Een band als Galleon moet er toch schijtziek van worden om altijd maar te worden vergeleken met Genesis. Dat ga ik dus dan ook niet doen tijdens het bespreken van “From Land To Ocean”. Voor deze dubbel-cd hebben de vier Zweedse neo-proggers bijna drie jaar in de studio gezeten. Het resultaat mag er zijn. De zeven nummers tellende eerste cd is behoorlijk goed, de tweede schijf waarop slechts één nummer van 52 minuten prijkt, The Ocean, is werkelijk fantastisch. Vooral omdat Galleon hier een eigen gezicht laat zien. Mensen die de eerdere zes albums van de band kennen zullen dit misschien onwaarschijnlijk vinden, maar het is toch echt waar.
Het album opent vrij moeizaam met het slepende tomtom-ritme van Three Colours. Als Dan Fors een wat strakker ritme gaat slaan, ontwikkelt het nummer zich met uitstekende breaks naar een stuk met een heerlijke 6/8ste zwier. Regelmatig komt op dit album samenzang voor en dat is nieuw voor Galleon. De zang van Göran Fors krijgt ondersteuning van een gastzangeres en ook de bandleden Ulf Pettersson en Sven Larsson laten vocaal van zich horen. De band heeft hier goed aan gedaan, want Galleon klinkt er een stuk meer volwassen door. Waarom is dit niet jaren eerder aan het bandgeluid toegevoegd? Het klinkt zo ontzettend goed. Fall Of Fame is een redelijk eenvoudig nummer met solide bas- en gitaarloopjes en het is de moog van Pettersson die zich overal bewegelijk tussendoor wurmt. Tevens wagen de heren zich aan een jazzachtig intermezzo. Grote virtuozen zijn het overigens niet. Zij compenseren dit met mooie verzorgde nummers, sterke melodieën en hecht samenspel. The Porch is daarvan een fraai voorbeeld. Mede door de zang doet dit nummer me denken aan Grace en niet zo’n klein beetje ook! De gitaarsolo vind ik goed geplaatst, alhoewel ik me kan voorstellen dat hij als gelikt zal worden afgeserveerd.
Het instrumentale Liopleurodon dankt zijn vreemde naam aan een prehistorisch roofdier en het zal zeker uitgroeien tot een live-favoriet. Het geïmproviseerde tussenstuk leent zich daar uitstekend voor. De eerste minuten van Land zijn zeer hoopgevend. Een fraai nummer met akoestische gitaar, fluit en wervelende moogloopjes lijkt in de maak totdat de band het af laat glijden naar een bedenkelijk niveau. Galleon presenteert een stukje folk, ergens tussen Mostly Autumn en Berdien Stenberg in. Tja…
De ballade Solitude daarentegen is weer een puik stukje muziek. Gedragen op sprankelende gitaartokkels laat Göran Fors de luisteraar wegzweven. Het veertien minuten durende The Price sluit de eerste cd geweldig af. De tekst is een fictief verhaal over de prijs die we moeten betalen voor alle technologische verworvenheden. De mensheid wordt er verbannen naar een plaats in de ruimte. Het nummer komt zo ontzettend goed bij me over dat dit het overige materiaal van de eerste cd daardoor onbedoeld een beetje degradeert. De gitaar uit het begin zet er flink de sokken in, Ã la A Chacun Sa Cible van Galaad. Het levert een lekker stukje muziek op. De toetsen doen er veel. Als de schepen ons komen halen creëert Pettersson een dreigende sfeer met volle mellotronklanken. Aan het eind van het nummer komt hij met een fenomenale solo waarin hij zichzelf overtreft en waar de overige Galleon-leden helemaal uit hun dak gaan. Als je van neo-prog houdt dan is dit het summum. De solo is niet alleen een perfecte cd-afronder, hij fungeert tevens als lekkermakertje voor de tweede cd.
En die is me toch een poepje goed. De 52 minuten durende epic is er één in z’n volle glorie. Dat wil zeggen dat er sprake is van één geheel en niet van een aantal aan elkaar geplakte nummers. The Ocean moet je dan ook als totaal beluisteren en geloof me: de tijd vliegt om als je al die pracht tot je laat komen. De negentien subtitels zijn gevarieerd en geven het nummer balans. Constant wisselt de gedachtewereld van tekstschrijver Göran Fors tussen het leven op aarde enerzijds en het leven op de zeebodem anderzijds. Het resultaat is een contrastrijk geheel. Mysterieuze synthesizerklanken openen de epic waar flageoletten de aandacht opeisen. Sterk is de zang van Göran Fors die met z’n imposante uithalen in And On… het eigenzinnige karakter van The Ocean weergeeft. Er zijn vijf instrumentale subtitels die voor een vloeiende lijn in het nummer zorgen. Tsunami is het meest opvallende daarvan met synchrone gitaar en toetsenloopjes op een vlot tweekwarts ritme. Ook erg apart zijn de ingetogen stukken Bermuda en Atlantis. Herkenbaar zijn de twee delen van Polar White die erg IQ-achtig klinken en die allebei een heerlijke gitaarsolo hebben in de lijn van Shadowland. Blood Waters is weer typisch Galleon evenals Blue Richness en Undertow. In laatstgenoemde stuk is de samenzang weer zo goed, hier gaat Galleon mee scoren. Let maar op. The Ocean vind ik nagenoeg perfect maar toch moet er eentje van de subtitels de minste zijn. Laat dat dan Black Sea maar zijn vanwege de wat vlakke melodielijn van de zang. Opvallend is de aanwezigheid van On The North Shore – part IV, want tien jaar geleden bevatte Galleon’s debuut-cd “Lynx” al Part II van dit nummer. Göran Fors besluit de epic met Paradise Or What? waar in hij oproept om toch vooral zuinig om te gaan met de aarde.
Deze sublieme epic behoort tot de besten in het genre van de neo-prog. Samen met The Price vormt het een weergaloze aanvulling op het toch al zo geweldige Galleon-repertoire. Als ik daar de behoorlijk goede nummers van de eerste schijf van dit album bij optel, kan ik niet anders dan concluderen dan dat Galleon met ” From Land To Ocean ” de toekomst met een goed gevoel tegemoet kan zien.