Neri, Giorgio C.

Logos

Info
Uitgekomen in: 2008
Land van herkomst: Italië
Label: Black Widow
Website: -
MySpace: Giorgio C. Neri
Tracklist
Intro (2:25)
Id & Trad (4:38)
Alleanza (4:03)
Seconda Navigazione (1:33)
Addio (1:00)
Le Braccia E Le Ali (6:04)
Guerra (1:23)
Godinus 7 (a) (4:31)
Godinus 7 (b) (6:19)
Tuona Il Cannone (7:02)
Per Tutti E Per Nessuno (1:14)
L'Ultima Danza (9:17)
Sipario (3:05)
Giorgio C. Neri: gitaar, bas, toetsen, fluit, percussie, mandola, cymbalom, piano, sequencer
Met medewerking van
Roberto Maragliano: drums
Giuseppe Alvaro: zang in Tuona Il Cannone
Gian Castello: fluit in Tuona Il Cannone
Vittorio Ristagno: zang in Seconda Navigazione en Per Tutti E Per Nessuno
Roberto Tiranti: achtergrondzang in Tuona Il Cannone
Logos (2008)

Ik moet deze recensie beginnen met me te verontschuldigen bij u, beste lezer. Ik ben namelijk het Italiaans nog steeds niet meester, ondanks de vele Italiaanse muziekjes of films die zich toch ten huize Peter bevinden. Dat heeft vooral als rechtstreeks gevolg dat ik alweer eens niets van de teksten of de bijhorende informatie over Giorgio C. Neri begrijp. Gelukkig is er nog altijd het internet dat soms soelaas kan brengen. In dit geval leert de platenmaatschappij ons dat Giorgio C. Neri een Italiaanse multi-instrumentalist uit Genua is en met deze “Logos” aan zijn debuut toe is.

Giorgio C. Neri heeft dit album met een doel gemaakt. Eerst en vooral wil hij een ode brengen aan zijn muzikale helden die hem hebben beïnvloed als kleine Giorgio en hem gemaakt hebben tot wat hij nu is. Verder is dit album voor hem een spirituele reis. Zo citeert hij in het boekje ondermeer Nietschze (uit “Also Sprach Zarathustra”) en Plato (uit “Phaedo”). Ook het gebruik van het woord ‘Id’ in de titel van het tweede nummer geeft ons aan dat Neri zich minstens in zijn vrije tijd met filosofie bezighoudt.

Aangezien daarnet al de ‘Id’ uit Id & Trad naar voren kwam, lijkt me dit het aangewezen moment om dichter op dit nummer in te zoomen. Een nummer dat vrij snel gaat vervelen omdat het vier minuten lang op hetzelfde, niet al te originele, melodietje blijft doorgaan. Doch wordt er geprobeerd om van dit nummer een steviger nummer dat naar Led Zeppelin probeert te neigen te maken. Dat hij daar niet geheel in slaagt, mag duidelijk zijn. Tot mijn grote spijt is dit nog niet het laatste mindere nummer op “Logos”. Ook Alleanza is niet meteen een hoogvlieger te noemen. Het nummer wordt geruggensteund door een toetsensolo die zo uit Clive Nolans arsenaal van toetsensolo’s waarmee hij ons bij Arena of Pendragon maar al te vaak mee verrast, kan komen. De bedoeling van Neri lijkt me hier een eerbetoon aan Emerson, Lake & Palmer of Le Orme te zijn. Ook dit komt toch niet helemaal uit de verf.

Gelukkig is het niet helemaal kommer en kwel met “Logos”. Het album bevat gelukkig nog enkele erg leuke momenten waarbij ondermeer de vergelijking met Osanna, Premiata Forneria Marconi of Le Orme (de Italiaanse Jaren ’70 – prog dus) nooit veraf is. Een eerste hoogtepunt vormt de combinatie van Addio en Le Braccia A Le Ali. Twee instrumentale nummers die thematisch sterk bij elkaar horen en die een veel rustigere Neri dan in de eerder aangehaalde tracks laten horen. Hij dompelt ons hier onder in een aangename tot rust komende sfeer, gedragen door een mandola (een soort mandoline). Doch wordt er al snel gedraaid richting een ietwat meer symfo-achtige sfeer waar de grote Italiaanse symfobands zo sterk in waren.

Giorgio C. Neri doet buiten de drums ongeveer alles zelf op dit album. Er is slechts één ding wat hij ook aan gastmuzikanten heeft overgelaten, en dat is de zang. Dat hij hier de juiste keuze van zangers heeft gemaakt, blijkt op Tuona Il Cannone, het enige nummer dat mede gedragen wordt door zang die niet rechtstreeks uit de kerk afkomstig lijkt (zoals die voorkwam in Seconda Navigazione bijvoorbeeld). Tuona Il Cannone is mede door deze sterke zang een volgend hoogtepunt op dit album geworden. Meer dan ooit grijpt Neri in dit nummer terug naar de bands die de Italiaanse progscene hebben gedomineerd. In tegenstelling tot in het begin van het album valt er nu dan ook wel te spreken van een geslaagd eerbetoon aan mans helden. Ook afsluiter Sipario valt onder de laatste categorie in te delen en is dan ook meer dan geslaagd te noemen.

“Logos” laat zich luisteren als een album dat te veel kanten uit wil gaan en op die manier soms wat verloren raakt in zichzelf. Mede daardoor is het album niet meer dan een aardig debuut van een talentvolle multi-instrumentalist die de lat volgende keer best wat hoger mag leggen. Doch zullen de meeste liefhebbers van de Italiaanse symfo hier best plezier aan beleven, maar onvergetelijk zal het nooit worden. Volgende keer beter, Giorgio!

Peter Van Haerenborgh


Send this to a friend