Tja, als progressieve muziek vooral gaat over warme synthesizerdekens en dramatische vocalen, over tovenaars en kabouters, dan hoeven we aan deze plaat geen aandacht te besteden, want die staan er niet op. Maar als prog ook gaat over het uitdagen van de muzikale status quo, over het oprekken van de grenzen van traditionele muziekvormen, dan verdient EGH onze aandacht, want dat is wat de heren zeggen te willen doen. Op zijn minst is “It’s About Time” een lekker potje muziek.
Die traditionele muziekvormen die EGH zegt te willen uitdiepen, zijn vooral alle tussenvormen van jazz-, blues- en funkrock en alle andere muziek die je maar kunt maken met een powertrio. De beste vergelijking is de muziek die Kansas en Deep Purple gitarist Steve Morse in de jaren ’80 en ’90 maakte met zijn band. Veel blues, beetje country, beetje jazz en vooral veel gitaren. Daarbij is de gitarist natuurlijk de smaakmaker, en Ernesto Homeyer kwijt zich vlijtig van zijn taak. Hij heeft de flair en de techniek van Steve Vai en kan blazen als Stevie Ray Vaughan, maar kleurt met zijn solo’s toch wat te braaf binnen de lijntjes. Bassist Albie Dunbar kan lekker swingen, plukken en slappen, maar niet soleren, hoewel hij het in drie liedjes probeert. ‘T Is niet onknap, maar ook niet interessant. Daarbij is zijn geluid wat te dun om indruk te maken. De grote ster van het trio is wat mij betreft Charlie Waymire, een zeer getalenteerde drummer die wel risico’s durft te nemen, zo lang tegendraads kan meppen dat je denkt dat het niet meer goed komt en die als een echte jazzdrummer knappe solo’s slaat.
Soms klinkt het trio even als Rush in hun jonge jaren,toen de band zich nog vooral door Led Zeppelin liet inspireren, maar de echte progressie komt van de rare toonsoorten en akkoordenschema’s die de heren op hun muziek loslaten. Het beste voorbeeld van hun inventieve muziek is So F*%#ing Wrong, waar de toonsoort zo vaak verandert dat je angstig de eerste valse noot afwacht, maar die komt natuurlijk niet. Dat soort wringende muziek maakt de plaat boeiend. Ook Highly Strung, met zijn onverwachte tempowisselingen, houdt de luisteraar bij de les. Vaker, zoals in openingsnummer Looking Left en 69-10, blijft EGH te dicht bij de traditionele muziek waarop de nummers gebaseerd zijn. Erg verdienstelijk, maar zeker niet vernieuwend.
De plaat klinkt heel open, helder. Je hoort goed wat iedereen doet, ondanks de overheersende gitaar. Nadeel van die transparantie is wel, dat de band zich in lijkt te houden. Het wordt nergens echt vet, wil niet écht vlammen, alleen tijdens de drumsolo in de lange jam Abrasive zetten de heren hun nagels er even in. Liefhebbers van Satriani en Steve Morse hebben aan “It’s About Time” een lekkere kluif, het zijn erg goede muzikanten en ik luister er met plezier naar, maar echte nieuwe wegen slaat EGH niet in. Hooguit morrelt men aan de marges.
Erik Groeneweg