Al ruim dertig jaar is Galahad een gevestigde naam binnen het neo-progwereldje. De eerste platen was het muzikaal wat zoeken, maar zeker sinds 2007 met het zeer sterke “Empires Never Last”, heeft Galahad een eigen geluid gevonden. Dat komt neer op behoorlijk stevige neo-prog met het kenmerkende trance-achtige toetsengeluid van Dean Baker. Vorig jaar bracht deze Britse band “The Last Great Adventurer” uit, een verzameling nummers waarvan een aantal al jaren oud was. Hoe dan ook, ik was en ben van mening dat het een prima plaat is met sterke songs.
Om al direct met de deur in huis te vallen: als Galahad je bevalt, zul je zonder twijfel weer genieten van hun nieuwe cd. “The Long Goodbye” biedt vijf nummers en twee zogenaamde bonustracks. Soms bijtend, altijd dansbaar en/of groovend, en passend in het geluid dat Galahad in het verleden heeft gecreëerd. Dat betekent ook dat de luisteraar meestal door trancegeluiden wordt verleid om in het nummer te stappen om vervolgens te worden meegevoerd naar de vertrouwde neo-progsferen; zo nu en dan bovendien met interessante twisten.
“The Long Goodbye” begint bijzonder aangenaam met Behind the Veil of a Smile. Een heerlijk, bijna ambient toetsenpartijtje verwelkomt de luisteraar voor een nieuw Galahad-avontuur. Het stuwende en urgente karakter van de muziek van de Britten spreekt mij in elk geval aan. Dit nummer klinkt bovendien lekker fris.
Everything’s Changed begint met de kenmerkende dancegeluiden en dit zorgt er samen met het groovende gitaargeluid van Lee Abraham voor dat de muziek een mooie cadans heeft. Het toegankelijke refrein doet de rest. Het derde nummer is Shadow in the Corner en is eigenlijk van hetzelfde laken een pak. Dit nummer rockt lekker en heeft ook al een aanstekelijk refrein; op en top neo-prog.
The Rightheous and the Damned is een bijzonder interessant nummer. Ik weet dat lang niet iedereen het met mij eens zal zijn, maar ik vind Stu Nicholson een prima zanger. Een zanger die over de jaren alleen maar beter is geworden. Dat toont hij bijvoorbeeld in dit nummer. In het eerste stukje, bijna a-capella, maakt hij een link naar “Empires Never Last”. Daarna wordt moeiteloos de melodielijn omgetoverd in een prachtig stukje klezmer. Dit is zo’n twist waar ik het eerder over had. Dit maakt toch wel dat ik op het puntje van mijn stoel ga zitten. Het nummer ontwikkelt zich ook mooi met hardere en snellere gedeelten waarin Nicholson weer eens lekker kan ‘bijten’. ‘Dark empires never last’, is de conclusie van deze mooie song.
Het titelnummer is de epic van dit album, met bijna dertien minuten mooie prog. Het nummer is rustiger en wat slepender. Op de helft van het nummer refereert Nicholson letterlijk aan een oud nummer van Peter Gabriel: “I don’t remember, I don’t recall, I have no memory of anything at all” (van Gabriels derde album). Daarna volgt een fijnzinnig instrumentaal stuk met mooie sferen en een sterke gitaarsolo van Lee Abraham; puike en pure symfonische rock. Nadat Nicholson ons goodbye heeft gewenst, volgen er nog twee bonustracks. Darker Days is een lekker uptempo nummer met een herkenbaar refrein in de welbekende stijl. Met de ballade Open Water sluit Galahad dit album af. Dit nummer verscheen eerder als titelnummer van een ep van Galahad Electric Company.
Naar mijn bescheiden mening levert Galahad wederom een sterke plaat af met prima songs. En nogmaals: houd je van hun muziek, dan is “The Long Goodbye” wederom een (neo-prog net een twist-)feestje.