“Sophie. Ontwaakt uit haar droom. Er heerste vrede, alles was zo simpel, zo logisch. Ze ontwaakt. Ze leert de wereld kennen. Alles wat zij als echt zag blijkt een illusie. Haar werkelijkheid verandert van een mooie, simplistische omgeving in angst, chaos en wanhoop en gaat verloren in de tijd. Ze wordt wakker in een droom, een nachtmerrie. Maar met de tijd leert ze om te gaan met tegenvallende verwachtingen, alvorens zij in rust opgaat in de natuur. Sophie is de personificatie van de zoektocht naar wijsheid. De zoektocht naar Sophie.”
Deze opmerkelijke inleiding heb ik gemakshalve even van de webpagina van het Utrechtse Forsophie geplukt. De band debuteert immers met een conceptplaat over “liefde, geluk en zingeving”. Omdat ieder weldenkend mens zich met de gevoelens en gedachten van Sophie kan identificeren, is deze queeste naar wijsheid eenvoudig te volgen. De vraag is dan natuurlijk of dit Nederlandse gezelschap dit concept van een passende soundtrack kan voorzien?
Het kwartet is naar eigen zeggen sterk beïnvloed door bands als Mono, Muse, Radiohead en Sigur Rós, zodat de vier onmiskenbaar een sfeervolle, gevoelige muzikale omlijsting kiezen. Ze brengen daarbij een hybride van alternatieve rock en postrock tot leven, die mij redelijk weet te bekoren. Door het zwaarlijvige concept klinkt het mini-album behoorlijk intens en meeslepend, waarbij je als luisteraar door de talrijke wisselingen tussen zachte en harde passages steeds heen en weer wordt geslingerd in de turbulente belevingswereld van Sophie.
Omdat de zang dikwijls niet veel meer is dan wat binnensmonds gemurmel, dat ook door de muziek overvleugeld wordt, ben je als luisteraar aangewezen op andere bronnen om het idee achter deze plaat te achterhalen. Dat is best omslachtig en ik vrees dan ook dat de band zich hier twee keer in eigen voet schiet. Doordat de muziek min of meer synchroon met het concept loopt, kunnen zonder enige notie van het verhaal sommige passages ietwat te vergezocht overkomen. Daarnaast heeft Jesse Brouwer een fijn stemgeluid, dat mij ietwat doet denken aan dat van Matthew Bellamy en Jeff Buckley en ik vind het zonde dat hij nauwelijks te volgen is.
Daar het viertal keer op keer min of meer eenzelfde songstructuur en benadering hanteert, neem ik bovendien weinig tot geen afwisseling tussen de vier tracks onderling waar. Omdat de speelduur van deze vier nummers opgeteld niet voorbij het half uur raakt, resulteert dit gebrek aan variatie in een debuut dat – letterlijk – in een vloek en een zucht voorbij is.
Omdat dit evenwel het debuutalbum van de heren is, kan ik deze minpunten gemakkelijk door mijn vingers zien. Bovendien hoor ik genoeg muzikale bekoorlijkheden om deze titelloze plaat andermaal in mijn cd-speler te stoppen. Ik verwacht dan ook dat de Nederlandse muziekwereld met wat meer aandacht en waakzaamheid tijdens het componeren, arrangeren en repeteren van nieuw materiaal een interessante nieuwe loot aan de boom heeft.
Frans Schmidt