De Noorse groep Fruitcake maakt al een paar jaar schaamteloos ouderwetse symfo / neo-prog, gespeend van enige originaliteit of progressie. Ik kan deze cd dus van harte aanbevelen en waarschijnlijk de komende zes cd’s ook. Ik geloof niet dat Fruitcake ooit de perfecte cd zal maken, maar dat hoeft van mij ook niet. “A Battle A Day Keeps The Doctor Away” (zoals de cd op de achterkant heet) betreft hele leuke, gemakkelijk beluisterbare symfo, zonder overdreven technische hoogstandjes. Maar Fruitcake levert ons op deze cd wel een aantal prachtige melodietjes en orgelriedeltjes.
De openingstrack Mopery And Dopery In Deep Space staat bol van The Knife (een nummer van “Trespass” van Genesis). Het is een heerlijk nummer, waar de warme stem van zanger en drummer Pål Søvik opvalt, alsmede het analoge toetsengeluid van Helge Skaarseth, welke laatste tevens de meest interessante thema’s bijdraagt.
Mooi is ook de achtergrondzang van Anngunn Sorli in de ballads Stories One Hears en One Night in combinatie met de zang van Søvik. Ik ben overigens wel benieuwd hoe de groep de zanger zowel laat zingen als drummen tijdens concerten. De drumpatronen zijn mooi, maar niet bijzonder ingewikkeld. Wellicht drumt hij toch terwijl hij zingt, in welk geval ik de band graag eens live zou willen zien.
Reaching Out is het sterkste nummer, met een direct aansprekend thema en verrassend basspel van Olav Nygard. Eén van de meest symfonische bassisten die ik ooit hoorde trouwens, deze Nygard, die zijn basspel beweegt zich als een kronkelende slang door alle nummers van de cd heen.
De band gebruikt een subtiele humor in de teksten. Zo heeft het uitstekende nummer This Room als bijtitel The Inflated Dog Part 2 Or 3 en zingt Søvik ergens “Who or what will oppose a fruitcake by the way”. Zo is het maar net. Ik niet in ieder geval. In This Room vinden we ook het meest interessante gitaarspel van Robert Hauge: zichzelf begeleidend en terwijl Nygard ongestoord zijn gang gaat op de bas, soleert Hauge moeiteloos de mooiste gitaarlijnen.
Water Colours begint met een vraag- en antwoordspel van toetsen en bas en gitaar. Het nummer heeft ook een mooi refrein en dat is Fruitcake blijkbaar eigen: niet tegenstaande de vele symfonische thema’s blijft het oorspronkelijke songmateriaal interessant genoeg als overbrugging hiervan. Want hoe vaak maken we niet mee dat we een saai liedje moeten doorworstelen op zoek naar een heftig symfonische overgang of solo. Bij Fruitcake is dat doorgaans niet het geval, alhoewel het gevaar wel op de loer ligt. De afsluiter Thundercloud, bijvoorbeeld, mist net wat de rest van de plaat zo interessant maakt: ongecompliceerde symfo, waar Fruitcake wat mij betreft nog jaren mee door mag gaan, progressie of niet.
Fruitcake, probeer alsjeblieft niet die ideale cd te maken!
Markwin Meeuws