Het leven van een Progwereld recensent kan reuze gestrest zijn. De werkdruk ligt hoog, terwijl de arbeidsomstandigheden in de Progwereldkantoortuin niet altijd optimaal zijn. Oké, ik mag dan als één van de weinigen een eigen kamertje hebben mét uitzicht, maar dat uitzicht is wel de A12. En door het dunne wandje links hoor ik mijn collega ploeteren op de nieuwste kansloze progmetal haarband terwijl achter het wandje rechts iemand zich huilend stukbijt op een special over Alamaailman Vasarat. Terwijl ik dit typ komt onze eindredacteur weer binnen met een nieuwe stapel heruitgaven van Esoteric en ondertussen nadert de deadline met rasse schreden! Help!
Gelukkig mag ik me op dit moment verdiepen in de heruitgave van deze succesvolle – in 2007 alleen op vinyl uitgebrachte – briljant. Onthaasten op zo’n hoog niveau dat het bijna ontslakken wordt! Colin Edwin, de bassist van Porcupine Tree, voor wie het woord ‘stoïcijns’ is uitgevonden, en voormalig Henry Cow lid Geoff Leigh zijn Ex-Wise Heads. Samen maken ze het soort ambiënte muziek dat je altijd hoort onder documentaires over het verre Oosten. Er staat in de meeste reformwinkels ook een schapje met dit soort muziek, maar dan minder smaakvol gedaan. Heerlijke, rustig kabbelende ritmes, warme synthesizerklanken en de donkere bronst van Edwin’s bassen. Alsof elk moment David Sylvian kan invallen, zulke muziek. Ozric Tentacles, maar dan héééél langzaam.
Voor de gelegenheid is aan de twee nummers van de langspeler een derde stuk toegevoegd, het oorspronkelijk als vehikel voor gitarist Rajan Spolia bedoelde Manikarnika. Het is een uitgesponnen solo met een lekker loom ritme eronder. Toegevoegde waarde is zeker ook de prachtige verpakking, een dik kartonnen mini lp-hoes met een fraaie kwal erop. Het is allemaal even mooi.
Je moet wel in de stemming zijn voor dit soort muziek, die in zijn ongrijpbare ontspannenheid toch ook een zekere mate van willekeur suggereert. Je zet je computers aan en de boel draait vanzelf. Gelukkig ontkrachten enkele slagwerk uitbarstingen en tempoversnellingen de schijn van een totaal gebrek aan vooropgesteld doel of compositie. Er zit – met andere woorden – meer planning achter dan je op het eerste gehoor misschien vermoedt.
Wel moet me van het hart dat de saxofoonsolo’s die Leigh – overigens zeer capabel – uit zijn toeters sproeit wat detoneren bij het rustieke sfeertje. Of dat nou komt door de wat ruwe embouchure of het iets te directe geluid van de instrumenten, ik vind het niet altijd even mooi bij het omfloerste achtergrondgeluid kleuren. Flauw gezegd: je schrikt er steeds zo wakker van.
Maar nee, ik geniet hier elke keer weer van. Een rijk, gelaagd geluid van percussieve en liggende klanken, die knorrende bassen, de wereldmuziek invloeden, de mooie gitaartoon van Spolia; het is de ultieme koptelefoonmuziek, een heerlijk lauw bad compleet met lotusblaadjes en koi-karpers. Nou nog een groentesapje en ik kan de hele wereld weer aan!
Erik Groeneweg