Als recensent ontwikkel je in de loop der tijd een antenne voor, oneerbiedig gezegd, goedbedoelde mislukkingen. Als een cd vergezeld gaat van meer dan één A4 aan promotekst, is dat doorgaans met goede reden: de muziek heeft te weinig kwaliteit om voor zich te spreken. Als in die promotekst ook nog met veel bombarie vermeld wordt dat de muziek zich lastig in een hokje laat stoppen, dan zijn de rapen vaak al behoorlijk gaar. Als tenslotte muziek, concept en tekst aan het brein van één muzikaal genie ontsproten zijn en hij voor de uitvoering gebruikgemaakt heeft van bijna twintig verschillende musici, dan is wat mij betreft een promotie tot stofvanger verzekerd.
Die eerste alinea had als curiositeit boven bijvoorbeeld het debuut van IQ kunnen staan, maar we hebben hier een debuut bij de hand waarop al deze kenmerken wél van toepassing zijn. Zanger/gitarist James Byron Schoen richtte in 2002 op de Wesleyan University te Connecticut Edensong op als muzikaal vehikel om ‘epische orkestrale progressieve akoestische van metal doordrongen rock’ te maken. Oh, ’t is trouwens nog ‘folky’ ook.
Toegegeven: de muziek van Edensong zÃt vol met tempowisselingen en is ook qua geluid behoorlijk dynamisch van aard. Goedkope synthesizers, overdadige drumfills en lullige fantasyteksten die zo veel hedendaagse populaire prog verzieken, zijn goeddeels afwezig.
Met fluitspel op alle acht songs (eigenlijk negen, aangezien het laatste nummer uit twee totaal verschillende nummers bestaat) liggen de folkroots van deze muziek voor de hand. Een behoorlijke dosis metal in niet-direct alledaagse vorm is ook aanwezig. De mix doet me wel wat aan S.O.T.E. denken.
Hoewel dit op zich allemaal best bruikbaar klinkt, is helaas na drie maanden intensief beluisteren de muziek nauwelijks blijven hangen. Enkel Water Run en The Sixth Day hebben voor mij langzaamaan iets herkenbaars gekregen. De voornaamste oorzaak zit toch in het fragmentarische karakter van de composities. Vrijwel elk nummer springt van hot naar her, waarbij de riffs aardig, maar wat anoniem zijn en waarbij het de rustige passages aan een herkenbare melodie ontbreekt. De claim dat Edensong zoiets als ‘prog voor de 21e eeuw’ maakt, roept onwillekeurig wat associaties met The Mars Volta op. Qua donkere klanken en chaotische structuren zie ik een parallel, maar waar de muziek van de band rond Cedric Bixler-Zavala en Omar Rodriguez-Lopez niet slechts horendol, maar vooral ook energiek en onderhoudend klinkt, klinkt Edensong als een nogal waterige variant.
Goed, de sound is domweg niet aan mij besteed. Hetzelfde geldt voor de stem van Schoen en voor de afzonderlijke composities. Om de plaat geheel af te schrijven, meen ik iets te veel objectieve kwaliteiten te horen. Dat een enkele lezer van dit digitale periodiekje deze tussen de regels door ook leest, is iets wat ik James Byron Schoen en zijn band van harte gun.
Casper Middelkamp