Het kwartet Equisa is in beginsel een samenstelling afkomstig uit een andere Nederlandse band, Galanor, dat in 2011 ter ziele is gegaan. Drie van de vier huidige bandleden van Equisa komen namelijk voort uit deze band, die ook nog eens in hetzelfde straatje muziek maakt. Namelijk symfonische female fronted metal. Beide formaties hebben wat mij betreft gemeen dat de bandsamenstelling in beginsel wat geforceerd overkomt. Als bij een gearrangeerd verstandshuwelijk waar een nuchtere aanpak van zaken boven een emotionele verbintenis tussen de bandleden staat. Grappig detail in dit intro is dan ook dat ik de plank volledig mis sla; gitarist Sebas en zangeres Petra zijn namelijk getrouwd. Ook in het korte kennismakingsinterview dat ik had met Sebas Honing lijkt het ‘verstandshuwelijk’ tussen de bandleden wel degelijk een mooie relatie te zijn. Oorspronkelijk bestond het gezelschap Equisa uit vijf bandleden, maar gedurende het proces is de toetsenist van de band, George van Olffen afgehaakt en tot op heden niet vervangen. De toetsen zijn daarom ingespeeld door Sebas Honing en Joost Maglev, die ook duidelijk de masterminds binnen de band zijn.
Hoewel dit album wellicht een ‘kleine release’ is in de markt van female fronted metal, blijkt dat volstrekt niet uit het geluid van de band. Nadat ik in de eerste twee luisterbeurten wat moest aftasten, werd mijn enthousiasme met elke luisterbeurt groter. Uiteindelijk hebben we hier te maken met een professioneel werkstuk waar elke noot een perfecte bouwsteen is van een smaakvol en solide eindproject. De tracks worden gevarieerd gebracht en snelle metal basedrums worden bijvoorbeeld afgewisseld met pakkende melodieën, intrigerende gitaar-riffs en verrassende zang van Petra Honing. Redelijk opvallend aan het album is dat geen van de tracks doelbewust lang wordt gehouden. De liedjes zijn zeker niet te kort, maar vooral bondig, dynamisch en nergens een seconde te lang.
De bespeelde stroming kunnen we houden op progressieve rock en metal met daarbij moderne symfonische randjes. De toetsen op het album zijn duidelijk aanwezig, maar de grootse symfonische bombast van andere female fronted metal bands ontbreekt in het overall-geluid. De toetsen en programmering zorgen wat mij betreft zelfs voor een innoverende ontwikkeling binnen de stroming van female fronted metal. Zo af en toe heb je het gevoel dat er een mobiele telefoon overgaat, want de diverse bliebjes en geluidjes zijn uiterst geschikt als ringtoon voor je telefoon. Die in Panic zou ik bijvoorbeeld graag als mijn ringtone willen. Dat u het even weet.
Headrush is een nummer waar pakkende, technische gitaar metal in een catchy jasje wordt gegoten en waar je onherroepelijk bij gaat mee blèren. Strange Release is een nummer dat kabbelend en licht dromerig van start gaat, maar daarna tot een hoogtepunt wordt geleid en waar de variatie in de zang op het einde bijzonder mooi en uitdagend is. De zang van Petra Honing is sowieso erg afwisselend en krachtig, met haar zuivere stem klinkt ze in bijna elke song weer anders. Soms lijkt het of je naar Charlotte Wessels (Delain) luistert, maar soms ook naar Marcela Bovio (Stream Of Passion) en zelfs Anneke van Giersbergen lijkt om de hoek te kijken. Ook de ondersteunende achtergrondzang van Maglev en Honing is een feest om te horen en vult Petra goed aan.
De band weet ook goed te spelen met de diverse gemoedstoestanden. Capital is bijvoorbeeld een duistere song waar een grimmige sfeer omheen hangt. In Air weet de band een heerlijk melancholisch gevoel mee te geven. De gitaar-riffs zijn in dat nummer overigens heerlijk genietbaar. Ook grootse nummers weet de band goed te brengen, hoewel met mate. For All The Others heeft bijvoorbeeld wel weer de bombast van collegaband Delain en waar de zang van Petra Honing ook sterk op die van Charlotte Wessels lijkt. De strak ingespeeld “hidden” track Superman zorgt juist weer voor een opgejaagd gevoel.
Het mag duidelijk zijn dat er weinig aan te merken is aan het feit dat de bandleden hun muzikale aandeel in hun eigen woonplaats hebben opgenomen, ver weg van elkaar. De muziek steekt professioneel in elkaar en heeft een mooie uniciteit die niet te vergelijken is met collega female fronted metal bands. Toch is de brug met die stroming niet heel ver weg. Kortom, een fris klinkend album, dat zowel de liefhebbers van rock, metal als pop kan verrassen.
Ruard Veltmaat