Bayreuth is vooral bekend vanwege de Bayreuth Festspiele, waarin zeer regelmatig in het Richard-Wagner-Festspielhaus de extreem lange opera’s van Richard Wagner worden uitgevoerd, voor overigens exorbitante prijzen, en die vaak jaren van te voren zijn uitverkocht. Het is voor progfans vanaf nu tevens bekend als de thuisbasis van de Duitse groep Frequency Drift, die het verdient met hun derde album “Ghosts” door te breken in de progscene.
Frequency Drift is een neo-progband onder leiding van toetsenist Andreas Hack die een tamelijk uniek, transparant geluid laten horen dat zich slecht laat vergelijken met andere bands in het subgenre. Maar vooruit, door de vocalen van Antje Auer dringt de vergelijking met La Tulipe Noire op, terwijl het drumwerk van Martin Fox enigszins de Zwitserse band Clepsydra in herinnering roept. Het gitaarwerk en de productie doen soms denken aan Karnataka. Tenslotte is de band ook schatplichtig aan niemand minder dan Eloy. Maar eigenlijk gaan alle vergelijkingen mank, want Frequency Drift laat feitelijk op “Ghosts” horen een geheel eigen stijl te bezitten.
De kracht van Frequency Drift, die mij een band lijkt die zelden optreedt, schuilt in de instrumentatie, de hypermelodieuze thema’s en de afwisseling. Om te beginnen zijn de arrangementen voorbeeldig. Frequency Drift kiest ervoor de plaat behoorlijk ‘clean’ en haast ‘kitsch’ te laten klinken en ondertussen toch warm over te komen. Het droge drumgeluid van Fox, tezamen met het soepele basgitaar- en stickspel van Jürgen Rennecke en het ruimtelijke toetsenspel van leider Hack zijn hier debet aan.
Daarnaast is het materiaal op “Ghosts” uiterst melodieus. Alles staat in teken van het liedje en elke zanglijn, riff en solo komt voort uit het basismateriaal van de desbetreffende song. Dat maakt de plaat uiterst aangenaam om naar te luisteren, zonder dat het ook maar een moment saai wordt. De band neemt ook de tijd om het materiaal uit te werken, zodat er krachtige, volwassen songs ontstaan, die zich nestelen in het brein van de luisteraar.
Als laatste is de afwisseling een sterke troef. Voor een band onder leiding van een toetsenist tel ik verrassend weinig toetsensolo’s, maar dat wordt meer dan goed gemaakt met een heel scala van gitaarsolo’s, voornamelijk door Andreas’ broer Christian Hack, die tevens ook de fluit pakt in Dreams voor een weergaloze dwarsfluitsolo. Tenslotte weet gastviolist Frank Schmitz ons te verrassen met een aantal prachtige vioolsolo’s, waarvan sommige angstig op gitaarsolo’s lijken. Aan solo’s derhalve geen gebrek op “Ghosts”, daarom is het des te knapper dat Frequency Drift nergens ontspoort en altijd bij de les blijft.
Zij die de eerste twee platen van de band kennen, weten dat de zang altijd een probleem was. Het was binnen Frequency Drift een komen en gaan van zangeressen, maar Antje Auer moeten ze smeken voor altijd te willen blijven. Zij is een niet mis te verstane troef, het verschil tussen ‘een aardig bandje in de obscuriteit’ en ‘een neo-progband om deze eeuw rekening mee te houden’. Haar stemgeluid fluctueert moeiteloos tussen zacht en fluisterend en krachtig en ferm aan de andere kant. Ze dubbelt haar vocalen vaak zo knap, dat ik meerdere keren op de cd heb moeten kijken om te controleren of er niet stiekem twee zangeressen bij de groep betrokken zijn. Met name in de sterke openingstrack Dreams (Crows is een proloog) zou ik gezworen hebben dat ze een goede vriendin had meegenomen in de studio.
Met “Ghosts” verveel je je geen moment. Naar het einde van de plaat wordt de boel ook nog eens lekker ruig, voor het geval je dacht dat eenzelvigheid op de loer lag. Maar tegen die tijd ben je allang fan. We hoeven ons muzikaal bepaald niet te vervelen in 2011, maar zorg er alsjeblieft voor dat je deze release niet aan je voorbij laat gaan. Het zou wel eens mijn no. 8 van het jaar kunnen worden. Of misschien reserveer ik wel een ghost-track voor deze plaat.
Markwin Meeuws