In de cursus ‘Hoe maak ik vrienden?’ zou deze Fish-dvd absoluut tot het lesmateriaal moeten behoren. Je kan namelijk niet heen om de integere uitstraling van de sympathieke Schot. Fish ontpopt zich hier tot een ware held, gedreven door de omstandigheden.
De eerste schijf van deze dubbelaar toont een magnifiek openluchtconcert dat Fish gaf in 1997 in het kader van de ”Sunsets On Empire”-tour. De locatie was een sfeervol pleintje in Przemysl (Polen). En de regen kwam met bakken uit de donkere avondhemel. Het gevolg was een fantastische sfeer die z’n weerslag had op Fish en zijn band, die op dat moment bestond uit Robin Boult (gitaar), Mickey Simmonds (toetsen), Steve Vantsis (bas) en Dave Stewart (drums). De heren speelden een set waar de vonken vanaf vlogen. Fe-no-me-naal. Zelfs de geringste Fish-fan moet zich die avond graag kletsnat hebben laten regenen om getuige te kunnen zijn van dit memorabele concert.
Het optreden werd door vijf camera’s vastgelegd waardoor men tijdens het monteren over een grote hoeveelheid beeldmateriaal kon beschikken. Het resultaat is een gevarieerde aaneenschakeling van prachtige beelden die elkaar in een lekker tempo opvolgen. Beelden van dichtbij, beelden van veraf, beelden vanuit een hoog en een laag standpunt. Je ziet Fish springend helemaal uit z’n dak gaan in What Colour Is God, je ziet een deinende menigte, een meisje dat in trance raakt, hossende paraplu’s, regendruppels op de lens en Fish die gehurkt toekijkt als Robin Boult soleert in Assassing. De achtergronden zijn vaag, de gebouwen prachtig uitgelicht en de verrichtingen van de muzikanten boeien in een zee van podiumlicht dat zo nu en dan fungeert als tegenlicht.
De eerste dvd bevat een totaal van veertien nummers, dat in tweeën wordt gedeeld door een meesterlijke medley. In het eerste gedeelte is het hoofdzakelijk de ”Sunsets On Empire”-cd die aan bod komt. Vijf van de zes nummers die gespeeld worden zijn afkomstig van dit album, met uitzondering dan van Mr 1470 dat op ”Suits” staat. De kop gaat er direct goed af met het energieke The Perception Of Johnny Punter. Een rauwe gitaar, dreigende toetsenakkoorden en een pulserend ritme bepalen de sfeer. Opmerkelijk is het gitaarachtige geluid dat Mickey Simmonds uit z’n synthesizer haalt. Wat een klassenbak is die Simmonds toch. Gedurende het hele optreden verdient hij de hoogste waardering voor de manier waarop hij samen met Robin Boult het gemis van een tweede gitarist opvangt. Zijn spel is briljant. Kijk ademloos toe hoe zijn vingers over de toetsen galopperen tijdens de gesampelde vioolsolo in Brother 52. Hij zet z’n partijen overtuigend neer.
Dat geldt zeer zeker ook voor Robin Boult die na het Amerikaanse gedeelte van de tour weer in de band was teruggekeerd. Hij is een erg onderschat gitarist met een zalig geluid. Tijdens zijn solo’s in Goldfish And Clowns en Mr 1470 ontploft het pleintje bijna, terwijl ook bas en drums daarin een groot aandeel hebben. Dit is op en top rock van Schotse bodem. In het swingende Jungle Ride gebruikt hij de akoestische gitaar voor de slagpartijen waar Mickey Simmonds wederom met een gitaarachtig geluid overheen speelt. Ondertussen komt Fish met zijn indrukwekkendste tirade allertijden. Jungle Ride zit vastgeplakt aan de eerder genoemde meesterlijke medley. In dit bijna twintig minuten durende hoogtepunt blijft de mega-hit Kayleigh achterwege en dat is o.k. Assassing start het festijn. De hoge nootjes moet de ex-Marillionzanger een beetje afbuigen, maar over het algemeen klinkt zijn stem verrassend goed. Vervolgens komen Credo en Tongues, waarna een flitsend intro aan wederom Assassing voorafgaat. De kolkende toetsenklanken lijken het publiek te hypnotiseren en als Mickey Simmonds de welbekende loopjes van het nummer laat horen, verkeert iedereen in een roes. Een paar stuwende drumbreaks volgen. Ze zeggen altijd dat een band zo goed is als z’n drummer. Nou, dan is deze band wel heel erg goed hoor. Na het ‘ Where Are The Prophets ‘-stuk uit Fugazi komt de medley tot z’n eind met het wervelende White Feather. De uitvoering daarvan doet in niks onder voor die van Marillion in de jaren ’80.
In het gedeelte na de medley neemt Fish wat gas terug en komt met de wat rustigere nummers. De rock-insteek mag dan wel verdwenen zijn, de magie absoluut niet. Het prachtige baswerk in Family Business is zalig evenals de betoverende ballade Cliché . Na het luidkeels meegezongen Lucky volgen de toegiften waarvan vooral het bloedstollende A Gentleman’s Excuse Me opvalt. Het allermooiste heeft Fish echter voor het laatst bewaart. Hij trakteert het Poolse publiek op een versie van Lavender die er niet om liegt. Fluweelzacht in het begin en bombastisch aan het eind. Op het laatst bedankt Fish het publiek dat ze voor hen in de regen hebben willen staan. Het zal ze een waar genoegen zijn geweest.
Op de tweede schijf staan twee interessante items: een documentaire en een interview. Met daarin tal van wetenswaardigheden. De documentaire ”A Badger’s Day” is een fraaie reportage achter de schermen, gedurende een dag in en om de tourbus. Indrukwekkend zijn de vele lijstjes met tourdata die Fish laat zien. Op dat moment zijn ze in Keulen en zit de tour er bijna op. Fish ziet er vermoeid uit. In het interview ,dat vijf jaar na dato wordt gehouden, blikt Fish terug op het ”Sunset On Empire”-album, de wereldtour, het concert in Przemysl en zijn toenmalige band. Het gesprek duurt 52 minuten. Dat lijkt lang, maar als de praatgrage Fish aan het woord is vliegt de tijd om.
Met deze dubbel-dvd haal je een geweldig document in huis dat recht doet aan de persoon Fish en z’n muziek. Gegarandeerd dat je nog een grotere Fishfan wordt dan je al was.
Dick van der Heijde