Hoewel “Kindred” al de vijfde cd is van de Amerikaanse band Farpoint, is het pas hun eerste bij een label. Farpoint heeft onderdak gevonden in de stal van 10T Records, een nog jonge platenmaatschappij die furore maakt met bands als o.a. Fromuz, Frogg Café en The Rebel Wheel. Steve Caroll is directeur van het gebeuren en hem kennen we als tekstdichter van de formatie Man On Fire. Zijn zakelijke partner bij 10T Records is zijn muzikale makker Jeff Hodges, het brein achter de vurige mannen. Hodges heeft een goed stel oren aan z’n hoofd en beschikt over veel visie en smaak. Eén en ander komt hem goed uit als muzikant, maar vooral als producer en je raadt het al; Hodges heeft de productie van “Kindred” gedaan.
Zijn verrichtingen zullen Farpoint geen windeieren gaan leggen. Hodges houdt van een lichtvoetig en sprankelend geluid. Dat is iets dat Farpoint goed kan gebruiken. De band heeft namelijk een nogal stoffig imago opgebouwd met hun vorige albums. Niet dat het nu helemaal geweldig is met “Kindred”, maar het is in elk geval fijn dat de muziek zich afspeelt in een prettige omgeving.
Stijlsgewijs zit de band er deze keer wat meer bovenop en of dit nu de invloed is van Hodges; op “Kindred” klinkt Farpoint met hun mengeling van folk, symfo en americana overtuigender dan ooit. Zo blaast Jennifer Meeks met haar dwarsfluit de nodige folk in de plaat en is de rol van toetsenist Kevin Jarvis beduidend meer begeleidend van aard. Daarnaast is de component hardrock geheel verdwenen. Er zit meer rust in het geheel.
De partijen grijpen goed in elkaar en vormen samen een onomstotelijk geheel. Dat is heel wat beter dan het losse zand van weleer en het heeft de muziek een stuk toegankelijker gemaakt. De stem van Dean Hallal gedijt het beste in niet al te flamboyante muziek, dus hij is spekkoper bij al dat akoestische gitaarspel en die zweverige toetsenklanken. Sinds de vorige cd “Cold Star Quiet Star” zijn Dean Hallal en Jennifer Meeks het nieuwe zangduo van Farpoint en omdat hun stemmen zo goed bij de muziek passen, mogen we spreken van een verbetering. De één heeft een milde stem, de ander een hemelse. De zang is kwalitatief niet altijd even goed maar wel aandoenlijk. Dat houdt het juist zo lekker charmant, zo menselijk.
Farpoint maakt muziek met een haast hippieachtig idealisme. De band heeft integere teksten met een Christelijke inslag. Hierdoor is “Kindred” een optimistisch en positief geheel dat een gedreven indruk maakt. Je zou dan ook verwachten dat het album tot de nok toe vol is gepropt, maar nee, “Kindred” duurt slechts 51 minuten en bevat tien tracks. Elk nummer heeft z’n eigen gezicht terwijl de wat springerige ritmesectie en de manier van zingen eenheid in het materiaal aanbrengt.
Het album gaat niet echt daverend van start. Calling Out is een middelmatig mid-tempo nummer waarin wel duidelijk wordt dat de band bestaat uit goede muzikanten. Het bevat een gitaarsolo die eigenlijk te fraai is. De band heeft aan nieuwkomer Dave Auerbach een goede zoals blijkt uit zijn solo’s op de rest van het album. Met de mooie ballade Still Water zet de stijgende lijn van de cd gelukkig al vroeg in. Farpoint brengt ons vervolgens vlotte rocksongs, sfeervolle instrumentale nummers, een tien minuten durende epic die Water Of Life heet en zelfs een brok donkerte in de vorm van Vacant Halls. Al deze nummers luisteren lekker weg en het is dan ook onbegrijpelijk dat de band het zo aflaat weten in de classic rock van afsluiter Freedom Road.
“Kindred” is een album waarmee Far Point duidelijk mikt op een groter publiek zonder dat er al te veel water bij de wijn moest worden gedaan. Dat hebben ze keurig voor elkaar, maar het is niet dat je iets mist als je dit album aan je voorbij laat gaan.
Dick van der Heijde