Edenbridge

Dynamind

Info
Uitgekomen in: 2019
Land van herkomst: Oostenrijk
Label: Steamhammer/SPV
Website: https://www.edenbridge.org/
Tracklist
The Memory Hunter 5:02
Live And Let Go 4:28
Where Oceans Collide 4:07
On The Other Side 4:48
All Our Yesterdays 4:56
The Edge Of Your World 5:50
Tauerngold 5:34
What Dreams May Come 5:58
The Last Of His Kind 12:11
Dynamind 2:11
Sabine Edelsbacher: zang
Stefan Gimpl: basgitaar
Johannes Jungreithmeier: drums
Lanvall: basgitaar, bouzouki, hammered dulcimer, gitaar, kacapi, mandoline, toetsen
Dominik Sebastian: gitaar

Met medewerking van:
Thomas Strϋbler: achtergrondzang en koren
Dynamind (2019)
Live Momentum (2017)
The Great Momentum (2017)
The Bonding (2013)
Solitaire (2010)
Live Earth Dream (2009)
My Earth Dream (2008)
The Chronicles Of Eden (2007)

The Grand Design (2006)

Shine (2004)

A Lifetime In Eden (2004)

Aphelion (2003)

Areana (2001)

Sunrise In Eden (2000)

Het Oostenrijkse Edenbridge timmert behoorlijk aan de weg. Met “Dynamind” zijn ze al aan hun tiende studio-cd toe sinds het jaar 2000. Toch zal de band niet zo erg bij het grote publiek bekend zijn, schat ik in. Slechts twee eerdere schijven redden het tot een recensie op Progwereld. Ligt dat aan de pr-machine waar zand in de motor zit of mogelijk aan het genre?

Het timmeren gaat deze verre oosterburen overigens goed af. Ze maken melodieuze metal. Vanaf het startschot kleunt het gezelschap er flink in. Een stuwende gitaar geeft de richting aan, op de voet gevolgd door een dreunende basgitaar en een in hoog tempo hakketakkende drummer: klassieke hardrock of metal. Daar hoort dan nog een zanger(es) met lang haar bij. En bij Edenbridge is dat Sabine Edelsbacher. Het lukt haar om boven de muur van geluid van de andere bandleden uit te komen en dat is op zich al knap te noemen.

Met het metalgehalte zit het dus wel goed. De progliefhebber is dan natuurlijk benieuwd hoe het met het melodieuze gesteld is. Dat valt een klein beetje tegen. Het toetsenwerk en de orkestratie, die zeker aanwezig zijn, lijken behoorlijk naar de achtergrond te zijn geschoven in de mix, die overigens in handen was van Karl Groom, geen kleine jongen in het genre. Je hoort steeds in de verte een klaterend beekje, terwijl je er met je blote voeten middenin wil staan. De muziek wint nog meer aan kracht als die elementen een meer prominente plaats zouden krijgen.
Maar goed, de muziek is uiterst toegankelijk, zeker door de zanglijnen, de gitarist van dienst strooit met lekkere gitaarsolo’s en voortdurend is wel iets van klavieren te horen, dus mag het etiket ‘melodieus’ toch wel op het doosje.

De grote man van de band komt liever niet met zijn echte naam in de krant (Arne Stockhammer), daarom noemen we alleen zijn artiestennaam: Lanvall. Deze Lanvall is verantwoordelijk voor alle composities en arrangementen en bespeelt gitaar, toetsen en nog een paar instrumenten. Edenbridge is dus een beetje Lanvall, zonder Lanvall geen Edenbridge. Het is in elk nummer eigenlijk wachten op de gitaarsolo van deze met een echt hardrockkapsel getooide alleskunner. En die solo’s mogen er zijn. Soms een beetje voorspelbaar, maar altijd zorgen zij voor opwinding in de nummers, voor zover dit bij deze verzameling zware metalen nodig is. Hij stijgt er met zijn geluid steeds even duidelijk bovenuit, terwijl de bouwvakkers een verdieping lager onverdroten doorgaan met het storten van de zoveelste laag beton.

Edelsbacher houdt zich ook moeiteloos staande in dit gezelschap. Zij heeft zonder meer een behoorlijke stem die prima past bij het genre dat Edenbridge vertolkt. Als ze niet al te hoog of al te laag hoeft te zingen komt haar stem het beste tot zijn recht en kan zij bijna met de besten mee. Er valt geen instrumentaaltje te ontdekken op “Dynamind”, dus kan ze op alle tien nummers aan de bak. De meeste refreinen nodigen uit tot meezingen en ik schat in dat dit tijdens de concerten dan ook op bulderende wijze massaal plaatsvindt.

De meeste nummers verlopen dus volgens een voorspelbaar patroon. Beuken, inzet zang, refrein, gitaarsolo, beuken enzovoorts. Maar er is meer! Arne, excuus, Lanvall, heeft diep in de buidel van zijn creativiteit getast. Als nummertje vier horen we On The Other Side, een Iers-getint nummer, Edenbridge gaat op de folk-tour, het moet niet gekker worden, zeg! De klanken van de mandoline, de hammered dulcimer en de kacapi (beide een verre neef van de citer) komen écht binnen, terwijl de Linzenaren intussen hun metal roots niet verloochenen. Met Tauerngold hebben we zelfs een semi-ballade in huis, ingeleid door smaakvol gitaarwerk van je-weet-wel. Ik zie de handjes in de volle zalen al heen en weer gaan in de lucht. Om niet te ver van het vertrouwde pad te geraken is nog wel een beetje doom in het nummer verwerkt.
Wij prog-adepten mogen zelfs het genoegen smaken van een epic. The Last Of His Kind gaat de twaalf minuten te boven. Meer tempo- en sfeerwisselingen vallen de luisteraar ten deel, toetsen en orkestraties komen wat beter door. Rustige stukken duiken ook op, wat toch een verademing is, al stijgt het nummer nou ook weer niet tot hele grote hoogten, hiervoor bouwt het te weinig op naar een echt hoogtepunt.

Het afsluitende titelnummer is volgens Lanvall de finale van een drieluik, samen met de titelnummers van “The Grand Design” en “My Earth Dream”, waarmee hij het onverantwoordelijke gebruik van onze aarde aan de orde wil stellen. Hij is trots op enkele gitaarpassages waarvoor hij zijn oor nadrukkelijke te luisteren heeft gelegd bij legende David Gilmour. Twee minuten lang is het wachten op het gebruikelijke invallen van de zware jongens, maar dit blijft uit. Het is een sfeervol einde met ijle zang en wat toetsen (!) en aan het eind laat Landall, warempel, zijn gitaar een beetje zingen in de stijl van Gilmour.

In het rijtje bespiegelingen geeft Edelsbacher nog een verklaring voor de titel van de cd: de spier van bewustzijn groeit door de stress ratio van uitersten. Die kunnen we in onze zak steken.

Evenbridge is een band die retestrak speelt en aanstekelijke stevige muziek maakt met een melodieus randje. De composities van de heer Lanvall zitten prima in elkaar, de zang en het gitaarwerk zijn goed verzorgd. Verwacht daarbij niet al te veel diepgang of ingewikkelde structuren of veel tempo- en sfeerwisselingen en niets staat een klein uurtje lekker meedeinen op de stuwende ritmes in de weg.




Send this to a friend