150.000 hits op de website, ruim 90.000 downloads, 2 albums en 1 demo in twee jaar tijd en drie keer nummer 1 op Mp3.com. Een greep uit het indrukwekkende CV van het Noorse Gazpacho.
Hun vorige album “Bravo” eindigde op de tweede plaats in mijn top 10 van 2003. Wat heerlijk is het dan dat je niet jaren hoeft te wachten op een nieuw album, want nu draait al weer het nieuwe album “When Earth Lets Go” z’n rondjes in mijn cd-speler.
Het intro waarmee het album opent, kan je het beste gewoon overslaan. Het is namelijk niet meer dan wat ingeblikte fanfaremuziek, wat echt helemaal niets toevoegt. Dit smetje is dan ook meteen het enige. Vanaf nu aan is genieten het devies. Zet je mobiel uit, dim het licht en nestel je lekker op de bank, de komende 50 minuten ben je onder de pannen.
De muziek van Gazpacho heeft nog steeds die plechtige en sombere, maar zeer bijzondere sfeer. Dit wordt veelal door de dragende toetsen en de licht klagerige en unieke stem van zanger Jan H. Ohne verzorgt. Na het rustige en indringende Snowman, gaat het tempo in Put It On The Air een stuk omhoog. De basis voor het nummer is afwisselend drumspel en uitstekend basspel. De zang is licht vervormd en daarom een tikkie feller. Er volgt een rustiger stuk waarin Jan Ohne zijn gewone stemgeluid weer terugkrijgt en meteen verwerft het geheel een warmer karakter. Het totaal klinkt behoorlijk stevig, dit komt vooral door de stevige gitaarriffs, maar doordat deze vrij achter in de mix zitten, overheersen ze nergens.
Steal Yourself is lekker up-tempo en het plezierig rockende gitaar- en inventieve drumspel geven dit nummer een bijna dansbaar ritme. Het nummer is wat makkelijker opgebouwd en wordt zo, mede door het goed in het gehoor liggende refrein, de meezinger van het album.
Eén van de mooiste nummers op “When Earth Lets Go” is het gedragen 117. De band neemt de tijd voor de opbouw en begint rustig met mooie zachte zang en dito toetsen en drums. De klagerige zangstem van Jan Ohne is prachtig. Dan zwelt het nummer aan en geeft Ohne meer volume aan zijn stem, terwijl golven van toetsen het geheel een mooie dramatische wending geven. Het laatste stuk is als een ontlading en bezorgt me een flinke dosis kippenvel. Het nummer doet overigens wel een beetje aan The Invisible Man van het laatste Marillion album denken.
Het meesterwerk van dit schijfje is zonder twijfel Dinglers Horses. De opbouw en de onderhuidse spanning zijn hier fenomenaal. Na briljante nummers als Nemo, Sea Of Tranquility en Bravo (alle van “Bravo” afkomstig), bewijzen ze ook met dit nummer over een enorme lading muzikaal talent en inzicht te beschikken. In de ontlading is heerlijk zwaar Hammond-spel te horen en komt het nummer met het geluid van een tikkende klok tot een einde.
Wederom leveren deze Noren een dijk van een (groei)plaat af. Op “When Earth Lets Go” flirt de band wat meer met Radiohead, maar men weet heel duidelijk een eigen geluid te blijven etaleren. Mijn bewondering voor deze band heeft weer wat toegenomen.
Maarten Goossensen