En toen was daar ineens Frost*, twee jaar geleden. Een project van drie bekende progmuzikanten (Edwards, Jowitt en Mitchell) die onder leiding stonden van een zekere Jem Godfrey. Een man met een breed muzikaal spectrum, diverse onderscheidingen en een volle agenda, die vooral in het popwereldje al zijn sporen had verdiend met onder meer het schrijven van Whole Again van Atomic Kitten en That’s My Goal van Shayne Ward. Echte prog-professoren herinnerden hem nog wel van dat vreemde neoprog bandje Freefall uit de jaren tachtig. Maar “Milliontown”, de plaat waarmee Frost* in de zomer van 2006 debuteerde, klonk als een frisse bries over het vaak zo vlakke en ongeïnspireerde neo-progressieve landschap. Eindelijk een band die hout sneed met het beste van de uitgangspunten van de traditionele jaren tachtig prog, door er eigentijdse elementen aan toe te voegen.
De verwachtingen voor “Experiments In Mass Appeal” waren daarom niet voor niets hooggestemd, nog ver voordat Godfrey cs. zelfs de definitieve vorm van deze negen tracks tellende cd hadden bepaald. Wel speelde de groep afgelopen zomer al enkele tracks op het podium. Toen bleek al dat het materiaal harder, scherper, maar vooral anders klonk dan op “Milliontown“. De uit de bocht vliegende toetsensolo’s zijn grotendeels verdwenen op deze opvolger, waarop nieuw bandlid Declan Burke (ex-Darwin’s radio) als gitarist en vooral als zanger zijn stempel behoorlijk drukt. Dit is een band die risico na risico neemt en niet voor de rechte weg, een veilige opvolger van het debuut, heeft gekozen. ‘Gitaren’ is wat de klok vanaf de openingstrack – het titelstuk – slaat. Toch is de herkenbaarheid gebleven, evenals de kamerbrede productie die weer door een ringetje is te halen, met de vreemdste effecten over zang, donkere basklanken en talloze gitaarlagen. De mooiste vondsten zitten subtiel door het totale geluidsbeeld verweven, waarbij knoppeneend Godfrey geen tekort doet aan het fenomenale drumwerk van Andy Edwards en het melodieuze, effectieve gitaarspel van John Mitchell. Laatstgenoemde lijkt op het eerste gehoor een beetje te zijn weggedrukt, maar na meerdere luisterbeurten van met name Welcome To Nowhere, Dear Dead Days en Falling Down weet de oplettende luisteraar wel beter. Het geluid is dynamisch en compromisloos: rustige pianopartijen worden zonder pardon afgewisseld door een muur van gitaren en toch af en toe stiekem een toetsensolo (Dear Dead Days). Soms ontaardt dat in een hyperactieve climax, maar die werkt intensiteitverhogend. Dan komt er weer een zekere ‘echo’ van Kino voorbij (Toys) en na het laatste nummer Wonderland zit nog een briljante (maar verborgen) afsluiter.
Bij de gelimiteerde versie van “Experiments In Mass Appeal” zit een dvd met een instrumentale versie van het album en een vermakelijke selectie aan Frost*-reports, de filmpjes die Godfrey de ether ingooide tijdens het maken van de plaat. Daarin komen de gedrevenheid en de passie van de muzikanten nog het beste naar voren. Dat is met name zichtbaar bij Godfrey, Edwards en Burke, die op een bijna ontwapende manier aan de plaat werken.
Het zal me niks verbazen dat veel conservatieve luisteraars bij deze plaat na afloop opmerken: ‘verschrikkelijk, dit klinkt veel meer als heavy popmuziek, is dit nog wel prog?’ Het retorische antwoord luidt: zondermeer. En niet zo’n beetje ook. Frost* is er weer in geslaagd om met een juweel van een album volledig te overtuigen. Ook “Experiments In Mass Appeal” kan – juist vanwege de vernieuwing en het sterke materiaal – de boeken in als een mijlpaal in de progressieve muziek van de 21 e eeuw. Natuurlijk, over smaak valt niet te twisten, maar feit blijft dat Jem Godfrey een multitalent is. Iemand die met zijn ervaring en staat van dienst de kracht in zich heeft om in het prog-idioom interessante en pakkende songs te schrijven en die vervolgens met zijn medemuzikanten op geraffineerde manier weet uit te voeren. Dat belooft nog wat voor de toekomst.
Wouter Bessels