Er zijn mensen die nauwelijks een paar chipjes kunnen eten. Nee hoor, hoppa, de hele zak! Een glaasje wijn lukt ook al niet. No way, de hele fles moet leeg. Een biscuittje dan? Nop, de hele rol gaat er aan.
Wat het Noorse Fruitcake betreft ben ik net zo’n veelvraat, onverzadigbaar moet ik al hun cd’s hebben. Blindelings schaf ik hun albums aan, want ik weet exact wat ik dan kan verwachten. Al anderhalf decennium maakt de band onder aanvoering van drummer/zanger Pål Søvik onveranderlijk eenvoudige jaren ’70 prog op een neo manier. Sleutelwoorden daarbij zijn slepend, gedragen en traag. Deze oerconservatieve muziek komt in hapklare brokken vol lekkere orgelklanken en stuwende gitaar- en toetsensolo’s tot me. Het beeld dat de Fruitcake-muziek altijd bij mij oproept is dat van een warme knusse blokhut met een dikke pluim rook uit de schoorsteen in het besneeuwde Noorse langlauflandschap.
Op “Man Overboard”, hun zevende cd, is het dan ook weer goed raak met dit vertrouwde bandgeluid en terwijl ik beslist niet de illusie had om verrast te worden werd ik dat toch. Deze cd kent namelijk de deelname van Ketil Vestrum Einarsen, fluitist bij het eveneens Noorse White Willow en wat een aangename verfrissing is dat zeg. Hij is met zijn wervelende spel in een flink aantal nummers van de partij. Dit is een gouden greep die zowel bij Fruitcake-fans als elders in de progscene op de nodige waardering kan rekenen. Het past perfect bij de muziek omdat de fluit qua golfvorm zo goed aansluit bij de vele orgelklanken. Deze toevoeging is een ware verrijking.
De cd opent met het overtuigende Intelligence waar de fluitist de nodige trillers laat horen die in combinatie met het stuwende drumwerk van Søvik de boel regelmatig opzwepen. Fruitcake kent vaak flinke bezettingswisselingen en ook aan “Man Overboard” zijn weer enkele mutaties vooraf gegaan. Van Søvik’s vorige project, The Guardian’s Office, waarvan in 2003 de gelijknamige cd verscheen, is gitarist Morten Eriksen overgekomen. Hij heeft geen al te veelzijdige stijl zoals in o.a. de wat compactere nummers My Nights, Passion Impossible en Once Upon A Naked Floor te horen is. Er zijn dan ook twee extra gitaristen ingelijfd, waardoor de variatie en dan met name binnen het sterke Backwards Sounds en het prachtig instrumentale Goblin Dinner, groot is. Van de vorige Fruitcake-cd “A Battle A Day” uit 2001 zijn toetsenist Helge Skaarseth en bassist Olav Nygård Pål Søvik weer van dienst. Hierdoor valt “Man Overboard” in te schalen tussen beide albums.
De titel van het derde nummer, Lazy Timing, is bijzonder treffend, want dat slaat zowel op de zanger Søvik als op de drummer. Zijn markante stem richting Andy Latimer wordt vaak gedubbeld en hangt evenals zijn drumwerk, lekker tegen het eind van de tel aan. Kenmerkend voor zijn drumstijl is het vele gebruik van de zogeheten ‘vlamslagen’. Hierbij komen de stokjes (bewust) net niet gelijktijdig neer. Dit trekt nogal aan het ritme. Een andere typische Fruitcake eigenschap is het hypergedreun van de baspedalen. Zo bevat de finale van Lazy Timing een lekker bombastisch thema met mega-knorrende Taurussen. Al jaren flikt de band me een dergelijk kunstje en keer op keer val ik er voor.
Er zit altijd wel een vleugje folk in de muziek van Fruitcake, zo ook op “Man Overboard”. De vergelijking met Jethro Tull valt snel te maken gezien de bronstige zang en het vele gefluit. Toch valt deze vergelijking pas volmondig uit te roepen tijdens de fraaie afsluiter I’ve Taken Nothing. Wederom zijn het hier de trillers van de fluit die indruk maken, omdat ze de hemel open lijken te rijten om zodoende zorg te dragen voor een open eind van de cd.
Tot zover vind ik “Man Overboard” al een goede cd, een prima aanvulling op het overige werk van Fruitcake en door de aanwezigheid van de fluitist is dit zelfs een aanrader te noemen. Echter, de limited edition-cd die bij de eerste persing is toegevoegd, maakt van “Man Overboard” een regelrechte must voor de Fruitcake-fan. “Dessert”, want zo heet dit toetje, bevat elf nummers uit de wereld rondom Pål Søvik. De eerst drie komen uit zijn solowerk eind jaren ’80. De nummers zijn zeer new wave-achtig met heerlijk proggie gitaarspel, met name in het instrumentale Big Wave. Twee zaken vallen me op. Allereerst welke gigantische bak galm Søvik op z’n drums heeft staan, terwijl hij juist bij Fruitcake altijd kurkdroog klinkt. Vervolgens valt op hoeveel zijn stem lijkt op die van Glenn Gregory van Heaven 17. Van Fruitcake staan er de bijdragen op aan de Cyclops Samplers en aan een Scandinavische verzamelaar. Deze doen beslist niet onder voor het reguliere werk.
De overige tracks komen van groepen waar Pål Søvik naast Fruitcake ook deel van uitmaakt(e). Norway komt met een zangeres en dromerige fluitpassages in een geweldig Fruitcake-achtig nummer, de band Flagrante Delicto die het toegankelijke Wait For Me brengt, doet door de akoestische gitaar en de lieflijke vrouwenstem veel aan het nummer Silent Dance van Solstice denken, Girl Grey heeft robuuste bluesriffs waarop Pål Søvik uitbundig zingt en The Guardians Office sluit af met het wat voortkabbelende The Guardian. Ofschoon al deze vier nummers me erg aanspreken, maken ze duidelijk dat Fruitcake toch een treetje hoger staat. Niet dat dit gegeven de pret ook maar iets drukt overigens. “Dessert” is een geweldige limited edition-cd, een waardevol schijfje dat beslist meer is dan een leuk hebbedingetje. Het is wel een beetje jammer dat deze cd geen live-opnamen bevat van Fruitcake, maar ja… Op zich is het al verrassend dat de band met “Man Overboard” en “Dessert” zo heeft weten te verrassen.