Het is onrechtvaardig verdeeld in de wereld. Zo loop je ’s zomers, met je met zorg vormgegeven audiodiplomatenkoffertje aan de overkant van het water, genietend van een steensalade en niettemin word je toch schromelijk over het hoofd gezien. Het Oezbeekse gezelschap Fromuz roept hiermee welhaast een self-fulfilling prophecy over zich af.
Collega Erik Groeneweg beschreef al zijn gemengde gevoelens bij het debuut van Fromuz, wat niet minder was dan een live dvd annex dubbel cd. En na een geruime inwerktijd kan ik op deze plek niet zo gek veel anders doen dan het uiten van mijn gemengde gevoelens bij dit tweede werkstuk: Fromuz maakt een goede eerste indruk, maar onder de oppervlakte gebeurt te weinig om te beklijven.
Het goede nieuws: Fromuz maakt (nog steeds) instrumentale jazzrock met ballen. Hierbij weten de vier heren een rijke variatie aan klanken en thema’s op de plaat te zetten. Vooral toetsenist Khalmurzaev trakteert ons op een rijkgeschakeerd klankenpalet. Dat is allemaal niet per se een teken van technische begaafdheid, maar goed, het staat toch maar mooi op de plaat. We laveren van bijna marsgelijkende rock, via pianojazz naar een slepend stukje bluesgitaar en weer terug.
En daarmee hebben we dan meteen een bruggetje naar het minder goede nieuws, dat we niet voor het eerst aankondigen en ongetwijfeld ook niet voor het laatst: de muzikale potpourri komt, naast veelzijdig, ook nogal fragmentarisch voor. Nu is de grens tussen doelloze fröbelarij en geniale gekte uiterst arbitrair. De scheidslijn is bovendien, in het bijzonder bij jazzrock, nogal dun. Ik ben evenwel van mening dat “Overlook” als geheel vrij duidelijk aan de verkeerde kant terechtkomt.
Zoals vaker het geval is, doet de onderverdeling in vijf songs ook vrij willekeurig aan. Het hadden er ook negentien kunnen zijn… of één. Uit bijna zeventig minuten had wellicht een kortere selectie meer indruk gemaakt; ach, ook deze woestijnroeperij komt niet voor het eerst.
Even iets anders, want de kwantiteit-versus-kwaliteit scherpslijperij kennen we zo langzamerhand wel. Conservatoriummusici die met al hun instrumentale bagage lullige deuntjes zonder een greintje gevoel spelen, ook dát kunnen we dromen. De curiositeit is dat we bij Fromuz eigenlijk op precies het tegenovergestelde manco stuiten: jazzrock veréist een zekere instrumentale elasticiteit die bij Fromuz goeddeels afwezig is. Vooral de ritmesectie doet bij vlagen buitengewoon houterig aan en dat is jammer, gezien de wel degelijk aanwezige creativiteit in het verzinnen van thema’s. Het is niet zo dat de drummer geen tempovariaties op zich kent, maar timing is ook een vak.
Zo kent Other Side of the Water een sterk openingsthema, waarop een sterk eerste deel geënt is. Voor het overige valt het toch wat tegen. Subtieler drumspel en minder dichtplamurend gitaarwerk had de bij vlagen erg abrupte overgangen beslist meer schwung kunnen geven. Crashmind kent een aardig melodielijntje dat me wat aan Transatlantics Duel With the Devil doet denken en dat zelfs een keer herhaald wordt (ha, eindelijk een terugkerend thema in deze zee van willekeur!), waarna een mallotige wending ook dit nummer om zeep helpt.
Fromuz weet met “Overlook” op een aantal punten te scoren, maar slaagt er tegelijkertijd in op al die zelfde punten de boot ook te missen. Het meest memorabel zijn nog de tracktitels. Misschien had ik daar wat langer over moeten uitweiden.
Casper Middelkamp