Wanneer je de hoes van “The All European Hero” voor het eerst ziet, denk je niet snel met een progressieve rockband van doen te hebben. Het hoesontwerp van Mats Frost heeft eerder weg van een obscuur elektro-popgroepje. De tevens van zijn hand afkomstige hoesontwerpen van “King Of Aragon” en “Mind Over Matter” zijn wat dat betreft een stuk fraaier. Nu ik toch bezig ben: het hier besproken album mogen we ook wel als één van de zwakste in het oeuvre (tot nu toe) van Galleon bestempelen. Deze Zweedse heren moeten wel haast in een dipje hebben gezeten bij het schrijven en componeren. Wellicht heeft het redelijke succes van de eerste drie albums hen wat blasé gemaakt, wie zal het zeggen.
Het begint allemaal best aardig en veelbelovend met The All European Intro. Mooi toetsenwerk op Moog, ondersteund door gedreven drumgeroffel, gevolgd door rustig pianospel en de gevoelige zang van Göran Fors. Het nummer ontwikkeld zich tot een melodieus en lekker vloeiend stuk a la IQ waarin ook passages op Moog weer niet van de lucht zijn. Wanneer een alles doorsnijdende Moog solo wordt ingezet, maakt een laag kippenvel zich van mij meester. Kortom, we gaan er eens goed voor zitten. Het nummer vloeit naadloos over in de intro van Traffalgar Square. Dan gaat het helaas bergafwaarts. Stilaan wordt de magie minder. Het wordt een beetje gewoontjes allemaal. Het kippenvel is ook al ras verdwenen. Met The Russian Ice Princess zakt de kwaliteit verder richting een bedenkelijk niveau. Wat is er toch met de stem van Göran Fors aan de hand? Het lijkt alsof hij plots slechter bij stem is. En dan die onverwachte tempowisselingen die ik helemaal niet kan plaatsen.
Als spreekwoordelijke klap op de vuurpijl een pianostuk dat me bijkans in slaap doet sukkelen. Wanneer ik weer bij de les ben zitten we ongemerkt al halverwege Jacks Slumber Party. Helaas is dit nummer qua beleving gelijk aan zijn voorganger. Met Paternity’s Suite en Seeking Knowledge kakt het album nog verder in. Ik betrap de groep aan het slotstuk van Paternity’s Suite zelfs op het vermeend gebruik van een drumcomputer. Dit is absoluut een heel andere Galleon die we kennen van hun eerste drie albums. Toch doet alles me wél denken aan iets wat ik ooit gehoord heb. Die stem, die arrangementen, die zanglijnen. Plots schiet mij uit een ver verleden de naam A-Ha te binnen. Dat was toch dat Noorse groepje met die grote hits eind tachtiger en begin negentiger jaren? Hoe heet die zanger ook al weer? Ja, dat is Morten Harket, waar de zang van Göran Fors wel erg veel wat van weg heeft. Mijn hemel!
De start van het instrumentale European Anthem geeft nog geen aanleiding om weer enthousiast op te veren. Het pianospel is gevoelig en mooi, daar niet van. Een aanzet voor een Europees volkslied hoor ik er niet aan af. Wanneer uiteindelijk ook andere toetsen, bas en drum worden ingezet ontstaat een statig nummer wat m.i. geen land ooit als volkslied zou willen voeren. Met het slotnummer Repent krijgen we gelukkig weer iets van het vertrouwde Galleon te horen. Lekker ritmisch en melodieus.
Begrijp me beslist niet verkeerd. Het is allemaal wel aardig wat hier geproduceerd is. Voor Galleon begrippen is het beslist ondermaats. Met uitzondering van het openingsnummer, waarin de vertrouwde en typerende Moog solo’s zitten, is het piano wat domineert. Verder gewone liedjes van een bedenkelijk niveau. Dit album valt, vergeleken met het andere werk, nogal uit de toon. Zou het artwork dan toch bewust gekozen zijn? Laten we in elk geval hopen dat dit album niet symptomatisch is voor de éénwording van Europa. Of was dat soms gewoon de bedoeling?
Hans Ravensbergen