Verslag: Math Lemmen
Foto’s: Richard Winkel, met dank aan De Boerderij
Mei 2016 organiseerde Marc Bonilla in los Angeles een Keith Emerson Tribute ter nagedachtenis aan de vermaarde toetsenist/componist die in maart van dat jaar overleed. Marc Bonilla was sinds het begin van deze eeuw de muzikale partner van Emerson en logischerwijs ook van de partij op het debuutalbum van de Keith Emerson Band uit 2008.
Eén van de muzikanten die zijn medewerking verleende aan de tribute van afgelopen jaar was Eddie Jobson. Hij speelde daar onder andere de iconische Moog-solo op het eind van het nummer Lucky Man. Er is een dvd/blu-ray in de maak met een registratie van dit concert.
Bonilla en Jobson hadden een goede klik samen en besloten samen te gaan werken aan een hommage aan hun grote held. Beide heren realiseerden zich dat het onmogelijk was om met een ster-bezetting zoals op The Official Keith Emerson Tribute (met onder anderen Brian Auger, Jordan Rudess, Steve Lukather, Steve Porcaro, Vinnie Colaiuta en Greg Bissonette) een tour op te zetten. Daarom besloot het duo dit eerbetoon met een bescheidener line-up, met zijn tweeën, op te zetten.
De dood van John Wetton (voormalig bandmaat van Jobson in U.K.) in het begin van dit jaar, noopte het duo om haar plannen bij te stellen. Besloten werd om het de “Fallen Angel Tour” te noemen, met muziek van en verhalen over zowel John Wetton als Keith Emerson. “Fallen Angel” was de King Crimson-song waar Wetton en Jobson hun laatste U.K. – Reunion optredens uit 2015 mee afsloten.
Het concert van Eddie Jobson en Marc Bonilla in de redelijk gevulde Boerderij begint twintig minuten later als gevolg van verkeersperikelen in de omgeving van Den Haag. Jobson opent het concert met een toelichting op de ontstaansgeschiedenis van deze tour. Terecht merkt hij op dat het “Fallen Angel gezelschap” inmiddels aardig is uitgebreid met namen als Chris Squire, Greg Lake en onlangs nog de ongeëvenaarde Allan Holdsworth. Hij weidt nog even uit over het uitzonderlijke talent van deze meester-gitarist en voegt er tussen neus en lippen aan toe dat gitaarspelen ongeveer het enige was waar deze man goed in was. Een beetje meer respect voor de, nog maar net, overleden Holdsworth was volgens deze toehoorder wel op zijn plaats geweest.
Een vastgelopen laptop dwingt Jobson om zijn verhaal voort te zetten en hij vertelt over het management dat bands als Roxy Music, King Crimson en Curved Air deelden in het begin van de jaren zeventig van de vorige eeuw en dat hij zo in contact is gekomen met John Wetton. Hij roemt de melodische kwaliteiten van Wetton en noemt als voorbeeld de complexe ritmische en dissonante bouwstenen van In The Dead Of Night, waar Wetton dan een zeer melodische zanglijn alsook baspartij bij bedacht. Dat niet alles in de samenwerking met Wetton rozengeur en maneschijn was, onderstreept Jobson met zijn lezing dat het Legacy-project (de geplande U.K.-reünie in de jaren negentig) met name strandde door het drankprobleem van Wetton.
Daarna vertelt hij verder over Emerson, Lake & Palmer, wiens debuutalbum uitkwam toen Jobson nog maar 15 jaar was en zijn muzikale leven veranderde. In datzelfde jaar zag hij de band ook voor het eerst live. In 1973 speelde hij tijdens de opnames voor Curved Air in dezelfde studio waar ELP hun eerste albums opnamen.
In 2008 werd Jobson benaderd om voor het eerst in twintig jaar live op te treden in de Russische republiek Tatarstan, op een gigantisch festival met onder andere Keith Emerson en Marc Bonilla.
Marc Bonilla betreedt nu ook het podium en beide heren zetten Trilogy van het gelijknamige album in. De uitvoering met piano, zang, het percussieve gitaarspel van Bonilla en af en toe wat hulp van een sequenser, blijft goed overeind. Bonilla heeft een blues gekleurde, rauwere stem dan zowel Lake als Wetton, waardoor de vocale invulling, zeker in het gedeelte vóór de pauze, wel even wennen is. Hoewel het bereik van Bonilla met regelmaat ontoereikend is komt hij er ook in Starless en Rendez-Vous 6:02 wonderwel mee weg. Jobson heeft zich goed verdiept in het pianospel van Emerson en laat daarna in Starless een fraaie Mellotron horen.
In The Dead Of Night wordt gedreven uitgevoerd. Doordat Jobson alle samples en sequensers uit de U.K.-versie inzet en door het inventieve gitaarspel van Bonilla blijft ook dit nummer knap overeind. Een sfeervol By The Light Of Day vormt de opmaat voor de pauze.
Na de pauze komt Jobson alleen terug, nu met de viool. Hij speelt het bekende Nostalgia van zijn Zinc-project. Net als tijdens de laatste Reunion-concerten gaat dit over in een rauwe vioolsolo, waarin hij zijn instrument als een elektrische gitaar laat scheuren. Opvallend is dat de man (62 jaar oud) na deze solo buiten adem is, wat aangeeft dat het fysiek het nodige van hem heeft gevergd.
Hij vervolgt met een piano-improvisatie waarin hij een aantal Emerson-thema’s heeft verwerkt en die uitmondt in Bitches Crystal van “Tarkus”, nu weer vergezeld door Bonilla. Die blijkt na de pauze vocaal een stuk beter op dreef dan voor de pauze.
Bonilla vertelt over zijn ontmoeting met Emerson in 1998. De toetsenist bood destijds aan om piano te spelen bij één van Bonilla’s nummers. Die nam dat aanbod met beide handen aan en dat resulteerde uiteindelijk in een hechte vriendschap en het nummer A Place To Hide op het debuutalbum van de Keith Emerson Band uit 2006. Deze band zou tijdens de daaropvolgende tour ook De Boerderij aandoen, maar moest helaas als gevolg van de zenuwaandoening in Emerson’s hand verstek laten gaan.
Na dit nummer van Bonilla volgt het fraaie From The Beginning van ELP met gitaarsolo en de bekende synth-solo. Het concert wordt waardig afgesloten met een integrale uitvoering van Carrying No Cross van U.K., dat eenzelfde behandeling krijgt als In The Dead Of Night. In de overgangen hoor je af en toe een hapering in de omschakeling van de toetsengeluiden. Die worden in een band-setting natuurlijk weggepoetst door het lawaai van de rest van de band. In deze intieme setting moet Jobson nu echter volledig met de billen bloot. Toch weet het duo met het spel en zang de handen van de aanwezige bezoekers langdurig op elkaar te krijgen. Het luide applaus wordt beloond met de toegift Lucky Man met een zeer authentiek gesampelde Moog solo van Jobson. Een mooi toepasselijk slot van deze sfeervolle en informatieve avond.