Bij elke cd die wij van platenlabels ontvangen zit vaak een begeleidend schrijven. Hierin staat meer info voor de recensent. Na ruim twaalf jaar recenseren bij Progwereld weet ik dat je die met een flinke korrel zout moet lezen. Maar als er geschreven wordt dat de muziek van het album doet denken aan de grootmeesters uit de jaren ’70 zoals Genesis, Camel, Deep Purple en Led Zeppelin, dan moet je extra op je hoede zijn! Dat wordt namelijk maar zelden waargemaakt.
Bij dit album wordt dus ook aan eerdergenoemde bands gerefereerd. We hebben hier te maken met een vijftal muzikanten uit Noorwegen. Het hier besproken album is hun tweede release. Het album bestaat uit vijf lange tracks die variëren tussen de acht en achttien minuten. De stijl kan omschreven worden als old-school progrock gemengd met classic rock. De band neemt dus zeer ruim de tijd om de nummers te ontvouwen. Er is veel ruimte voor instrumentale passages, waarbij ik de link naar Deep Purple wel kan begrijpen, het toetsenspel in City Of Zerych doet behoorlijk aan dat van wijlen John Lord denken. In Halls Of Amenti is hij verantwoordelijk voor het neo-prog geluid met zijn zwevende passages.
Zanger Knut Erik Grontvedt zingt nagenoeg accentloos. Zijn geluid doet sterk denken aan dat van Jos Harteveld (Leap Day). Nadeel is dat hij vaak veel uithalen laat horen en zijn laatste woord in een zanglijn steevast te lang vasthoudt. Dat gaat op den duur behoorlijk storen. Smaakmaker is naar mijn mening gitarist Stig Selnes die strooit met uitstekende solo’s.
De reden waarom de nummers niet echt beklijven op dit album, heeft alles te maken met de te lange speelduur. Een nummer van ruim achttien minuten is heel moeilijk zo te maken dat het blijft boeien. Het is allemaal veel te lang uitgerekt en daarbij is de opbouw fragmentarisch. Het voelt in elkaar geknutseld aan en niet als een organisch geheel. Passages zijn regelmatig uitstekend, maar worden dan weer afgewisseld met inspiratieloos geneuzel. Een nummer als The Divine Comedy draaft maar door zonder ook maar een beetje te boeien. Daarbij maakt ook het weinig verheffende drumspel van Audun Engebretsen weinig goed.
Zo is dit een album geworden waarin iedereen wel iets van zijn of haar gading zal vinden, maar dat als geheel niet kan overtuigen – ‘Less is more’.
Maarten Goossensen