Een goede ode is geen eenvoudige opgave. Het heeft al snel de indruk dat de artiest zich probeert op te werken door gebruik te maken van een oeuvre met meer creativiteit en populariteit dan dat ze zelf bieden. Een goede ode kent daarom nederigheid en een goed begrip van de gecoverde muziek. Dat is in elk geval zo bij deze ep van Fernando Perdomo.
Hoewel deze Amerikaan relatief onbekend is, is hij niet bepaald onervaren. Zo was hij co-producer van Linda Perhaps’ “The Soul Of All Natural Things” en heeft hij ook een reeks albums op zijn naam staan. Je merkt zeker ook op deze ep dat we hier van doen hebben met een muzikant die gedreven is door liefde voor de muziek. In de binnenflap van de plaat memoreert Perdomo dan ook dat hij als 11-jarige King Crimson leerde kennen door cassetteopnamen van Islands, Lizard en U.S.A, waarna hij als jonge twintiger de nummers van deze platen van een nieuw arrangement heeft voorzien.
Met deze akoestische versies laat Perdomo voornamelijk horen hoe sterk de melodieën van King Crimson in elkaar steken, aangezien ze zelfs overeind blijven als je de instrumentale begeleiding wegstreept tot enkel het essentiële. Het is verder een slimme keuze om de rustige nummers van King Crimson te coveren aangezien deze composities zich inderdaad goed lenen voor deze kale arrangementen. Met name Islands wordt zo nog breekbaarder. Wellicht was het uitdagender en spannender geweest om ook de heftigere nummers, zoals Lament of Easy Money aan dezelfde behandeling te onderwerpen, maar niettemin werkt de huidige selectie uitstekend. Ik vind het verder erg prettig dat Perdomo het kort heeft gehouden. Richting het einde van de ep snak ik toch naar een wat voller arrangement. Nochtans zijn deze 25 minuten erg genietbaar.
Deze ep is kortom vooral een leuk hebbeding. Een smaakvolle ode die de tijd van de luisteraar respecteert, waardoor ik het kan aanraden aan liefhebbers van King Crimson.