Wat hebben een tank en een gordeldier met elkaar gemeen? Inderdaad, ze staan met elkaar geintegreerd als een soort apocalyptisch oorlogsmonster op de hoes van de tweede plaat van Emerson, Lake & Palmer: Tarkus.
Daar waar op het titelloze debuut nog de nodige stukken te horen waren, waar de individuele leden een prominente rol op hadden, is op “Tarkus” veel meer sprake van een groepsgeluid. Natuurlijk is het hectische en af en toe bijna maniakale toetsenwerk van Keith Emerson de grote bindende factor binnen het geluid van Emerson, Lake & Palmer, maar ook Lake en Palmer zijn zeer prominent aanwezig hier. Een sterke troefkaart is wat mij betreft de afwisseling tussen het drukke toetsenwerk van Emerson en de warme stem van Greg Lake. Voeg daarbij dat Carl Palmer zeer afwisselend is in het gebruik van zeer veel verschillende ritmes op de juiste momenten en je kan niet anders concluderen dat we hier te maken hebben met een zeer sterk triumviraat.
Het titelnummer opent de plaat en bestrijkt de volledige A-kant van de elpee. Het is één van de sterkste nummers die het trio ooit opnam en is wat mij betreft het magnum opus van de band. Het is opgedeeld in een zevental subtitels die een illustratie zijn voor de al genoemde afwisseling tussen met name Emerson en Lake. Keith Emerson maakt hier gebruik van zijn complete arsenaal aan toetsinstrumenten en Lake presteert het zelfs om in het prachtige Battlefield een solo op elektrische gitaar te spelen. Eén van de spaarzame momenten waarop dit instrument wordt gebruikt door de band. Het nummer verhaalt over de zinloosheid van oorlog en maakt uitstekend gebruik van het instrumentarium van de band om dit te illustreren. Het over de top einde van het nummer is wat dat betreft erg indrukwekkend.
Na dit zware stuk opent de B-kant frivool met Jeremy Bender. Emerson die een soort honky tonk piano bespeelt en Lake die er een flauwe tekst overheen zingt. Het heeft niet veel om te lijf en zo is het ook bedoeld. Bitches Crystal daarentegen is weer een typisch ELP nummer, hoewel hier ook flarden hoorbaar zijn van Lake’s oude band: King Crimson. Emerson mag hier losgaan op vooral piano en doet dat op de voor hem zo kenmerkende wijze.
Voor The Only Way (Hymn) heeft Keith Emerson plaatsgenomen achter het kerkorgel. In dit nummer is de muziek van een tweetal stukken van Bach ingeweven: Toccata In F en Prelude VI. De ironie bestaat hier uit het feit dat een nummer dat dus deels in een kerk is opgenomen, deze zelfde kerk heftig bekritiseert. Lake zingt hier:
Can you believe
God makes you breathe?
Why did he lose
Six million Jews?
Een tamelijk heftige tekst. Het machtige kerkorgel wordt in het tweede deel van het nummer afgewisseld door een frivool jazzy pianostuk. A Time And A Place is wat mij betreft één van de meest onderschatte nummers van ELP. Het is een stevige rocker met ronkend hammond werk en hier laten Lake en Palmer horen dat zij een geweldige ritmetandem zijn. Enige minpuntje is dat het nummer veel te kort duurt.
De plaat sluit af met het uiterst melige Are You Ready Eddy?, waar producer Eddy Offord wordt bezongen in een rock ’n roll nummer waar Jerry Lee Lewis nog trots op zou zijn geweest. Grappig, best lekker, maar ook een beetje een niemendalletje. Blijkbaar was er nog wat studiotijd over.
Een veel gehoord punt van kritiek bij dit album is dat de B-kant nogal in het niet valt in vergelijking met de briljante A-kant van de plaat. In mijn optiek is dit niet geheel terecht. Natuurlijk, het nummer Tarkus is van de buitencategorie en de opener en sluiter van de B-kant hadden er misschien helemaal niet op gehoeven, maar de overige nummers zijn absoluut de moeite waard. Het album is een flinke stap voorwaarts na het overigens prima debuut. Een lijn die op de hierop volgende platen werd voortgezet.
2016 heruitgave:
De één zijn dood…
Het valt natuurlijk niet te ontkennen dat er op zijn minst een zweem van “geld verdienen” over deze heruitgave heen hangt. Immers werd het album al in 2012 onder handen genomen en geremasterd en geremixt. Met de redelijk recente dood van Keith Emerson in het achterhoofd wordt alles nog maar eens opnieuw de wereld in geslingerd.
Eén en ander laat natuurlijk niet onverlet dat “Tarkus” nog niet eerder zo goed klonk. Vooral met een hoofdtelefoon vallen er nuances in het spel van de drie heren op, die mij in elk geval nog niet eerder waren opgevallen. Om dit te horen is enige bekendheid met dit album wel vereist. De uitgave komt in een prachtige digipack met op de eerste cd een remaster van het originele album. De tweede schijf bevat de remix van Steven Wilson waaraan ook een drietal extra nummers zijn toegevoegd. Het laatste nummer is een alternatieve uitvoering van Mass uit het titelstuk waarbij de originele zanglijnen van Greg Lake nu worden uitgevoerd door de toetsen van Keith Emerson. De twee andere nummers zijn wat dat betreft iets interessanter. Oh, My Father en Unknown Ballad zijn twee fraaie piano ballades, waarbij vooral op het eerste nummer het smaakvolle elektrische gitaarwerk van Greg Lake opvalt.
Tot slot is er een fraai boekwerkje met het nodige artwork toegevoegd, waarin tevens wordt verhaald over de totstandkoming van het album. Ondanks dit alles is dit er alleen een voor de echte ELP verzamelaar.