Eric Woolfson heeft een beetje spijt. Spijt dat zijn aandeel in The Alan Parsons Project niet tot de erkenning heeft geleid waar hij op hoopte. Zoals bekend mag worden verondersteld, was Woolfson de schrijver van nagenoeg al het materiaal dat onder de naam van de vermaarde producer tussen 1976 en 1987 verscheen. Daarnaast is hij bekend geworden als zanger van klassiekers als Time, Eye In The Sky, Silence And I en Ammonia Avenue. Hoewel Alan Parsons in 1976 bekender was, en derhalve het ‘Project’ anders niet zo gemakkelijk veel aandacht had kunnen krijgen, is het achteraf gezien niet onlogisch te denken dat ‘The Eric Woolfson Project’ beter had gekund.
“That Never Was”, zoals we deze cd maar voor het gemak zullen noemen, is een collectie van songs die in de tijd van Alan Parsons Project niet afgerond waren, of simpelweg door de producer werden afgekeurd. Woolfson heeft ze afgemaakt, voornamelijk in samenwerking met producer/engineer Haydn Bendall, en in tegenstelling tot zijn tijd bij Alan Parsons Project, alle voorzien van zijn eigen vocalen. Het resultaat is één van de pijnlijkste cd’s uit de geschiedenis van de popmuziek, waarop plaatsvervangende schaamte nu dan eindelijk haar muzikale evenknie heeft gevonden.
Dat Eric Woolfson blijkbaar met plezier aan dit project heeft gewerkt, is te merken aan de zorgeloosheid waarmee hij het materiaal zingt. Helaas is het songmateriaal ver beneden het niveau van het werk dat hij schreef in dienst van zijn voormalige broodheer. Geen van de tracks komt ook maar in de buurt van klassiekers als “Tales Of Mystery And Imagination” (1976) en “Eye In The Sky” (1982). Maar we mogen zelfs blij zijn dat op een minder Alan Parsons Project-plaat als “Stereotomy” een vreselijk track als Rumour Goin’ Round ontbreekt.
Helemaal eerlijk is Woolfson ook niet. Sommige tracks, zoals de feitelijk best aardige I Can See Round Corners, dateert uit de tijd van de musical “Dancing Shadows” (2007) en twee andere uit de tijd van “Poe”, Woolfsons mislukte vervolg op “Tales Of Mystery And Imagination”, uit 2003.
Tot overmaat van ramp is de productie van “That Never Was” klinisch en uiterst kil. Zelden hoorde ik zo’n zielloze productie. Hoewel het songmateriaal nog steeds beneden peil is, had Woolfson er goed aan gedaan wellicht wat meer oorspronkelijke bandleden uit te nodigen, om het materiaal enigszins meer spirit te geven. Had hij bijvoorbeeld maar op het briljante plan gekomen Andrew Powell uit te nodigen voor wat orkestratie. Maar nee, we krijgen de complete (oude) arrangementen, behoudens enkele bijdragen van Ian Bairnson, Stuart Elliot, David Paton en Richard Cottle. Ze kunnen echter niet als gastmuzikanten op deze plaat meetellen, daar ze ‘slechts’ op de oorspronkelijke tape stonden. Pff, wat een geschiedvervalsing.
Kan het nog erger? Jazeker, Eric Woolfson’s stem is niet meer wat het geweest is. Hij zingt niet alleen zoeter dan ooit, ik hoor regelmatig een valse noot voorbij komen, dat door de lijzige productie alleen maar meer opvalt. Hierdoor verwordt een track als Somewhere In The Audience, dat in potentie nog het meest op klassieke tracks uit de gouden periode van The Alan Parsons Project lijkt, tot één van de meest tenenkrommende tracks van de plaat.
Ik wil deze plaat nooit meer horen. Van Steal Your Heart Away schrijft Woolfson in het boekje dat op een schaal van 1 tot 10 – waarbij 1 zou zijn ‘Alan Parsons zou dit liedje erg leuk vinden’ en 10 ‘Alan zou dit nummer verafschuwen – dat hij dit nummer een ’12’ zou geven. Mag ik de hele plaat een 12 geven?
Markwin Meeuws