Aan dit album is zo’n 10 jaar gewerkt, ik mag aannemen met flinke tussenpozen. De ruggengraat van Fjieri bestaat uit Nicola Lori (gitaar) en Stefano Panuzi (toetsen). Zij hebben de muziek geschreven. Vervolgens wisten deze Italianen een indrukwekkende lijst gastmuzikanten aan te trekken. Gavin Harrison, Richard Barbieri en Tim Bowness zijn daarvan de bekendste namen. Tim Bowness (No-man) nam voor zijn ingezongen nummers ook de teksten voor zijn rekening en Richard Barbieri (Porcupine Tree, Japan, David Sylvian) tekende ook voor de productie van dit album.
Ik moet zeggen dat ik langzaamaan helemaal verslingerd aan dit album ben geraakt. Dit is typisch zo’n album dat bij elke beluistering beter wordt. En wees eerlijk, dat zijn altijd de beste albums! Op dit album word je een mix van symfonische rock en ambient aangeboden die zeer goed in elkaar zit. Daarnaast is de muziek zeer gevarieerd waardoor het van het eerste tot het laatste nummer weet te fascineren.
Met het openingsnummer A Reality Apart wordt er meteen een vliegende start gemaakt. Het instrumentale stuk met fantastisch stuwend baswerk weet door zijn tempowisselingen direct te boeien. De overgangen naar meer ambient passages zijn sterk. Het thema is simpel, maar erg pakkend. A Big Hope doet regelmatig aan Pink Floyd denken, de opening had zo van deze legendarische band kunnen zijn, maar ook het slide gitaarspel van Nicola Lori doet aan dat van David Gilmour denken. Zijn gitaarsolo in dit nummer is schitterend. Ook het desolate pianospel geeft het nummer extra sfeer.
Het is niet makkelijk om hoogtepunten uit te lichten, want werkelijk elk nummer is sterk, maar Marcinelle springt er net een beetje bovenuit. Het opent met onheilspellende geluiden (lekker hard zetten, dan voel je waarschijnlijk de vloer onder je voeten trillen) en ontpopt zich vervolgens tot een uptempo nummer met swingende drums, mysterieus toetsenspel en wederom adembenemend basspel. Wat een bastovenaar is die Elio Lori! Elk nummer geeft hij zoveel extra’s mee.
Breathing The Thin Air wordt gezongen door Tim Bowness en uiteraard klinkt het nummer direct als een No-man nummer. Door het gebruik van de akoestische gitaar krijgt het nummer iets beklemmends over zich. Dit komt uiteraard ook door de bezwerende stem van Bowness. Het nummer breekt verder open en dan doet ook de cello zijn intrede. Samen met het prachtige pianospel zorgt dat voor golven kippenvel. Ook het titelnummer Endless is met Tim Bowness achter de microfoon. Hier gaan de muzikale registers wat verder open met fel gitaarspel en een ronkende basgitaar. Met de rustgevende stem van Bowness geeft dat een mooi effect. Overigens een hele dikke pluim voor de productie, die is echt om door een ringetje te halen.
Het uptempo Soul Eaters klinkt zeer verrassend door zangeres Haco, die gedeeltelijk in het Japans en het Engels zingt. Ook dit nummer laat de felle kant van deze band horen. De gitaar krijgt behoorlijk de ruimte en ook de toetsen klinken bij vlagen rauw. The Breath Of The Earth swingt, net als Marcinelle, helemaal de pan uit! Wat een muzikanten, echt te gek.
Na acht nummers op het puntje van je stoel te hebben gezeten laat de band je met Lotus Flower terugkeren naar het hier en nu. De ambient invloeden krijgen weer alle ruimte en maken het nummer tot een heerlijke afsluiter.
Wat een trip vrienden. Dit is zo’n album waar je naar wil blijven luisteren, zo’n album waarbij je nog wat langer in de auto blijft zitten om te wachten tot het helemaal afgelopen is. Zo’n album waarop je je verheugt om het weer te kunnen beluisteren. Op hun MySpace pagina kan je een aantal fragmenten beluisteren. Mocht mijn mening je nog niet overtuigd hebben, dan zal dat vast het laatste zetje geven.
Maarten Goossensen