Het valt me op dat menig muziekliefhebber zich grotendeels richt op Europese of Noord-Amerikaanse muziek. Dat is ergens wel jammer. Ook buiten de westerse wereld worden ronduit geweldige albums gemaakt. Enig enthousiasme maakte me dan ook meester toen ik zag dat deze band uit Brazilië komt. Het is immers het thuisland van onder andere Angra en Bacamarte. Hoewel Giant Gutter From Outer Space heel anders klinkt dan die twee bands, bewijst dit duo dat ook in Brazilië nog sterke progmetal wordt gemaakt.
Een eerste blik op dit album zorgde echter voor wat scepsis. Alleen drum en bass, dat is wel een erg beperkt klankenpalet. Gelukkig bleek het mee te vallen. De muziek op ‘Black Bile’ is haast een beetje als een grommend monster, wat niet eens zo’n gek beeld is als je luistert naar het knarsende basgeluid van Hernan Borges de Oliveira. Zijn baspartijen worden uitstekend ondersteund door drummer Johnny Roberto Rosa met een spervuur aan percussie. De muziek bevat bijzonder veel energie, maar voelt toch wat moerassig aan, waardoor ik vermoed dat deze muziek beter tot zijn recht komt in een live setting. De quote van Béla Tárr op de achterkant van de cd hoes is daarnaast opvallend. Deze regisseur staat namelijk bekend om zijn langzame, bedrukkende sfeerfilms. De, hoorbaar door sludgemetal beïnvloedde, muziek deelt wel enigszins het slepende en depressieve karakter van zijn films.
Een achilleshiel van dit soort instrumentale monsters is een gebrek aan variatie. Bij zo’n gefocust klankenpalet loop je nou eenmaal het gevaar dat de muziek saai wordt. Gelukkig weet de band meestal wel goed aan te voelen wanneer ze van ritme moet veranderen, waardoor de muziek nergens flauw wordt. De band heeft met andere woorden een goed gevoel voor timing. Veel nummers hebben ook een lekkere groove die de muziek een explosief en meeslepend karakter meegeeft. Op Joy And Misery komt dit het beste naar voren, aangezien hier enigszins de tijd wordt genomen om langzaam de spanning op te bouwen.
Desondanks ontkracht “Black Bile” de aanvankelijke scepsis niet. Hoewel de muziek nooit echt monotoon aanvoelt, missen de composities wel wat dynamiek. Het duo voegt hier en daar rustigere passages toe, maar dit is niet afdoende. Op ”Set Adrift”, een ep die de band voor dit album uitbracht, viel echter het titelnummer op als een positieve uitzondering. De band neemt daar namelijk halverwege wat gas terug, wat bijzonder veel spanning toevoegt. De stijl van dit duo lijkt zich dan ook beter te lenen voor kortere nummers.
Voor een stel artiesten aan het begin van hun carrière is dit best een prima album. De band richt zich vol zelfvertrouwen op een bepaalde stijl. Als dit duo wat meer dynamiek zou toevoegen, dan wordt deze muziek een stuk indrukwekkender. Desondanks weet deze band op dit album de aandacht wel aardig goed vast te houden. Hopelijk kunnen we in de toekomst nog veel moois van Giant Gutter From Outer Space verwachten.
Luke Peerdeman