Jarenlang werd op de Nederlandse televisie een programma genaamd The X-factor uitgezonden: een talentshow met als achterliggende idee dat zang meer omhelst dan techniek. Een popster stijgt boven zijn techniek uit. Hij weet daardoor de luisteraar in zijn hart te raken. Welnu, dit geldt ook voor instrumentale muziek, zo wordt hier helaas duidelijk!
“Impala” bevat niettemin een behoorlijke brok sterk uitgedachte muziek, waarmee de plaat in elk geval een verbetering vormt ten opzichte van het debuut. De band bracht toen al een boel aangename schetsen ter gehore, maar nog geen getailleerde composities. Die tref je hier wel aan! De stijl is te omschrijven als een kruisbestuiving tussen de jams van Ozric Tentacles en de rustigere nummers van King Crimson. Een band als Burnt Relief komt ook in het geheugen. Het uitstekende gitaarspel vormt hier namelijk eveneens een fundament voor strakke arrangementen, hetgeen resulteert in een ongedwongen sfeer, waarbij de virtuositeit in dienst van de muziek blijft staan. Bijwijlen zorgen heftigere passages voor een aangenaam reliëf.
Igrávido is hiervan een goed voorbeeld. Het slepende begin trekt de luisteraar geleidelijk het album binnen, waarop het basspel een relaxte groove creëert. Halverwege zorgt een aangename gitaarsolo voor spanning, waarna hakkende melodieën deze trip aangenaam laten uitbarsten. Met La Avispoteca treffen we een hectischer nummer aan. De intrigerende drums hebben haast iets weg van salsamuziek wat, samen met de ingekaderde chaos en Spaanse ritmiek, aan het werk van Omar Rodriguez-Lopez doet denken. Deze dwingende drukte komt stijlvol over en de break rond tweehalve minuut zou ik zelfs fenomenaal willen noemen. Waarlijk een adrealinetrip! Ten slotte mag de epic El Acelerador De Picotas niet onbenoemd worden gelaten. Het nummer drijft op aangename solo’s. Het zweverige geluid weet de aandacht daarenboven goed vast te houden, hoewel de compositie, op een onstuimige climax na, niet echt memorabel is.
De band heeft dus duidelijk de afgelopen drie jaar niet stilgezeten. Toch mis ik iets. Het onbenoemde element, de X-Factor zo u wilt, ontbreekt hier nog. Het is daarbij lastig om een pijnpunt aan te wijzen, aangezien dat neer zou komen om de som der delen. De band laat overduidelijk geen steken vallen en de muziek is op momenten zelfs verrassend, maar blijft te cerebraal en voelt daardoor te afstandelijk aan. Enkel La Avispoteca laat echt een eigen smoelwerk zien, waardoor je een glimps opmerkt van het spelplezier van de heren. Het is te hopen dat de band dit weet uit te bouwen.
“Impala” is desalniettemin een degelijke plaat. De instrumentale wervelwinden zijn vermakelijk, maar de muziek is dikwijls te anoniem om echt een indruk achter te laten. Het virtuoze spel van deze Spanjaarden verdient echter op zijn minst één luisterbeurt, aangezien het maar zo zou kunnen dat een ander wel wordt overrompeld.
Luke Peerdeman