Eternal Wanders is een band uit Rusland, opgebouwd rond de zusjes Kanevskaya. “So Far And So Near” is de tweede langspeler van de band en het is een tamelijk indrukwekkende onderneming.
Wie de lijst met medewerkers ziet, begrijpt dat we op zijn minst te maken hebben met symfonische muziek, maar de Wanderers hebben nog veel meer in hun mars. Bij eerste beluistering was mijn eerste gedachte: ‘dit kan echt alleen maar Russische muziek zijn.’ Groots opgezette, epische composities, in schaal bijna met opera vergelijkbaar, gothic zodra er gezongen wordt maar in de grond toch vooral prog door de tempowisselingen en avontuurlijke uitstapjes. De band koppelt gekkigheid en jazz uit de school van Gentle Giant aan Mostly Autumn-drama en het resultaat is een prachtige, tamelijk unieke stijl.
Er valt heel veel te genieten op deze plaat. Het is een machtig geluid als al die strijkers en toeters op de achtergrond invallen, maar ook als de band alleen speelt is er een hoop aan de hand. Ster is voor mij toetseniste Elena, die met haar moderne instrumenten nét de lekkere, ouderwetse riedels weet in te vullen. Ze doen me denken aan hardrockplaten uit de jaren ’70, zoals “Rising” van Rainbow, die altijd zo’n synthesizerintro hadden. Die sfeer, heerlijk. Niet dat de rest van de muziek veel met hardrock te maken heeft hoor, daarvoor is dit veel te slim, chique en volwassen.
De composities zijn heel knap, verraden een conservatoriumachtergrond. Bijna modern-klassieke arrangementen (denk aan Kansas), folk invloeden en typisch Russische koren versieren de verzorgde psychologische progrock. Daarbij heb ik een lichte voorkeur voor de instrumentale stukken, waarbij het titelstuk er absoluut bovenuit springt. De andere stukken zijn ook niet mis, maar in de zang tonen de eeuwige zwervers zich minder onder controle. Elena Kanevskaya heeft een mooie donkere stem, maar in de hoogte komt ze er niet ver mee. Een toch al wat wonderlijk stuk als Mounds, volgens mij bedoelt als de soundtrack voor een horrorfilm, wordt er beduidend zwakker door.
Nou ja, bij zovele moois moet er iets te wensen over blijven, toch? Veel ruimte voor verbetering is er verder niet, of het moest zijn dat de band met deze 65 minuten muziek wat te veel van het goede biedt. Met twee stukken minder was ik ook al tevreden geweest. Maar voor het overige niets dan lof, de plaat klinkt briljant, vooral in het hoog, de muzikale capaciteiten zijn voorbeeldig, men schuwt het avontuur niet, maar houdt de rode draad in de gaten. En als dikke klodder slagroom op het gebak zijn er die zalige symfonische momenten als het orkest aanzet. Vashe zdorovie!
Erik Groeneweg