Dit wordt een hele zit en tekst. Het Britse Gandalf’s Fist komt namelijk met een dubbel-cd van ruim anderhalf uur op de proppen waar na elk muzieknummer in hoorspelvorm het vervolgverhaal over het fictieve Cogtopolis van het album “The Clockwork Fable” uit 2016 verder word verteld…
Voor mij is als hoorspel in rockmuziek maar één project echt geslaagd en dat is “War Of The Worlds” van Jeff Wayne. Al lag dat voornamelijk ook aan het gebruik van de karakteristiek baritonstem van Richard Burton. Mijn voornaamste kritiekpunt op dit album ligt dan ook in feit dat ik geen gevoel bij de filmdialogen heb. Deze komen te vaak langs en duren te lang waardoor ik enerzijds niet meegezogen word in het verhaal en anderzijds de indruk krijgt dat de muziek een ondergeschoven kindje wordt.
Als je evenals ik de dialogen tussen de muzieknummers niet wilt volgen en alleen muziek wilt horen kun je beter negen (9!) volwaardige nummers skippen. Deze heb ik in de tabblad TRACKLIST voor de lezer en koper van digitale downloads met een *asterisk gemarkeerd. Dat scheelt ruim 27 minuten aan kostbare luistertijd en 1 Britse pond per liedje bij een digitale aankoop, Uw recensent is er ook voor u om advies te geven waar u uw kostbare centjes maar eenmaal aan kunt uitgeven. Voor de rekenaars onder ons: er blijven nog 10 nummers ad 63 minuten over terwijl het gehele album digitaal voor 10 pond is te downloaden. Dus als je compleet wilt zijn en toch geïnteresseerd bent om het verhaal te willen doorgronden: het zit eigenlijk ook allemaal verweven in de totaalprijs.
Uiteindelijk gaat het ons om de muziek. “The Clockwork Prologue” bestempel ik als veelzijdig waar er prima in gemusiceerd wordt en gelukkig geen overvolle geluidsproductie kent. De eerste cd met als werktitel “Part I: The Thaw” vind ik van de twee het minste omdat het teveel blijft hangen in folkrock elementen. U zult wel denken het is ook nooit goed. De mix van folk, neo, psychedelic en space rock waar collega Ruard Veltmaat in “A Forest Of Fey” van Gandalf’s Fist uit 2014 aan refereerde kan voor anderen weer teveel van het goede zijn. Ik had het juist graag zwaarder en harder willen zien en vooral horen. Het zijn de zalige gitaarsolo’s zoals in Wardens en The Waxwork Downs die ik juist vaker en langer wil horen, maar we moeten het hiermee doen.
Sun Sickness is een wonderschone mooie opener van het tweede schijfje. Helaas is de Mike Oldfield gitaarsolo hier wat dun en vooral veel te kort. Deze cd met als werktitel “Part II: The Pieces Of Our Time” bevalt mij beter temeer omdat er twee lange stukken op staan die een neo progressieve inslag hebben waarbij The Clokkemaker het meest consistent van opbouw is. Ik moest mijn wenkbrauwen wel fronsen bij wat onderliggende pianoakkoorden in Part III Elegy van dit nummer. Deze klonken om het plastisch te omschrijven ‘out of tune’ ten opzichte van de melodielijn. Een vreemd missertje. Het album kent daarnaast twee nummers die je onder de noemer hardrock kunt laten vallen. Het uitstekende Blackening gaat halverwege over in een pakkende tempoverhoging met heerlijk Hammond gescheur van Deep Purple terwijl Leader Of Men als een Iron Maiden rampestamper prima klinkt. Helaas wordt mijn enthousiasme voor deze muziek weer teniet gedaan in het daarop volgende luisternummer * Wheels In Motion. Hier voert een actrice als een viswijf een mise-en-scène op wat zo uit de Engelse soapserie Coronation Street lijkt te komen. Dit resulteert in drie verloren minuten aan geleuter met als gevolg dat mijn aandachtspanne voor de muziek weer weg is. Uit de promo blijkt dat we toch te maken hebben met gelouterde acteurs en actrices. Dat ik gezien de conversatie die je moet aanhoren ook een associatie kreeg naar ‘Bring Your Daughter To The Slaughter’ zal hier wel met The Beast van Iron Maiden te maken hebben die even rondwaarde in mijn hoofd.
Het kwartier durende slotnummer The Lamplighter heeft onbegrijpelijk als subtitel overture meegekregen. Een ouverture start je mee en vat je de hoogtepunten samen welke spannende refreinen en pakkende thema’s er verderop in het muziekstuk voorbij komen, zodat je als luisterraar lekker gemaakt wordt en meer wilt aanhoren. Vraag het aan meestercomponist Neal Morse maar die heeft een tiental ouvertures op zijn naam staan. Nu is het een muziekstuk op zich geworden, zeker niet slecht maar ook niet zo bijzonder dat het een blinde aankoopadvies rechtvaardigt en dat geldt voor het hele album. Het geheel is meer een musical geworden in plaats van progressive folk rock met een scherp randje en dan ben ik toch diegene die snel afhaakt. Of dit eerlijk is laat ik in het midden.
Al met al is het toch lovenswaardig dat dit soort producties nog gemaakt worden. De dubbel-cdD, layout en booklet zien er verzorgd uit waardoor liefhebbers van dit specifieke genre graag hun zuurverdiende geld aan uitgeven. Dus laten we koesteren dat er hier nog muzikanten zijn die hun kostbare tijd, geld en energie in steken. Wellicht is dit iets voor Ayreon fans die hun zachte kant willen ontdekken. Bij het dankwoord staat niet voor niets de naam van Arjan Lucassen genoemd.
Jos Driessen