Van je collega’s moet je het maar hebben. Wil ik net een recensie gaan schrijven over de cd “Too Many Goodbyes” van het Britse Elegant Simplicity, maait progwereldpartner Hans Ravensbergen met zijn bespreking van “Mystery and Illusion” van Jeremy al het gras voor mijn voeten weg. Nou ja, al het gras? Eigenlijk doel ik alleen maar op de introductie die Hans heeft geschreven over Dhr. Jeremy Morris, want op Steve McCabe, de multi-instrumentalist achter Elegant Simplicity, zijn namelijk exact dezelfde woorden van toepassing. Ook McCabe heeft als undergroundartiest in de loop der jaren al een hele rits albums achter zijn naam gezet. Net als de platen van Jeremy hebben deze de burelen van progwereld nog nooit eerder gezien. Tevens werkt McCabe ook in een eigen studio en heeft hij ook z’n eigen platenmaatschappij opgericht. Dat laatste is trouwens wel zo fijn voor de workaholic die McCabe is.
Aanvankelijk speelt hij in allerlei bandjes totdat hij in 1992 op eigen benen gaat staan en Elegant Simplicity in het leven roept. Sindsdien verschijnt er elk jaar wel nieuw werk van hem. Zeven cassettealbums en twaalf cd’s gaan het hier te bespreken “Too Many Goodbyes” vooraf. Het gebodene op al die albums is tamelijk inwisselbaar en er is natuurlijk geen enkel label dat zoveel weinigverheffende albums van eenzelfde artiest zou uitbrengen. Toch moeten de verkoopcijfers redelijk zijn tenzij McCabe naast multi-instrumentalist ook multimiljonair is.
De muziek van Elegant Simplicity wordt net als die van Jeremy niet vermagerd door een dynamiekloze drumcomputer. Sinds 2002 heeft Elegant Simplicity de beschikking over een drummer van vlees en bloed. Christopher Knight heet de man die zich lustig door alle wendingen heen mag slaan. De melodieuze retroprog gaat richting het oude Pendragon en presenteert zich op het merendeel van de albums als instrumentaal. Een enkele keer bevat een album vocalen, zo ook “Too Many Goodbyes”. Gelukkig heeft McCabe het zingen overgelaten aan een zanger en probeert hij niet zelf wat te blèren. Wederom is Ken Senior met z’n warme stem aanwezig. Hij zingt met bezieling en samen met het geïnspireerde spel van McCabe heeft dat een aantal fijne nummers opgeleverd. Zo is daar het epische Kiss Away The Pain, een prachtnummer dat rustig voortkabbelt om vervolgens uit te groeien tot een sterke powerballade met boeiende instrumentale passages. Het duurt misschien wat lang, desalniettemin is het onbetwistbaar het hoogtepunt van het album. McCabe weet mietersgoed dat Senior op z’n best is in dergelijke softe stukken. Het zanggedeelte van Unconditional, waar Senior zich op dit album voor het eerst laat horen, is buitengewoon welkom. In het nummer ervoor, de instrumentale opener Mood # 10 is McCabe met zijn gitaar nogal aanwezig. Ook in het lange vervolg van Unconditional geeft hij zijn zessnaar flink van Jetje. Gedreven gitaarspelen kan de man wel. Hij is kundig, maar het is teveel eer om hem een virtuoos te noemen.
Soms klinkt de gitaar wat te opdringerig en zit het oubollige het flitsende in de weg. Het siert McCabe dan ook dat hij met het ingetogen Lost Summer een flinke pas op de plaats heeft gemaakt. Hier blijft de elektrische gitaar nagenoeg de gehele tijd in de koffer. Het zijn de akoestische gitaar, de diepe bassen en de stemmige toetsen die samen met de fraaie zang de dromerigheid van het nummer gestalte geven.
Het is jammer dat het album af en toe wegzakt in een soort Jan boerenfluitjesprog zoals in Every Time I Think Of You, een compositie van het niveau nul. Het rustige gedeelte is dan weer wel geslaagd te noemen, zoals eigenlijk alle rustige momenten op dit album dat zijn. Het instrumentale And Pure is met zijn Camel- en Mike Oldfield-invloeden ook geslaagd, vooral aan het eind waar het orgel lekker buldert. McCabe is in eerste instantie gitarist. Op een enkel themaatje annex solootje na gebruikt hij de toetsen alleen als kleurpotlood. Het klinkt allemaal nogal stereotiep, die Mellotron, dat orgel, die moog en die piano. Wel is het allemaal goed van smaak. Met het laatste nummer Fragments krijgt het album een aardig slot, maar blijf je als luisteraar toch achter met het idee dat McCabe er de volgende keer beter aan zou doen een mooi, rustig album te maken waarop Ken Senior dan alle nummers zingt.
Al met al is “Too Many Goodbyes” een album dat weinig stof zal doen opwaaien. Daarvoor is deze muziek te gewoon, te weinig opvallend. Het is Senior die nog enigszins voor het verschil zorgt. Van je collega’s moet je het maar hebben!
Dick van der Heijde