gedacht dat er veertien jaar later zo’n fraaie cd in hun binnenzak zou zitten.
Dick van der Heijde