De brug, de verbinding van A naar Eden, heeft een stevig fundament. De Oostenrijkse band die sinds 1998 bestaat en aan de weg timmert met haar melodieuze Progmetal trekt de lijn van perfectie door op het vierde studio album “Shine”.
Ik hoef eigenlijk maar één invloed te noemen om de band Edenbridge te omschrijven. Het Deens/Zweedse Royal Hunt! De perfect uitgebalanceerde meerstemmige koortjes doen er heel erg sterk aan denken, maar ook het onderdompelen van de muziek in een oceaan van keyboards die een contrast vormen met de harde maar harmonieuze gitaren, is een element dat beide groepen aan elkaar bindt. Maar er is één verschil: Edenbridge kent namelijk een vrouw in hun midden, de charmante zangeres Sabine Edelsbacher.
Verantwoordelijk voor de sound (klassiek georiënteerd en invloeden uit de jaren ’70 rock van groepen als Rainbow en Deep Purple) is voornamelijk gitarist en toetsenist Lanvall (in het dagelijks leven heet hij gewoon Arne Stockhammer). De man heeft al een drietal solowerkjes uit de hoge hoed getoverd, speelde met Gandalf, maar heeft zijn persoonlijke escapades voorlopig in de ijskast gezet om zich ten volle te kunnen concentreren op Edenbridge. In alles merk je dat hij degene is die de touwtjes strak in de handen houdt. Eigenlijk eenzelfde werkwijze die Andre Andersen van Royal Hunt hanteert.
Misschien tegen de traditie in begin ik met het bonus nummer. On Sacred Ground is van uitmuntende kwaliteit en zelfs één van mijn favorieten op het album. Akoestische gitaar en orkestrale toetsen begeleiden ons op weg naar heilige grond. Ruimdenkende Proggers kunnen ook zeker iets met dit nummer (lees Karnataka & Mostly Autumn), maar zullen door de hoeveelheid harder materiaal “Shine” laten voor wat het is.
Edelsbacher is een zangeres die je dan misschien niet onmiddellijk bij Edenbridge bedacht zou hebben, maar de combinatie is treffend. Haar stemgeluid gaat soms richting Heather Finlay (Mostly Autumn). Ik krijg dan ook intense prikkels als Centennial Legend klinkt. Wat een prachtstuk en Edelsbacher excelleert hier zonder twijfel. Haar stem betovert je. Natuurlijk mogen populaire invloeden niet ontbreken, zoals het hete Keltisch vuurtje dat wordt gestookt in Wild Chase. Ook folk staat op het menu, alsmede oosterse invloeden en voorzichtige gotische elementen (maar minder dan op de vorige platen). Dit alles is in goede banen geleid door de knallende productie van Dennis Ward (Pink Cream 69) en Lanvall zelf.
What You Believe Behind heeft een soortgelijke intro als het nummer The Space… van Marillion. Hierna houdt elke vergelijking met de Engelse groep op, want dan brullen de melodieuze rockgitaren en zingt Edelsbacher ons naar het prachtige refrein. Om de afwisseling te waarborgen klinkt het korte Elsewhere veel ingetogener. De piano en machtige zang stuwen me naar elders, een plek ver van de kille realiteit, een sprong in een wereld die nog zo onbekend is en me de ruimte gunt om te ontdekken. Veel rust wordt de luisteraar echter niet gegund, want October Sky boort zijn weg door de speakers. Weinig opzienbarend in vergelijking met de rest van het materiaal, maar wel van de bekende kwaliteit. The Canterville Prophecy dat overloopt in The Canterville Ghost is daarbij vergeleken een opvallende creatie. Heel bewogen introduceert Edelsbacher een episch avontuur, presenteert visioenen van de riddertijd, met fluit (niet de echte) en orgelscenes (ook samples). Daarna zet de akoestische gitaar in, opgevolgd door de versterkte versie die de zang als het ware beantwoordt, uitbarstend in een waanzinnige solo. Uitermate sterke prestatie!Ik zou me kunnen voorstellen dat er luisteraars zijn die het een nadeel vinden dat het geheel zo gepolijst klinkt. Het kan de uitwerking hebben als wonen in een ijspaleis. Koninklijk, maar ijskoud! Persoonlijk houd ik wel van die bevroren schoonheid.
Edenbridge schijnt als nooit tevoren. De groep geeft heel wat van zichzelf weg en dit zal zeker geen brug te ver zijn voor de melodieuze Progmetal liefhebber. Aansprekende melodieën, een smetteloze uitvoering en een zangeres die je doet watertanden. Typisch geval van ‘van dik hout zaagt men planken’. Mocht de naam van deze groep nog in nevelen gehuld zijn en kun je meegaan met genoemde invloeden, zorg dan dat “Shine” niet roemloos aan je oren voorbijtrekt.